Kranslegging ter herdenking Surinaamse strijders Tweede Wereldoorlog

Kranslegging ter herdenking Surinaamse strijders 2de wereld oorlog.2“Vrijheid is niet vanzelfsprekend. De prijs voor vrijheid was en is nog steeds hoog. Onze bevrijding kostte vele levens. Levens die wij nooit mogen vergeten. Door de offers die deze mensen hebben gebracht, kunnen wij nu in vrijheid leven. Het is daarom onze plicht om deze vrijheid telkens opnieuw te definiëren, te bewaken en door te geven aan onze kinderen. Het mag niet zo zijn dat al deze mensen voor niets zijn gestorven”, zei minister Lamure Latour van Defensie ter gelegenheid van de 70ste herdenking van de ‘Dag der Gevallenen’. Gisteren werden bij het Monument der Gevallenen aan de Waterkant kransen gelegd, om onder andere alle Surinamers te gedenken die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder de Nederlandse vlag hebben meegestreden om de vrede en veiligheid in de wereld te herstellen.
Tijdens deze plechtigheid zijn kransen gelegd door de minister van Defensie van Suriname (Lamuré Latour), de ambassadeurs van Nederland, de Vereinigde Staten van Amerika, Brazilië, Indonesië, India en Frankrijk, de voorzitter van de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen, de organisatie Onklaar Anker, alsook een vertegenwoordiger van de Israëlitische gemeenschap in Suriname. President Bouterse werd door minister Latour vertegenwoordigd.
Vrijheid is niet vanzelfsprekend
Fred van Russel, voorzitter van de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen, gaf aan dat gedurende de oorlog meer dan 500 Surinamers dienst deden bij de Koninklijke Nederlandse Marine en 150 schutters als kanonniers dienden op de Nederlandse koopvaartschepen. Bij de Prinses Elena Brigade waren er 10 Surinamers ingedeeld en 450 Surinaamse schutters gingen als Nederlandse soldaten naar Australië om van daaruit deel te nemen aan de bevrijding van Nederlands-Oost-Indië. “De volgende generatie moet weten dat ook Surinamers een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het terugbrengen van de democratie”, zei Russel.
Ambassadeur Ernst Noorman van Nederland gaf aan dat “beide, de Antillen en Suriname, een belangrijke rol hebben gespeeld tijdens de oorlog, de Antillen door de olie en Suriname door de bauxietindustrie”. “Met het aluminium dat van bauxiet werd gemaakt, kon Amerika gevechtsvliegtuigen bouwen, waarmee Europa, Azië en andere delen van de wereld zijn bevrijd. De oorlog heeft ook diepe wonden geslagen in de Surinaamse samenleving. 101 Surinaamse Joden zijn tijdens de oorlog vergast of vermoord, door verzetsdaden of als militair”, aldus Noorman.
Kavish G.

error: Kopiëren mag niet!