Koester de werkelijkheid

Zelfpresentatie! Wat maken wij van onszelf in de sociale contacten met anderen? Van de sociale media op het internet kunnen wij zeggen wat wij willen, maar dat deze sites een ieder de gelegenheid bieden zich op geëigende wijze publiekelijk te presenteren, is een gegeven. Facebook maakt uiteindelijk duidelijk met wie je te doen hebt. Als gezinshoofd, ondernemer, professional, werknemer, middels sportbeoefening, kunst en cultuur, ook langs die wegen kunnen wij ons doen kennen in de ogen en opvattingen van anderen in de samenleving. Zelfpresentatie geschiedt ook in en door de politiek. Je komt als politicus over als intelligent, prominent, scherpzinnig, maar evengoed als dom, besluiteloos, partijdig, listig, onderdanig, inlikkend, vul zelf maar aan. Houd voor een moment de personen onder ons in gedachten die zich met trots als politieke ambtsdrager presenteren. Welke indruk maken deze personen op u? Wie is de politicus? De vuilsmijter, zoals thans in verhevigde mate bij ons? Is zijn (haar) verschijning van dien aard dat wij deze persoon liever niet langer op het netvlies krijgen? Of dat wij die liever wel zien terugkeren voor een nieuwe arbeidsperiode? Waarvoor? Om arbeid te verrichten? Wat voor soort arbeid? Correct: beschavingsarbeid voor ons allen. Geen persoonsgerichte ontwikkelingsarbeid, zoals de meesten in de politiek dat wel doen. Lieden die middels hun dubbelwaardig- en dubbelhartig gedrag in het openbaar ons als individuele burger steeds op het verkeerde been plaatsen, ons misleiden, terwijl zij haast maken om binnen de zittingsperiode hun eigen zaken voor elkaar te hebben gekregen? Misschien een groot areaal in de schoot geworpen, dat na verloop van tijd als verkavelingsproject zal worden misbruikt? Kijk maar om u heen: de geschoeide hoogvliegers en groeibriljanten in vol ornaat, die van ‘gewone’ burgers binnen korte tijd transformeren naar het niveau der welgestelden. Vergeet daarbij de profiterende, parasiterende en niet zelden ook rovende topadviseurs niet die vrij uit gaan, terwijl de dief op straat wordt neergeschoten. Vrouwen in de politiek die zwaar opgesmukt op de werkplek en de (raads)vergaderingen verschijnen. Asociaal gedrag ten voeten uit. Personen die het volksbelang niet hoog op hun aandachtladder plaatsen. En daar staan wij dan vervolgens. Wij, de kiezers, die steeds weer met lege handen achterblijven. Wij, die nu de beurt hebben om wederom de rituele dans der protesterenden op de wegen uit te voeren in het belang van politiek machtigen en van machtstrevers. Uitgezonderd, weliswaar, de burgers die niet bereid zijn hun gevoel van eigenwaarde in de sloot te gooien omwille van een stuk grond of een overheidsbaan.
Er heerst een ernstige vertrouwenscrisis in ons land. Neen, die is geenszins identiek aan de economische crisis die meer de materiële kant van het gemeenschapsleven raakt. De vertrouwenscrisis heeft met de menselijke geest van doen. Leiders van politieke partijen zitten thans met de handen in het haar. Wat zij traditiegetrouw verwachten vanuit de gemeenschap, gaat niet langer op. In Suriname wordt nu van alles gedaan om wat volk op de been te krijgen. De oplettende burgers hebben het reeds door: gedesillusioneerd, ontredderd, de moed diep gezonken: het heersende klimaat! Wat het Nieuw Front voor Democratie en Ontwikkeling gedurende 15 (vijftien) zittingsjaren niet voor elkaar heeft gekregen, wordt het volk vanuit dezelfde kringen wederom voorgehouden als ernstige aandachtspunten van een toekomstig regime van min of meer dezelfde signatuur. De oproep tot actievoeren vindt geen weerklank meer. De lichtgelovigen zijn de blinde volgelingen van demagogen, met nu in hun handen de diasporaworst die ons thans wordt voorgehouden.
De Surinaamse vrouwen eisen reeds vele jaren aaneen, ononderbroken hun plaats op in de maatschappij. De vraag die vooral in deze periode van verval gesteld moet worden is deze: waar zijn toch de talloze afgestudeerde vrouwen op zowel academisch als hogerberoepsniveau gebleven? Waar in de maatschappij zijn zij terechtgekomen? Welke zijn, gedurende het afgelopen decennium, hun zichtbare, collectieve verworvenheden op het gebied van de ontwikkeling van onze maatschappij? Waar zijn de vrouwen die een ware bedreiging moeten vormen voor de ingesleten mannenheerschappij? Waarom zoeken de meeste vrouwen in de Surinaamse politiek steeds weer rugdekking bij hun mannelijke collega’s? De rangschikking naar belangrijkheid in de gezagsstructuur van politieke partijen is hiervan de zichtbare en aansprekende getuigenis. Wie ontkent, die steke de hand maar op.
De president en de parlementsvoorzitter vragen het volk om vertrouwen in de regering te hebben. Bevreemdend is wel dat de voorzitter van de assemblee mede die oproep doet. Immers, juist de controleur moet namens het volk de regering, waar nodig, op de vingers kunnen tikken of ter verantwoording roepen. Juist de leden van de assemblee moeten het volk vertrouwen inboezemen door hun eigen optreden als volksafgevaardigden en als deel van de wetgevende macht, hun werkelijke output, hun merkbare vermogens om met allerhande vraagstukken van bestuurlijke aard te kunnen omgaan, doch vooral door hun weigerachtigheid om als volksvertegenwoordiger ondergeschikt te zijn aan partijmachtigen. Vertrouwen genieten is een verdienste en wordt nimmer genoten op grond van het ingediende verzoek daartoe. Wijze bestuurders zijn daarvan doordrongen. Die moeten daarvoor zowel gewoon als buitengewoon presteren. De regering dient haar eigen vertrouwenwekkende trajecten uit te stippelen en af te leggen, zonder bloemenhulde vanuit het parlement, zonder hypocriete loftuitingen van de kant van individuele assembleeleden.
Stanley Westerborg; Organisatieanalist ; [email protected]

error: Kopiëren mag niet!