“Wanneer je in 2016 een nettowinst van amper USD 5 miljoen hebt gehad, is dat een winst die mogelijk geflatteerd is. Vermoedelijk heeft men met kunst- en vliegwerk gesjoemeld met cijfers. Het ziet er slecht uit voor Staatsolie. Dit, in samenhang met een schuld van bijna USD 800 miljoen.” Dit stelt ingenieur Richard Kalloe over het staatsbedrijf Staatsolie, dat druk doende is om om een deel van haar aandelen naar particulieren af te stoten. Het bedrijf ziet dit als noodzaak om haar lopende activiteiten te kunnen financieren. Ook de hoop dat er voor de kust olie gevonden wordt, staat nog hoog op de lijst.
Kalloe merkt op dat Staatsolie haar rendabiliteit zal moeten verhogen als het bedrijf zijn schulden wil aflossen. “Dat gebeurt niet op dit moment, omdat alle parastatale bedrijven in Suriname parasitaire bedrijven zijn geworden. Dit betekent dat je je schuld ook nooit zult kunnen aflossen”, stelt Kalloe. De meeste voorspellingen voor de wereldmarktprijs van olie wijzen uit dat de prijs niet boven de USD 60 zal komen. Exploitatie van olie voor de kust zal naar Kalloe zijn oordeel ook zodanig duur zijn dat Staatsolie zelfs met een wereldmarktprijs van USD 80 per barrel niet lonend kan werken. “Als men denkt dat als men olie vindt voor de kust en het land direct een paradijs wordt, is dat voor-de-gek-houderij. Als je met de weinige olie die je hebt niets kunt doen, laat staan met veel olie. Kijk maar naar Guyana. Zij hebben toch ook olie voor de kust gevonden”, aldus Kalloe.
In 2016 waren de gemiddelde prijzen voor de Saramacca Crude en de producten van Staatsolie ongeveer 12 procent lager dan de prognose aan het begin van het jaar. In combinatie met de lagere productie van Saramacca Crude en geraffineerde producten hebben de lage prijzen een behoorlijke invloed gehad op de kaspositie van Staatsolie. Intussen naderde de eerste aflossingsdatum van de lening bij een groep internationale banken voor financiering van de investeringen tussen 2008 en 2015. In die periode is ongeveer US$ 2 miljard geïnvesteerd in onder andere uitbreiding van de raffinaderij,
exploratieactiviteiten, een intensief productieboorprogramma en deelname in de Merian goudmijn. Van het geïnvesteerde bedrag heeft Staatsolie US$ 1,2 miljard zelf opgebracht. Er is daarnaast US$ 800 miljoen geleend, waarvan US$ 600 miljoen een korte-termijn-lening is, die eind 2019 volledig afbetaald moet zijn. Met een lang lopende lening van US$ 300 miljoen bij de overheid is in één keer de helft van de kortlopende schuld afgelost. Deze lening is afkomstig uit de internationale obligatielening van US$ 550 miljoen, die de Staat in 2016 heeft afgesloten. Over deze US$ 300 miljoen betaalt Staatsolie 9,25% rente per jaar en de aflossing vindt in één keer plaats in oktober 2026. De andere helft wordt nu opgedeeld in kleinere termijnen, die eind 2019 afgelost moeten worden. De opbrengsten uit de Merian goudmijn, die vanaf 1 oktober 2016 in productie is, zijn als garantie opgebracht in de leningsovereenkomst met de overheid.
Kavish Ganesh
