Justitieminister treedt streng op tegen misbruik van overheidsgelden

Het is geen geheim dat het ministerie van Justitie en Politie geen financiële middelen heeft voor realisatie van de meest essentiële zaken op het ministerie. De politie heeft een gebrek aan de meest basale zaken als papier en inkt en wordt ernstig gehinderd om haar taken uit te voeren. Ook de griffie kampt met papiergebrek, waardoor vonnissen niet uitgeprint kunnen worden. Inmiddels heeft de telefooncentrale van de afdeling Civiele Zaken van de friffie vanwege ouderdom het ook begeven en is het kantongerecht, maar gebrekkig bereikbaar. Overigens vindt minister Jennifer van Dijk-Silos dat het Hof van Justitie niet meewerkt als het om bezuiniging gaat en gebruikte zelfs het woord “kinderachtig” hiervoor.
De afgelopen week ontdekte de minister ook dat er onterechte overuren werden gedeclareerd door een aantal personen op verschillende afdelingen. Ook hebben verschillende afdelingen kantoorbenodigdheden verspild.
250 telefoonlijnen afgesloten
Eergisteren deelde de minister mede dat ze 250 telefoonlijnen en roaming diensten heeft laten afsluiten. De minister vindt dat werknemers geen rekening hielden met de hoge kosten die o.a. roaming met zich mee brachten. Dienstlijnen kosten veel geld en het blijkt dat dienstlijnen ook onjuist en onnodig werden gebruikt. Ook stonden er dienstlijnen op naam van mensen die de dienst reeds hebben verlaten of zijn overleden. Dienstlijnen zijn ook door gepensioneerden meegenomen naar hun huis voor privégebruik, terwijl het ministerie deze rekeningen moest betalen. Daarnaast zijn personen ook onterecht in aanmerking gekomen voor een dienstlijn. Het belgedrag van het personeel laat ook veel te wensen over. Er zijn veel onverklaarbare gesprekken en werden er zelfs gesprekken gevoerd naar het buitenland met een diensttelefoon. Hier heeft de minister gelijk een stop aan gezet en is bellen naar het buitenland afgesloten. Degenen die hun diensttelefoon mogen houden, zullen ingekort worden op het aantal belminuten.
Een oud-medewerker van Juspol kan zich niet voorstellen dat medewerkers een diensttelefoon hadden waarbij bellen naar het buitenland mogelijk was. “Er werden aan de leden van rechterlijke macht niet eens diensttelefoons verschaft met die mogelijkheid. Wie heeft deze mogelijkheid dan gecreëerd?”, vraagt hij zich af. “Indien gepensioneerden een dienstlijn wensten te behouden, werd dat gelijk via het telecombedrijf overgeschreven op hun naam. Onbegrijpelijk dat dienstlijnen naar huis zijn meegenomen, zonder voorafgegane toestemming van de directeur van Justitie.” De oud-medewerker die jaren zijn krachten heeft gegeven op het onderdirectoraat Algemeen Beheer kan zich deze financiële gerommel niet voorstellen. “Er was duidelijk geen leiding en controle”, constateert hij.

error: Kopiëren mag niet!