Juspol-minister bakt het te bruin

De minister van Justitie van Politie maakt de bezwaren over zijn mogelijke incompetentie alleen maar erger door open brieven/ingezonden stukken te schrijven en persconferenties te houden. De beginperiode van de Juspol-periode is een valse start van groot formaat zoals nooit eerder in Suriname aanschouwd. Op de politicologie-faculteiten kunnen ze de “Case Van der San” gerust gebruiken om met real live voorbeelden te illustreren hoe een ministerie van dit kaliber niet dient te worden gerund. De minister dient zaken die in DNA zich voordoen, direct op een waardige wijze in DNA af te handelen. Een Juspol-minister moet in stijl en met degelijk juridisch taalgebruik zich kwijten van zijn taak. Hij moet veel kunnen verwijzen naar de grondwet, het Wetboek van Strafrecht en van Strafvordering, andere bijzondere wetgeving, verdragen en jurisprudentie. Dat moet hij voor een deel uit het hoofd kunnen doen en voor een deel doet hij als hij terugkeert met antwoorden. Een Juspol-minister is geen ‘stratimang’ en hij moet dat ook niet willen zijn. Onze minister van Juspol wil een stratimang zijn en dat is de voorbode van een record in negatieve zin. Van der San kan het zich niet permitteren om de nummer 1 plek van beneden uit te gaan behalen. Zaken die in DNA zich hebben voorgedaan, zijn live op de radio en op de tv te volgen, de vergaderingen worden herhaald, integraal en bewerkt. Het is ongepast om in afwezigheid of zonder betrokkenheid van de andere partijen, het ‘gevecht’ buiten DNA voort te zetten. De houding van de minister impliceert dat hij de DNA-vergaderingen niet regelmatig heeft gevolgd. Het is naïef van de minister om ervan uit te gaan dat hij niet zal worden aangepakt in DNA en dat men het lief als een kind zal behandelen. Er worden de hele tijd in DNA uitspraken buiten de microfoon gedaan, dat doen zowel de coalitie als de oppositie. Het wordt voor ministers niet gemakkelijk gemaakt, en vooral de Juspol-minister zal het niet gemakkelijk krijgen met zoveel criminaliteit. Er is in DNA een zeer ernstige opmerking gemaakt dat het kabinet van de president op een of ander manier betrokken zou kunnen zijn bij liquidaties. Deze opmerking werd gemaakt naar aanleiding van een vermeend geval van moord en zelfmoord dichtbij de parkeerplaats van het kabinet van de president waarbij een man en een vrouw in een auto dood werden aangetroffen. Dat is een zeer serieuze aantijging en bij serieuze geruchten hebben de DNA-leden de plicht om zulke beweringen in DNA aan de orde te brengen. Als het kabinet van de president liquidaties laat uitvoeren, dan leven we in een gangsterstaat. Vooralsnog hebben wij geen aanleiding om te geloven dat zulks nog in 2017 gebeurt. De oppositie heeft met het louter stellen van vragen over geruchten, zonder deze geruchten aannemelijk te maken met gegevens afkomstig uit het onderzoek van de leden, een slechte job gedaan. De oppositie is wat de aantijgingen betreft niet serieus te nemen. Maar te allen tijde heeft een Juspol-minister de dankbare taak om hier een grondig antwoord op te geven en dat moet een Juspol-minister kunnen met parate kennis. Ten eerste had de minister duidelijk moeten afwijzen dat in ons rechtssysteem er formeel noch informeel mogelijkheid bestaat om liquidaties op te dragen. Daarna had de minister moeten aangeven dat liquidaties tegen alle geschreven en ongeschreven beginselen van het staats- en strafrechtsysteem zijn. Daarna had de minister moeten aangeven hoe de regering omgaat met personen die ‘in aanmerking’ zouden kunnen komen voor liquidaties van staatswege. Doorgaans zijn dat de personen die de overheid en politici bekritiseren, maar het kunnen ook personen zijn die een obstakel zijn in de illegale business van de politici. De minister had duidelijk moeten aangeven of er sprake is van belangenverstrengeling en dat er geen illegale business is in het bezit van de regeringstop, waardoor er geen reden zou kunnen zijn voor een liquidatie. De minister had direct ook de politieke visie over liquidaties moeten verwoorden, waarbij hij zou moeten verwijzen naar de toekomst. De minister heeft zich in een hoek gedrukt gevoeld en werd erg onrustig van de vraag van de oppositie. Het leek erop alsof de minister informatie heeft, maar wil doen alsof hij de informatie niet heeft. Het leek alsof de minister deze informatie niet zou willen weten, maar toch kennis daarvan moest dragen. Nu zal de minister zelfs een persconferentie beleggen. De grootste oppositiepartij stelde in een bericht, dat in de afgelopen periode de bevolking geconfronteerd wordt met een aantal liquidaties, drugstransporten, roofovervallen, vooral door jongeren en ontvoeringen van jonge meisjes. Zelfs hoogbejaarden worden niet ontzien door de criminelen. De criminaliteit ontwricht en ondermijnt de samenleving. De Juspol-minister kijkt niet naar de inhoud van de kritiek, maar praat over een scenario dat aan de gang is. Deze onbenullige en belachelijk reactie van de minister, duidt op een aantal conclusies. De minister is blijven steken in de tijd. De minister leert niet uit zijn fouten. De minister is een ‘champion’ van de ‘a-no-mi-mentaliteit’. Deze minister weet niet veel van Juspol, hij gebruikt ‘kab-pres-methoden’ om op technische vragen, politieke antwoorden te geven. De pijnlijkste conclusie is dat de minister geen respect heeft voor Suriname en Surinamers. De minister heeft geen respect voor de rechtstaat en de mensenrechten. Bovenal wordt steeds benadrukt dat de minister zeer ruw is in zijn communicatie. Wat heel duidelijk is, is dat de minister niets weet van veiligheid en veiligheidspercepties. Hij is ook niet van plan om daaraan wat te doen. Waarvoor deze minister uitgerekend op de stoel van Juspol is gezet, gaat later blijken, maar kan te maken hebben met het verloop van het 8 decemberstrafproces en het moment waarop de uitvoerende macht, na de rechterlijke macht aan zet is.

error: Kopiëren mag niet!