Imagoprobleem obstakel diplomatie Suriname

De informatie is in de ether dat de nieuwbakken minister van Buza in Saoedi Arabie is. Ze zou daar samen naar toe zijn gegaan met de Guyanese delegatie. De betreffende dienst van Buza heeft geen melding gemaakt van deze uitlandigheid van de nieuwe Buza-minister. De vorige Buza-minister heeft de president vaak vertegenwoordigd op internationale bijeenkomsten, waar de aanwezigheid van staatshoofden wordt verwacht. Van deze aanwezigheid van Buza-ministers in het Midden Oosten is melding gemaakt in de Guyanese media. Opmerkelijk op de meeting is dat gesproken is over de wereldwijde dreiging van terreur. De bijzondere omstandigheid bij ons is dat uitgerekend de zoon van onze huidige president in de USA opgesloten zit vanwege een veroordeling voor betrokkenheid bij terrorisme. Concreet gaat het om bereidwilligheid, aantoonbaar met handelingen op het bestuurlijk niveau, om niet de eerste de beste organisatie ondersteuning te geven, namelijk de Hezbollah. Uiteindelijk bleek dat het niet ging om Hezbollah-vertegenwoordigers maar handlangers van de Amerikaanse vervolging. Heel expliciet zou door de zoon van de president zijn gezegd dat hij bereid was Hezbollah van valse paspoorten te voorzien, die ook zouden zijn geproduceerd, en dat hij zelfs bereid was oefenfaciliteiten aan de organisatie aan te bieden, naderhand onder de voorwaarde dat er geen geweldshandelingen zouden worden verricht in Suriname zelf. Uiteindelijk werd hij gelokt in een aantal voorbereidingshandelingen, die in verband staan met terreur, werd hij opgepakt en weggezet in de USA. En dat in een periode waar vol lof over zijn capaciteiten werd gesproken op het intelligence en militaire vlak. Hij zou naar verluidt ook een counter terrorism unit gaan leiden. Hezbollah wordt door de USA, de EU en een aantal Arabische landen gezien als een terreurgroep. De Surinaamse politiek heeft zich echter nooit uitgesproken tegen deze groep, die ook nauw betrokken is bij of synoniem is aan een politieke partij in Libanon en zelfs deel uitmaakt van de regering. Niet zo langt terug heeft de inmiddels ontslagen minister van Juspol uitspraken gedaan, die erop duiden dat er potentiele dreiging is voor geweldsuitbarstingen. De groepen die geweldshandelingen zouden plegen, waren dus logischerwijs bij haar bekend en ze wees in de richting van de regeringspartij. Van Dijk-Silos veroordeelde de potentiele geweldshandelingen en de groepen ook niet, maar greep het aan om een opdracht aan het OM goed te praten op grond van artikel 148 van de Grondwet. De regeringspartij voelde zich niet aangesproken door de impliciete aantijging van de Juspol-minister, ook de regeringstop veroordeelde de geweldshandelingen niet, die nota bene op zo een schaal zouden plaatsvinden dat gesproken zou kunnen worden van een burgeroorlog. De Juspol-minister heeft nooit aanhoudingen gepleegd van deze mensen die een burgeroorlog zouden starten. Deze signalen worden serieus genomen door het buitenland. De vertegenwoordigers van Suriname en Guyana zijn aanwezig op de ‘Arab-Islamic-American Summit’. Daar heeft de Guyanese president Granger aangegeven dat kleine staten een belangrijke rol kunnen spelen in het bevechten van terrorisme. Hij gaf aan dat bij het aangaan van de wereldwijde partnerschappen, de grote landen de kleine landen niet over het hoofd moeten zien. Dat is een slimme zet van de Guyanese president, omdat van het defensieprogramma de samenwerking tussen landen zodanig op een niveau kan tillen dat ook economische investeringen kunnen worden gepleegd. Immers, het is overal gebleken dat waar er grote groepen kansarme burgers zijn, er een ontvankelijke voedingsbodem ontstaat voor het opkomen van terrorisme. Investeringen leiden tot werkgelegenheid, tot welvaart, tot politieke stabiliteit en tot minder terrorisme. Alhoewel de president dat niet uitdrukkelijk heeft gezegd, is zijn voornaamste inzet het aantrekken van investeringen uit de landen die in kleine landen defensieprogramma’s zullen uitvoeren. Granger is de huidige pro tempore voorzitter van de Caricom, een organisatie waar zijn land zich zal caramboleren van pariastatus naar de absolute top. Opmerkelijk in een internationaal bericht is dat heel duidelijk wordt gezegd dat onze Buza-minister Yldiz Pollack-Beighle naar Saoedi Arabie reisde met de Guyanese delegatie. Dat we goed kunnen partneren met de bezetters van een deel van Surinaams grondgebied is misschien een goede zaak, maar de bezuiniging die kennelijk doorgevoerd wordt, moet niet zover gaan dat we ophouden om als een zelfstandige staat in het internationale rechtsverkeer deel te nemen. Wanneer over terrorisme wordt gesproken internationaal bevinden Surinaamse hoogwaardigheidsbekleders nu in elk geval zich niet in een benijdenswaardige positie.

error: Kopiëren mag niet!