Illegale handel in jaguars moet stoppen

Een bericht van enkele dagen terug heeft op sommige Surinamers een schokeffect gehad. Het verhaal van de Surinaamse jaguar is sinds enkele maanden duidelijk op tafel. Buitenlanders eten jaguars en tijgers en delen daarvan op. Ze denken dat ze daardoor sterker en mannelijker worden. Dit bijgeloof, dat geen enkele wetenschappelijke basis heeft en niet strookt met de natuurwetten van het milieu, heeft gemaakt dat men thuis in Azië geen tijger meer kan vinden. Alles is al afgeschoten, alleen in de dierentuinen zijn de dieren nog veilig. Deze buitenlanders hebben er een gewoonte van gemaakt om eerst alles leeg te plunderen in eigen land. Als die fase afgerond is, dan steken ze de grens over. Zie maar het verhaal van de Chinese visserij. De eigen visgronden zijn steriel geworden door overbevissing. Nu is men bezig de buurlanden lastig te vallen door te gaan boren in hun wateren. Ook de gecorrumpeerde en de met leningen geknechte Afrikaanse landen dulden nu de Chinese vistrawlers. Voor allerlei dieren die men levend of gekookt of in poedervorm tot zich neemt, betreedt men nu allerlei landen waaronder Suriname. Er zijn lokale jagers die lak hebben aan de jachtwetgeving in Suriname. Het scheelt hun niets als dieren van de aardbodem verdwijnen. Deze mannen kijken alleen naar de dollars. De zaak van de jaguars ia al een tijdje gaande, maar er worden geen maatregelen getroffen. In Suriname komt het vaker voor dat aan projecten en maatregelen miljoenen dollars worden uitgegeven, maar het resultaat blijft uit. Er worden wagens gekocht, er worden trainingen gegeven, maar toch hoor je aan het einde dat er een capaciteitsgebrek is. Het is belangrijk dat ministers die leidinggeven aan departementen, nu is dat Natuurlijke Hulpbronnen, zich persoonlijk inzetten zodat maatregelen worden doorgevoerd. Minister en daarna de directeuren en de onderdirecteuren moeten geloven in veranderingen en de kracht van de overheid. Zo worden er nu openlijker dan voorheen schildpadeieren gestroopt, zonder dat iemand optreedt. Alle controlediensten liggen in Suriname op hun gat. Er zijn mogelijkheden om deze lamlendigheid aan te pakken. In veel landen zijn diensten geliberaliseerd. Dat betekent dat aan bedrijven de kans wordt gegeven om dit stukje werk op zich te nemen. Deze overheidsinspectiediensten, die doorgaans corrupt en lui zijn, kunnen dan worden opgeheven. De vrijgekomen ambtenaren kunnen solliciteren naar een baan in de private bedrijven die de controle gegund krijgen. De ervaring leert dat diensten dan efficiënter worden en dat de corruptie significant afneemt. De controle in de bossen kan niet door de overheid worden uitgevoerd. De ambtenaren, de od’s, zijn alleen geïnteresseerd in de dienstauto’s en de hoge salarissen. En allemaal praktijken waar men mensen door laat gaan en smokkel toestaat.
De Surinaamse regering moet alle inspectiediensten uitbesteden aan enkele bedrijven die gespecialiseerd zijn in inspectiediensten. In Suriname verscheen het bericht dat illegale keukens jaguars vijf dagen lang koken totdat het een pasta wordt. Conservation International (CI) is een campagne gestart om de handel in de jaguars tegen te gaan. Met de Suriname United Chinese Association (SCUA) werkt CI samen gericht op de Chinese gemeenschap in Suriname. De politie treedt niet op en dat is een kwalijke zaak. De jaguar staat namelijk onder zeer grote druk. De tijger is in de Aziatische landen bijna verdwenen en de jaguar is een goed alternatief. Opmerkelijk is dat het de gouddelvers zijn die de jaguar aan de afnemers leveren, die gretig geld neertellen voor deze dieren. Dus de gouddelvers vervuilen de vissen en de mensen en schieten nu de dieren af. De gouddelvers zijn dus de grootste vernietigers van onze natuur. Conservation moet niet vergeten om met de regering samen te werken. In Suriname is tot nu toe te verwaarlozend omgegaan met onze natuurlijke hulpbronnen. Er zijn in het maatschappelijk middenveld geen sterke organisaties die een lans breken voor bijvoorbeeld de biodiversiteit in Suriname. In ontwikkelingslanden is het meestal zo dat de Inheemsen en de mensen afkomstig uit de diaspora vanuit een apart blik opkomen voor de natuur in het land (van afkomst). We merken in Suriname op dat er vanuit de diaspora er weinig kader vrijkomt, ook niet na pensionering, om het ontwikkelingswerk in Suriname op te pakken. We zien dat veel Surinamers na hun pensionering toch niet ervoor kiezen om terug te gaan naar het vaderland om op bepaalde gebieden actief te zijn. Het vermogen om voor ons milieu op te komen, moet door ons zelf worden opgebouwd. Maar ministeries spelen daarbij een belangrijke rol. We denken hierbij aan het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Dit ministerie accepteert heel weinig verantwoordelijkheid naar de biodiversiteit van Suriname toe en dat is wel te betreuren.

error: Kopiëren mag niet!