Huiseigenaar en huurster beschuldigen elkaar van moord huisgenoot

De getuige J.V. verklaarde gisteren in de rechtszaal dat hij op geen enkele wijze deel is geweest van de dood van zijn huisgenoot, Hendrik R. J.V., die huiseigenaar is, zou het slachtoffer en de verdachte Chitrawatie M., kamers in zijn woning hebben verhuurd. Doordat er een brand in de woning ontstond, kwam Hendrik in de vlammen om. De huiseigenaar verklaarde dat hij in de periode van 1 maart 2015 reeds voor een week bij zijn ouders was voor de jaardag van zijn vader. Op de nacht van de brand zou hij door zijn buurman op de hoogte zijn gebracht over de brand, waarna hij ter plekke ging. Ondertussen zou het verkoold lichaam van het slachtoffer zijn afgevoerd. J.V. zou samen met een politieagent een bosje sleutels in de garage hebben aangetroffen. Volgens de getuige zou het hier om zijn sleutels gaan, die hij thuis had achtergelaten, wetende dat de verdachte wel thuis was en hij zo geen sleutels nodig had om binnen te komen. Zowel hij als Chitrawatie beschikten over een bos sleutels. Volgens de huiseigenaar kan hieruit geconcludeerd worden dat de verdachte de kamerdeur van het slachtoffer op slot heeft kunnen doen, zodat die niet eruit kon. Ook vermoedt hij dat zij de woning in brand heeft gestoken. Beide huisgenoten hadden volgens J.V. al een tijdje ruzie. De verdachte ontkent dit echter. Zij geeft aan dat de huiseigenaar de sleutels in de garage had geplaatst om haar de gevangenis in te krijgen. Deze zaak wordt op 16 juli verder behandeld.

error: Kopiëren mag niet!