Grondbemiddelaars toen en ook nu

dblogoEr is de afgelopen dagen bij de begrotingsbehandeling een vraag gesteld aan de minister van grondzaken die hij heel simpel heeft afgedaan met een ‘neen’. De minister wist kennelijk heel goed waarop werd gedoeld, maar volstond door veiligheidshalve niet veel achter de vraag te zoeken. De minister deelt tegenwoordig honderden beschikkingen uit voor percelen en de vraag was in DNA of er duizenden SRD’s voor de gronden moet worden betaald. Het antwoord, dat herhaald werd op de staatsradio, was ‘neen’. Er moet alleen voor leges en nog een aantal kleine zaken betaald worden. Maar de vraag van de oppositie omvatte meer en heeft te maken met een zaak die al bekend was in de periode 2005-2010 uit de NF-periode. In deze periode was er in bepaalde partijen, met name de PL (die ging over grondzaken), een relatief nieuwe informele beroepsgroep ontstaan, namelijk de ‘grondbemiddelaar’. ‘Diensten’ werden verleend aan degenen die jaren hun schoenen versleten om de grondpapieren van de grond, waarop men woonde en werkte, in orde te krijgen en personen die snel en op slinkse wijze hun grondzaken in orde wilden krijgen. De connectie werden op het betreffende ministerie uitgebuit om de grondzaken in orde te krijgen. Er werden verschillende tarieven gehanteerd. Er zijn burgers geweest die een zogenaamd RGB-kantoortje thuis hadden, waar men discreet hulpbehoevende burgers ontving. Er zijn verschillende tarieven gehanteerd, meestal in de duizenden. Deze bemiddelaars liepen uiteindelijk ook met grondbeschikkingen rond in hun auto’s. In de NF-periode heeft de burgerij haar mond gehouden uit vrees dat vanwege rancune zaken zouden vastlopen. Bovendien, waar klop je aan als een regering niet bereidwillig is malversaties bij grondzaken aan te pakken? Er zijn geen laagdrempelige corrigerende instanties in Suriname, waar de burger rechtsbevrediging kan krijgen. Slechts een geval van een persoon dichtbij de PL-voorzitter is in de media behandeld. De klanten van deze bemiddelaars waren immers zowel aan de kant van de coalitie als aan de kant van de oppositie. Bepaalde NF-partijen, zoals de VHP, kwamen vanwege hun houding in DNA wel aan bod op het PL-ministerie en sommige – zoals de NPS – niet. Toen de nieuwe regering aantrad, werd het een stuk moeilijke voor deze bemiddelaars. Het ministerie kwam uiteindelijk in handen van de NDP en PL-gelieerde bemiddelaars moesten hun bureau helemaal sluiten toen de PL roemloos uit de regeercoalitie werd gezet. Maar het beroep van grondbemiddelaar ging daarmee niet verloren. Binnen de structuren van de NDP stonden de nieuwe dienstverleners op, de mensen die zouden rennen voor de hulpbehoevende burger om de grondstukken in orde te krijgen. Heel vaak verwierven deze bemiddelaars hun klanten in de directe omgeving. De werkwijze die in de NF-periode op grotere schaal was ingeburgerd, werd hier en daar zelfs verfijnd door de nieuwe bemiddelaars. Concluderend kunnen we dus zeggen dat het kwaad van het afpersen van de burgerij om haar te doen toekomen waarop men recht heeft, niet tot stilstand kwam, alleen de kwaaddoeners veranderden. Er wordt nog steeds enkele duizenden gevraagd aan families en individuele burgers om grondzaken snel in orde te maken. Nu zijn het NF’ers/PL’ers, maar doorgaans personen in de structuren van de NDP. Het werk van bemiddelaars is goed betaald en men heeft getracht via politieke moves de zaak toch draaiend te houden en hier en daar met succes. Op de wijkvergaderingen van de NDP worden door de sprekers ook steeds gesproken over het werk dat door de huidige minister is verzet en de honderden beschikkingen die hij heeft uitgedeeld. De burgerij hoort het aan, maar zal geen djoegoedjoegoe maken om NDP’ers aan te brengen om haar eigen glazen in te slaan. Het komt zelfs voor dat de personen die zich aan deze afpersing schuldig maken, voorkomen dat in hun directe omgeving politieke vergaderingen worden gehouden of de klanten eerst goed instrueren dat zij zich rustig moeten houden. De vraag die in DNA gesteld is in het kader van de betalingen moet tegen deze achtergrond worden gezien. Als de minister alert is en goed contact heeft met het volk, dan behoort hij te weten dat deze praktijken goed ingeburgerd raakten in de PL-periode op RGB en dat ze worden voortgezet, omdat het gezien wordt als broodwinning door een aantal politieke personen. De minister is daarom heel kort geweest in zijn antwoord ook op de radio. Als de minister weet wat er zich in de NF-periode heeft afgespeeld en als hij er pertinent tegen is, dan had hij resoluut behoren te zeggen dat er aan niemand geld moet worden betaald. Dat had de voorgaande NDP-minister wellicht wel gezegd. De burgerij maakt wat de formele zaken betreft naast leges, ook melding van notariskosten en ontsluitingskosten. Daarover heeft de minister niets gezegd. Veel vlaggen staan gepland op erven van burgers, omdat ‘deze regering’ de grondpapieren in orde zal maken. In de ressorten is bij het huis aan huis werven van leden ook standaard de vraag gesteld door NDP’ers of de grondpapieren in orde zijn en of ze in orde moeten worden gemaakt. Het is zaak dat RGB de kwestie van grondzaken depolitiseert en de procedure transparant maakt en misschien zelfs privatiseert om achterstanden weg te werken en afperserij te voorkomen.

error: Kopiëren mag niet!