Getergde onderwijsminister

De minister van onderwijs heeft geen gemakkelijke tijd, vooral deze dagen. De BvL-staking lijkt een slepende te worden en een rechtszaak is dreigende, een rechtszaak waar de bond wordt gedwongen om de stakingen op te heffen en het werk te hervatten. De regering heeft al eerder een rechtszaak aangespannen tegen de leraren en die won ze. De staking van de leraren werd toen onrechtmatig verklaard, de leraren moesten op straffe van een dwangsom terug naar school. Wat ook nog altijd dreigt voor de leraren is het wettelijk uitgangspunt van geen-werk-geen-loon. Dit uitgangsunt komt erop neer dat de werkgever het loon niet hoeft te betalen over de periode waarover de werknemer moedwillig voor kiest om het werk niet uit te voeren. Voor ziekte bijvoorbeeld wordt in de wet wel een uitzondering gemaakt, maar niet voor stakingen. Het toepassen van dit wettelijk uitgangspunt voor de ambtenaren was lange tijd een punt van discussie en ook een luide roep wat betreft de stakingen bij de overheid. Begin jaren ’90 kwamen lerarenstakingen en ambtenarenstakingen niet weinig voor. Die stakingen waren wel eens behoorlijk lang en veel op momenten waar so’s en repetities gemaakt moesten worden. Tijdens Venetiaan 2 zou er een regeringsbesluit zijn vastgelegd waarin is vastgesteld dat de regering als werkgever het recht heeft om salaris in te houden wanneer landienaren in staking zijn. In de media is toen niet zo heftig gereageerd om dit formeel gepubliceerd regeringsbesluit. Technisch zou de situatie dus nu hierop neerkomen dat de werkende personen zowel in de private sector als bij de overheid te maken krijgen met inhouding van het loon wanneer zij in staking zijn. De vraag rijst nu in welke mate dit wel eens wordt toegepast. De wijze waarop het regeringsbesluit toen in de media is gebracht, bleek niet dat de looninhouding bedoeld was als een soort straf vanwege de staking. Nu wordt internationaal het inhouden van loon tijdens stakingen wel geaccepteerd, het is een prijs die men betaalt voor het opkomen voor de eigen rechten en voor het toebrengen van schade aan de werkgever. Concluderend kunnen wij dus stellen dat de regering, als het besluit nog geldig is en overeind staat, het recht heeft om een aantal dagen loon van onze leraren in te houden. Hoe langer deze staking van de BvL duurt, hoe langer dus de periode zal zijn waarover het loon zal mogen worden ingehouden. Uit bekomen informatie blijkt ook dat de leraren geen rechtsmiddelen hebben om daarmee tegen de loonintrekking te ageren, de theorie van het inhouden van loon bij werkstakingen is een normaalverschijnsel wereldwijd. In elk geval zetten de stakingen de getergde onderwijsminister in een moeilijk parket. Dat is het geval wanneer men minister wordt in een periode waar de staat bengelt aan de rand van faillissement en leningen moet nemen om andere leningen te betalen. De Staat Suriname heeft nu veel trekken van een habituele gambler. Die zit steeds in dezelfde problemen: persoonlijk is er bijna altijd een gebrek aan geld en leningen die men niet kan afbetalen, maar steeds moet sluiten. Onder deze omstandigheden zal het moeilijk worden voor ministers die wat willen presteren. De onderwijsminister heeft aangegeven dat de scholen open zullen gaan en dat Minowc dat bepaalt. Dat is theoretisch wel waar, maar wat hebben we aan open poorten en scholen zonder leraren? De leraran bepalen inderdaad niet of de scholen fysiek open zijn, maar figuurlijk hebben zij wel veel te bepalen. Nu verkiezen de leraren ervoor om hun inspanningsverbintenis waarvoor ze zich hebben verbonden door in te stemmen om als ambtenaar te onderwijzen, te verzaken. Het wordt interessant wanneer de regering de 5 miljoen per maand voor de leraren kan ophoesten. Dan betekent dat, dat het verhaal van ‘geen geld’ niet opgaat. Wat doe je dan met de andere groepen als de verpleegkundigen, de andere leerkrachten, de politie, de douane, de brandweer, het leger en de andere ambtenaren? Opmerkelijk is dat recent een studentenbond is opgericht die de minister op het hart heeft gedrukt om de scholen open te houden. Maar het blijkt dat er vandaag geen leerlingen op school waren. Waarom is dan de oproep gedaan om de scholen open te houden? Helemaal gek is het waarom schoolbesturen niet blij zijn dat een studentenbond wordt opgericht. Menen zij dat studenten geen recht hebben om zich te verenigen? Dat recht hebben ze wel, de studenten die gebundeld zijn, kunnen zich beter uiten en kunnen ook gehoord worden door de regering wanneer die maatregelen in overweging heeft. Het is een gezonde zaak dat burgers zich op jonge leeftijd leren organiseren en zich via een bundeling uiten. Verder moet het ook duidelijk zijn dan het NJP niet het monopolie heeft om namens de jongeren het woord te voeren, echt niet. De jongeren die nu de bond oprichten maken zoals het betaamt in de democratische samenleving gebruik van hun recht om zich te verenigen en voor hun legitieme belangen op te komen. Het NJP is overigens op dit stuk zwak, omdat het apparaat door de politieke infiltratie is verlamd. De minister heeft een zware periode achter de rug en voor de boeg, het heeft diepe indruk op hem gemaakt. Hij deed in de media het e.e.a. uit de doeken. De jonge minister moet het hoofd koel houden en doorzetten en een ding wel beseffen: hij is nog niet toegekomen aan echt regeren en beleid maken.

error: Kopiëren mag niet!