Geschiedenis herschrijven is bevrijden

Het ministerie van Binnenlandse Zaken laat Surinaams kader trainen om uiteindelijk tot een herschrijving te geraken van de Surinaamse geschiedenis. De Surinaamse geschiedenis ligt er en feitelijk is het onmogelijk iets aan te veranderen. Het gaat er wel degelijk om hoe ernaar wordt gekeken, waar men langer blijft stilstaan, hoe men bepaalde zaken uitdiept, wat men in eerste instantie onbesproken laat en wat niet. Suriname heeft geen traditie om het Surinaamse vast te leggen. Loop maar een beter gesorteerde boekwinkel binnen en dan valt het op hoeveel buitenlanders over Suriname schrijven (historici/journalisten) en hoeveel Surinamers. Als het goed is dan ligt momenteel geen enkel boek bij de boekhandel dat de algemene Surinaamse geschiedenis beschrijft en ook nog geschreven is door een Surinamer. Het Surinaams kader is mentaal niet bevrijd om deze gedurfde stap te nemen. Men wacht totdat de buitenlander iets doet. Bovendien is de instelling van de Surinamer, mede gevoed door de jarenlange politieke cultuur, er een waarbij men geen geloof meer hecht aan de geërfde waarden en normen van de vorige generatie. Het kader is, afhankelijk van het inkomen, constant bezig met materiële zaken, de geneugten van de dag en overleven. Heel gauw zoekt men de aansluiting met de partijpolitiek als het in termen van inkomen wat belooft op te leveren. Inzet buiten de dienstbetrekking is er dan hooguit met een politiek motief, met als uiteindelijke inzet het eigen belang. Deze houding van de Surinaamse intellectueel maakt dat de Surinaamse samenleving zich in een fase bevindt zoals die was ten tijde van de vroeg-primitieve samenlevingen. Iedereen moest werken en zweten en er waren geen mannen met vrije tijd die zich konden overgeven aan het denkwerk. Surinaamse historici hebben stukjes bij beetjes en met een beperkte voorzichtige scope delen van de vroege Surinaamse geschiedenis vastgelegd, maar dat is heel gefragmenteerd en selectief. Het is opvallend dat het bij Surinaamse historici (hierbeneden steeds inclusief de leraren) nooit is gaan kriebelen om desnoods in een groep de Surinaamse geschiedenis zelf te schrijven. In principe behoren historici politiek bewust te zijn, omdat men doorgaans goed op de hoogte is van de wereldpolitiek zoals het zich heeft voltrokken, de beslissingen die door de leiders zijn genomen vanuit een ideologie en het voorspoed en het menselijke lijden soms dat voor grote en kleine groepen daaruit voortvloeide. De geschiedenisvastlegging legt een aantal zaken min of meer definitief en gezaghebbend vast. Om een voorbeeld te noemen: wij noemden enkele dagen terug in verband met 25 februari 1980 de naam van slechts één militair die bij de machtsovername het leven liet. Het moet bij de jeugd bekend zijn vast dat het om twee militairen gaat. Wij noemden alleen Van Aalst, omdat die naam nauwelijks wordt genoemd, maar de toenmalige sergeant-majoor Comvalius – van wie de naam veel meer is genoemd – is een andere militair die ook omkwam. Het blijft enigszins onbegrijpelijk hoe een interessante geschiedenis als de onze, historici toch niet heeft kunnen bewegen om in de pen te klimmen. Moeten historici gemotiveerd worden om de Surinaamse geschiedenis vanuit de eigen bril vast te leggen? Bestaat de eigen bril wel bij onze historici, het eigen wetenschappelijk verantwoord historisch perspectief? Als die er niet is bij het Surinaams ‘historisch” kader, is onze historie dan voorlopig of voorgoed verloren? De passiviteit van de Surinaamse geschiedenisdeskundigen laat zich moeilijk voorstellen in combinatie met een verlicht Surinaams historisch perspectief. Heeft het bijvoorbeeld te maken met een feminisering van het onderwijzerskorps, wordt wel eens afgevraagd. Het doet in elk geval enigszins geforceerd aan dat nu met een consultant de Biza-minister tracht om de Surinaamse geschiedenisdeskundigen wakker te schudden en hen aan te sporen tot het vastleggen van de Surinaamse geschiedenis. Wat voor kwaliteit zal worden afgeleverd? Misschien is het mogelijk om op deze manier inspiratie op te doen en de Surinaamse geschiedenis te herschrijven, dus dwangmatig. Wij gingen er eerder van uit dat deze geschiedschrijving niet los gezien moet worden van een bepaalde passie en roeping om het doen en grondig ook. In elk geval hoopt men een bepaalde passie te kweken met de cursus ‘Herschrijving van de Surinaamse geschiedenis’, georganiseerd door het Nationaal Archief Suriname (NAS) in samenwerking met het International Institute for Scientific Research (IISR). Hoopgevend is wel wanneer wordt gemeld dat de cursus bedoeld is voor mensen die onderzoek willen verrichten en een bijdrage willen leveren aan de herschrijving van de Surinaamse geschiedenis. Er waren deelnemers, dus ergens was er toch een verborgen wil en misschien een verborgen passie bij onze mensen om onze geschiedenis vast te leggen. Bij de geschiedschrijving moet wetenschappelijk verantwoord omgegaan worden met gevoelige onderwerpen, die niet onaangeroerd moeten worden gelaten. Een punt is bijvoorbeeld 8 december 1982. De juiste bewoordingen moeten daar worden gebruikt om deze gebeurtenis te beschrijven, wetenschappelijk verantwoord, zodat de komende generatie genoeg weet over deze aangelegenheid. Alhoewel er bijvoorbeeld geen rechterlijke vonnissen zijn om te praten over moord of doodslag, zijn er wel internationale onderzoeksrapporten die een bepaalde kwalificatie geven aan de handeling en een oordeel geven over de verklaringen die erna door de verantwoordelijke regering zijn gegeven. Het woord dekolonisatie wordt vaker in de mond genomen en in dat kader gaan wij ervan uit dat het herschrijven van de geschiedenis het middel is om het leed te verwerken en het dekolonisatieproces in een vergevorderd stadium te zetten. Heel terecht is gezegd dat vastleggen van de geschiedenis niet alleen vereist de kennis van de historische feiten en omstandigheden. Baanbrekend is het pas wanneer het gedaan wordt vanuit een gedegen en volledige kennis van het Surinaamse volk in zijn rijkdom en verscheidenheid zoals het zich aan ons presenteert. Het herschrijven van de Surinaamse geschiedenis is geen politieke zaak, maar een wetenschappelijke waar de grote motor is de historicus.

error: Kopiëren mag niet!