Gemaakte nationale benadering

Bij de grootste politieke partij de NDP is er een ongerustheid ontstaan door het zich meer nationaal profileren van de VHP. Er wordt veel aandacht besteed aan de activiteiten van de VHP in het binnenland. Daarbij wordt op de staatsradio het volk van het binnenland in de eigen taal toegesproken. Tegelijk is er het verwijt dat de taal van het binnenland niet gesproken wordt door de VHP’ers, wel door andere groepen. Het verwijt is ook gemaakt dat een bepaalde bevolkingsgroep alleen voor het vieren van vakantie echt te zien is in het binnenland en niet om les te geven of diensten te verlenen in de gezondheidszorg. Met vereende krachten is de NDP bezig om de aanwezigheid van de VHP in het binnenland te ontkrachten. Zo is er beweerd dat de binnenlandbewoners iedereen die naar het binnenland gaat, zal ontvangen en de faciliteiten voor vergaderingen in orde zullen maken, en dat men ook zaken die aangereikt worden zullen accepteren, maar dat het stemmen om een bepaalde partij een andere zaak is. Daarbij hebben de DNA-leden die dat beweren geen ongelijk. Het binnenland is niet ontvankelijk voor partijen die aan hun vreemd zijn of anders gezegd, de binnenlandbewoners gaan niet over een nacht ijs wanneer het gaat om het kiezen voor een partij. Na enkele decennia kan het wel gaan lukken aan partijen om stemmen te winnen, maar men moet oprechtheid tonen. Een partij openstellen voor een meer breder publiek neemt immers ook decennia in beslag. Er is beweerd op de staatsradio dat de VHP meer wil gaan lijken op de NDP qua samenstelling van de partij. Aan de andere kant moet ook gesteld worden dat de NDP meer wil gaan lijken op de VHP. Zo wordt er op de staatsradio in het Hindi en niet het Sarnami dat door de Surinaamse Hindoestanen wordt gesproken elke week een monoloog gehouden door een persoon die overigens de correcte grammatica van het Hindi niet beheerst. De vraag rijst waarom de Surinamers niet in het Sarnami worden toegesproken, maar wel in het Hindi dat niet in Suriname wordt gesproken. Dit alles duidt erop dat de mediamensen van de NDP niet op de hoogte zijn van de talen die in Suriname worden gesproken en de culturen die samen de totale Surinaamse cultuur uitmaken. Voor hen maakt het niet uit of je die betreffende bevolkingsgroep in hun taal aanspreekt, dat is niet van belang. Men neemt ook niet de moeite om zich te laten informeren door exponenten uit die bevolkingsgroep, men luistert niet naar deze mensen, hun mening en hun advies telt niet. Een aantal mannen heeft wel de wijsheid in pacht en bewijzen dat ze eenzijdig georiënteerd zijn en dat het echt niet gaat om een nationale aanpak. Op de staatsradio zijn grote Hindoestaanse artiesten nooit te horen, wel uitsluitende creoolse artiesten. Hindoestaanse liedjes zijn alleen goed als ze door creoolse artiesten worden nagezongen (met koeterwaals tussen echte bestaande woorden) of wanneer het door Guyanezen en Trinidadianen vervormd wordt gebracht in een calypso of soca stijl. Liederen van de geboren en getogen Surinamers Dropati, Ramdew Chaitoe, Radjoe Sewgoelam, Rampersad Ramkhelawan, Harry Sewbalak of Robby Oedietram zijn nooit afgedraaid op de nationale staatsradio, terwijl deze artiesten Suriname op waardige wijze in het hele Caribisch gebied en Europa hebben uitgedragen. Over artiesten die interculturele bakens verzetten als Hafieskhan Wagidhosain hebben we nooit iets op de staatsradio gehoord. De mediamensen van de regeringspartij laten zich niet informeren en laten zich leiden door vooroordelen waarmee ze zijn opgegroeid in hun volksbuurten. Of er is een subtiel maar weloverwogen en bewust beleid om aan te tonen wat leidend is en wie de dienst uitmaakt. De populaire chutney-muziek van Trinidad waarop iedereen danst is op het eiland gebracht door Dropati en Chaitoe, Surinamers die in Trinidad en Guyana aanbeden worden. Deze artiesten hebben ook ettelijke liederen over hun liefde voor hun vaderland bezongen en het is alleemaal vastgelegd. Wanneer men beweert een nationale partij te zijn en alle bevolkingsgroepen te herbergen, dan moet ook het bewijs er zijn dat er respect is voor de culturele identiteit van alle groepen en daartoe hoort ook het respect dat men moet opbrengen voor de grote artiesten die de groep heeft voortgebracht. Tot nu toe is dat respect niet getoond, er is alleen respect voor het Sranangtongo en creoolse artiesten. Krampachtig wordt elke week een tape afgedraaid ingesproken in het Hindi door een persoon die denkt dat hij daarmee een groep aanspreekt, maar dat is duidelijk niet het geval. Precies zoals men de andere kant (de oppositie) beschuldigt van onzuiverheid en cosmetisch handelen in het binnenland, is ook hier sprake van onoprechte en geforceerde pogingen om de partij een nationaal karakter te geven. In de uitgebreide mediacampagne en ook op de staatstelevisie is niet te zien dat de grootste partij in wezen ook breed georiënteerd is. Het lijkt allemaal nog teveel op de NPS en de PNR uit de jaren ’50 en ’60.

error: Kopiëren mag niet!