Gelegenheidsoproep

dblogoOnlangs heeft de veroordeling in de Verenigde Staten plaatsgevonden van een Surinamer die zich aan strafbare handelingen schuldig gemaakt heeft. De veroordeelde is zoon van de zittende president van Suriname. Niet lang daarna wordt van oppositionele zijde in het parlement gevraagd om het op principiële gronden aftreden van de regeringsleider, die volgens opposanten de eer aan zichzelf zou moet houden. Wat in dit opzicht wel goed voor ogen moet worden gehouden, is de mate waarin principieel een consequente gedragslijn in het verleden is gevolgd. Het steeds terugkerend gebruik of gedrag in zekere situaties en onder min of meer identieke omstandigheden schept de traditie. Traditioneel gedrag is cultuur: ‘zo zijn wij hier, zo doen wij hier de dingen, zo gedragen wij ons, zo denken wij over feiten, gebeurtenissen en situaties’. In de politiek liggen zaken niet anders. Wanneer de oproep tot naleving in de politiek van waarden en normen wordt gedaan, moet het vaste gebruik zulks rechtvaardigen. Waar van de vaste gedragslijn geen sprake is doet het gelegenheidsgebruik zich voor. En ons politieke verleden is doortrokken van die grilligheden. Het zo dadelijk aftreden van een president van Suriname in verband een strafrechtelijke veroordeling van zijn zoon is een opvatting die op ethische gronden voor de hand ligt, doch die in een klimaat van een bevlekte en grillige politieke historie niet per definitie als vanzelfsprekend beschouwd kan worden.
De werkelijkheid
In deze tekst wordt volstrekt geen pleidooi in het voordeel van de huidige president gehouden. Wat hier wel speelt, is de vraag naar de wijze waarop in het verleden is omgegaan met voorvallen, die politieke consequenties zouden moeten hebben voor personen. Viel ooit een politieke ambtsdrager van zijn sokkel als bewindspersoon toen bleek dat zijn zoon betrokken zou zijn geweest bij wapendiefstal? Welke politieke ambtsdrager bleef ooit in functie, ook nadat bekend werd dat zijn zoon bij een vuurwapenincident betrokken was? Welke gevolgen heeft de beruchte financieel-comptabele fraude op het ministerie van Financiën gehad voor de bewindvoerder uit een voormalig regime? Men bedenke, dat frauderende ambtenaren toen wel achter de tralies werden weggezet. Ondersteuning van de pleger van de beruchte Ringweg- misleiding is zonder consequenties voor de toenmalige politiek machtige geweest. Wie in een klimaat van politieke reinheid een ander publiekelijk in elkaar trapt in het parlement, mag voor het leven niet meer in het politieke domein verschijnen. Wij weten waar de trapper nu is gehuisvest. Personen, met name gewezen politici met een vonnis, opgelegd door de plaatselijke rechter worden reeds tijden doodgemoedereerd opgenomen in politieke partijen als prominenten. Een schaamteloze vertoning in het parlement, nota bene door een vrouwelijke ‘groeiparel’ van haar gekoesterde politieke partij, geboekstaafd als het ‘rokschandaal’ heeft geenszins gevolgen gehad voor betrokkene. Bij hantering van de politieke reinheidscode was het lid in kwestie voor altijd de toegang tot de politiek ontzegd. Binnen de gelederen van het parlement vindt ten tijde van de verkiezing van de parlementsvoorzitter in 2010 verkiezingsfraude plaats, zonder consequenties evenwel voor de fraudeur. Grootschalige en kristalheldere vormen van corruptie zijn in het recente verleden omwille van consolidatie van macht bewust gedoogd. Het totale regime destijds ging onverdroten voort. Corruptie is verheven tot het vaste gebruik, de traditie, en daardoor getransformeerd naar cultuur:’ zo corrupt zijn wij hier, zo corrupt doen wij onze dingen, zo gaan wij om met elkaar’. Huichelaarsgedrag van degenen die thans hun schrille kreten uiten over het onmiddellijk aftreden van de heer D. D. Bouterse als president doen dat om hun leidsman te strelen. Elke politieke machthebber dient onverwijld af te treden in situaties die zijn of haar positie onhoudbaar maken. Zo hoort het. Recente gevallen in de Nederlandse politiek hebben dat ook aangetoond. Maar gelegenheidsopvattingen en het grillige gebruik als gevestigde cultuur scheppen geen basis voor een consequente politieke gedragslijn. De ethische politieke code voor ons land moet nog ontwikkeld worden. Vervolgens aan de traditie werken, waarna een klimaat is geschapen om een president of minister zo nodig op principiële gronden te vragen om af te treden. Aldus groeien wij naar politieke volwassenheid.
Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!