Geen reshuffling maar PMU SHP

Het nieuws van de reshuffling houdt de samenleving de laatste dagen bezig. Terecht stellen zelfs bepaalde coalitieleden dat een reshuffling niet de oplossing is voor de problemen waarmee wij zitten. De regeringen onder de huidige president worden gekenmerkt door vervangingen van ministers. Deze vervangingen hebben in zijn gehele periode in Suriname als regeringsleider plaatsgevonden. Over de laatste vervangingen moeten wij oordelen dat die niet ertoe hebben geleid dat het opeens beter ging in het land of op ministeries. In de meeste gevallen werd de status quo gehandhaafd en in een enkel geval werd de situatie zelfs verslechterd. We zeiden eerder dat Suriname het nu vooral moet hebben van productieministeries. Er kan veel meer komen uit deze ministeries. We merken de laatste dagen dat LVV positief de aandacht trekt over een aantal maatregelen. Opvallend is de actieve betrokkenheid van de minister in de integrale bundeling van de agrariërs in een federatie, waardoor de sector een beter klankbord krijgt. De situatie waarin Suriname nu zit, heeft te maken met het overall overheidsbeleid van de Surinaamse regering. Het probleem heeft te maken met een gebrek aan visie hoe het land tot ontwikkeling te brengen en hoe uit een crisis te geraken. Het strategisch kader om een programma uit te voeren heeft de huidige politieke constellatie echter niet ter beschikking. Economische architecten heeft de huidige politieke constellatie niet ter beschikking. Vanuit de ministeries van Suriname is er over het algemeen niet veel gekomen. Zo nu en dan wordt er op bepaalde ministeries bovengemiddeld gepresteerd op een bepaald beleidsgebied, maar over het algemeen is middelmatigheid de norm in Suriname. Het kader dat door de universiteit wordt afgeleverd is niet enthousiast en gemotiveerd. Men wordt op de universiteit allang niet meer opgevoed. De ontwikkelingsproblematiek van Suriname is niet aan de orde op de Surinaamse universiteit. Het gevolg daarvan is dat kader al snel verzandt op de verschillende ministeries en het gedragspatroon van de gemiddelde laag geschoolde ambtenaar overneemt en bijdraagt tot de ambtelijke middelmatigheid. Het hoger kader van de overheid dat ervoor moet zorgen dat ontwikkelingsprogramma’s, in samenspraak met de overige collega’s op andere departementen wordt uitgevoerd, is niet bereid en geschikt om het werk op te pakken. Het deel van het hoger kader dat wel prestaties levert is er wel maar klein. Het probleem van een ontwikkelingsprogram dat decennialang stagneert en een herstelplan dat nu niet van de grond zal komen, heeft te maken niet met het mismanagement van ministers, maar met het kader dat niet bereid is zich in te zetten en door jarenlange ledigheid ook arbeidsongeschikt is geworden. Het probleem van Suriname is een capaciteitsprobleem, dat met reshuffling niet zal worden verholpen. Over het algemeen zijn ministers niet directe vakdeskundigen op hun ministerie omdat ze daar niet jarenlang theoretisch en praktisch zijn gevormd. Ministers willen wel eens een nalatenschap achterlaten door klinkende en blijvende beleidsmaatregelen door te voeren zoals wetgeving en instituten. Dat is in enkele gevallen heel goed gelukt getuige de website van de DNA waar de aanhangige wetgeving wordt gepresenteerd aan het volk. Wanneer de regeringsleiding de ministers evalueert, moeten de prestaties en wapenfeiten niet uit het oog worden verloren. Breed door de overheid zal het een realiteit blijven dat de ambtenaren vooral die belast zijn met het ontwikkelen van ontwikkelingsprogramma’s en het uitvoeren en monitoren daarvan. Luiheid is een groot probleem binnen de ambtenarij en de problemen zijn verergerd sinds de lonen door de devaluatie van de munt zijn gedecimeerd. Het is terecht dat ook coalitieleden onderkennen dat reshuffling geen zoden aan de dijk zal leggen. De Surinaamse regering heeft geen geld om beleidsmaatregelen uit te voeren, met veel moeite worden de salarissen betaald. Er is nu geld van internationale banken en de besteding daarvan moet in handen worden gelegd van een Project Monitoringsunit die niet ad hoc maar full time bezig is om het herstel en stabilisatieprogramma uit te voeren. Deskundigen vanuit de ministeries die productief zijn, moeten anderhalf jaar uitgezonden worden naar deze PMU en worden extra gecompenseerd voor wat ze aan ervaring en vorming en groei zullen missen op hun afdelingen. Deze PMU moet de projectdossiers in samenwerking met de ministeries samenstellen en ministerie-overstijgend uitvoeren en monitoren. Deze PMU moet binnen korte tijd worden ingesteld en rechtsreeks rapporteren aan de president. Deze PMU moet zodanig worden gelanceerd en belast met bevoegdheden en taken, dat ze rechtsreeks in contact kan zijn met betreffende technische ambtenaren, zonder de storende hiërarchie en bureaucratie.

error: Kopiëren mag niet!