Elke Surinamer een gelijke kans

Het is mijn bedoeling om het volk over het algemeen en de beleidsmakers en uitvoerders in het bijzonder ideeën, c.q. oplossingsmodellen aan te dragen, die zij in het belang van land en volk in overweging kunnen nemen en waar en indien nodig deze ter uitvoering kunnen brengen. Men moet wel open staan voor kritiek, die echter niet altijd spontaan ontstaat.
Wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks en staat bloot aan allerlei op- en aanmerkingen.
De diverse inzenders van stukken ventileren op één of andere manier de grieven en wensen van het volk. Het is zeer aan te bevelen om de aangedragen suggesties in ernstige overweging te
nemen.
Suriname, een land groot 164.000 km2, heeft een kleine bevolking van bijkans een half miljoen. Uitgaande van de laatste volkstelling zijn er 541.638 inwoners. Er is heel veel rijkdom (natuurlijke hulpbronnen etc.) en het land moet en kán zondermeer een bloeiend land worden. Het hoeft echt geen tweede Dubai te worden, maar een betaalbaar en leefbaar land is toch wel het minste wat men ervan verwacht. Elke Surinamer moet onder normale omstandigheden een redelijk middenstandsleven kunnen leiden. Maar dan moet het volk echt wel gestimuleerd worden om actief te worden op hun kostgrondjes of te planten in potjes. Het ministerie van LVV moet wel plantjes tegen betaalbare prijzen ter beschikking stellen en de voorlichting optimaliseren.
Mau Tse Tung zei: “Maak China groen en als elke Chinees één boom plant, dan hebben we miljoenen bomen ”. In dit verband een citaat van Mahatma Gandhi: “De aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen, maar niet ieders hebzucht”.
Bovenal hebben wij leidinggevenden nodig met de nodige ‘know how’ en visie, maar het moeten vooral mensen zijn die het echt wel met het land menen. Niet omwille van eigen belang moet men een positie willen bekleden, terwijl men zich ervan bewust is dat hij / zij zich niet goed van zijn/haar taken kan kwijten. Denk bijv. aan: Julius Nyerere (Tanzania), Nelson Mandela (Zuid-Afrika), Mahatma Gandhi, Indra Gandhi en Jawaharlal Nehru ( allen van India), Benazir Bhutto (Pakistan), Fidel Castro (Cuba), Sukarno en Suharto (Indonesië).
Er is genoeg kader in ons land, zoek ze maar in de bij de groep van de ontheven topambtenaren; ze zijn er bij vrijwel elke partij te vinden en die kunnen na een gedegen screening wederom ingezet worden. Een afvloeiingsregeling voor het lager kader, dat steeds een groter “waterhoofd” wordt, kan ook een optie zijn om het logge ambtenarenkorps enigszins te minimaliseren. Door ouderen in de ambtenarij vandaag de dag geen dispensatie meer te verlenen, kunnen jongeren aan bod komen (geen nepotisme). Niemand is onmisbaar, zoals velen wel eens plachten te denken. Immers, de vele begraafplaatsen zitten momenteel ook vol met mensen die dachten dat zij onmisbaar waren.
Roy Harpal

error: Kopiëren mag niet!