Eenheid in verscheidenheid (Bhinnika thunggalika)

Eindelijk werd in 2010 getracht de zo begeerde eenheid onder de verschillende Javaanse partijen te bewerkstelligen. Echter, vanwege het dienen van het eigen belang en het veilig stellen van hun persoonlijke posities werd dit edel streven gedwarsboomd. Reeds vanaf de vroegere tijden van de oude bapak Iding Soemita en de beroemde Sadikin Djojoprajitno [ groep Salikin Hardjo ] was dit probleem al aan de orde en werd het lang en breed besproken. De heer F. Karsowidjojo [ van de SRI ] ondersteunde dit streven ook. Politieke machten speelden toen een grotere rol dan de edele gedachten. Het blijft een feit: bij het bedrijven van politiek ben je vrijwel altijd afhankelijk van derden. Het gevolg hiervan is dat het vormen van een goed gesmede eenheid onder de Javanen steeds met problemen gaat blijven zitten. Laatst nog was zulks merkbaar bij de oprichting van de politieke combinatie V7. Toen wilde men zowel de PL als de KTPI bij elkaar hebben, overigens een goed begin. Maar al heel spoedig rukte de KTPI zich, om nog steeds onduidelijke redenen, los van V7. De onderlinge strijd tussen de Javaanse partijen wordt volgens de secretaris van de KTPI oogluikend gedoogd. Aan deze slepende kwestie komt nog steeds geen eerlijk eind. Ook nu, in deze moderne tijd, staan de Javaanse groepen nog ver uit elkaar. De oproep van enkele aankomende politici om wederom te werken aan de eenheid onder de Javanen middels samenspraak en onderling begrip moet volgens hun tjampoor en koempoel gedachte nog eens goed bekeken worden. Immers bij het bedrijven van politiek wordt nu steeds het systeem van het begrip eerst mijn eigen belang dan jullie belangen bekeken, gehanteerd en uitgespeeld. Alle z g. leiders als Sapoen, Soewarto Moestadja , Waldy Nain, OesmanWangsabesarie en de bekende Willy Soemita hebben na 25 mei 2015 vrijwel nooit meer hun namen in de politieke arena laten horen, noch via hun achterban en ook niet in persoon. Slechts af en toe is de naam van Salam Somohardjo nog te horen wanneer zijn eigen belang geschaad werd. Maar verder niets meer dan dat. Sapoen en Moestadja worden gekarakteriseerd als overlopers die niets anders dan hun eigen persoonlijke politieke belangen hebben veiliggesteld als stille lid van de NDP en Moestadja als minister van Arbeid. De geschiedenis zal hen leren dat zij nimmer meer erkend zullen worden als voorlieden van de Javaanse groep; zij hebben immers hun eigen belangen steevast voorop gesteld boven al het overige. Zij hebben letterlijk hun eigen naam door het slijk gehaald. De Javanen zijn verbitterd. Jammer, want er is met veel geld gesmeten en misschien ook met posities. En toch is er nog steeds een belangrijke, maar kleine groep onder de Javanen die hun naam [nommo] en hun eer nog steeds hoog willen houden in deze samenleving. De tijd zal leren welke plaats zij in de komende jaren van onze politiekvoering zullen innemen.
Kadi Kartokromo

error: Kopiëren mag niet!