Een departement voor verspilling en andere zaken

Eten en amusement zijn de middelen bij uitstek om een volk rustig te houden, zodat het een verslechterende toestand niet opmerkt. Nyang, dringi en prisiri zijn de beste oogkleppen die de machthebber kan gebruiken voor volksmennerij. De afgelopen regeerperiode is op zeer sluwe wijze hiervan gebruik gemaakt. Uiteraard heeft ook de demagogische staatspropaganda bijgedragen aan de volksmisleiding. Verspilling en machtsmisbruik zijn zo een beetje de norm geworden. Daarom is het tijd voor een nieuw departement, om deze verworvenheden van de zittende machthebbers te institutionaliseren en te consolideren. Ook zaken als geschiedvervalsing en afpersing kunnen dan bij dit departement worden ondergebracht. Een fop-commissie van DNA kan jaarlijks een budget goedkeuren voor feest- en drinkpartijen of andere uitspattingen, met als restrictie dat die bij voorbeeld niet langer dan twee dagen en een nacht onafgebroken mogen duren. De verspilling kan zo gedisciplineerd worden voortgezet. De leiding van het departement zal uiteraard in handen komen van een goede vriend van de partij. Het mag desnoods een volkomen onbekende figuur zijn. Een hoge opleiding is ook geen must. De enige voorwaarde is dat op uitnodiging van de baas de kandidaat een grote portie eten en een fles whisky tijdens een maaltijd direct naar binnen moet kunnen werken. Het departement zal worden bemenst door overtollige ambtenaren en zal ook fungeren als sociaal vangnet voor de minder gefortuneerde vrienden van de partij. Het nieuwe departement zal de kroon zijn op het werk van de regering in de afgelopen vijf jaar. Het departement zal heten: het ministerie van verspilling, volksmisleiding en afpersing (MINVVA). Dit ministerie zal regelmatig cadeaubonnen en manden met lekkernijen uitdelen in de volksbuurten en in het binnenland, om de populariteit van de regering op peil te houden. Afzonderlijke personen zullen voor hun bijdrage aan de partij worden beloond met snoepreisjes. Dit alles verhoogt de kans dat de herkozen president in 2020 eindelijk levenslang krijgt.
Een afdeling van het departement zal worden belast met de proclamatie van eenmalige of permanente nationale vrije dagen. Dit om het idee van ‘Verdeeldheid in eenheid’ verder vorm te geven. Er zijn naar schatting nog zevenendertig nationale vrije dagen te verdelen, om te komen tot een gemiddelde van een vrije dag per werkweek, zeg maar een tweede zondag in de week. De bonte verzameling vrije dagen zal dan een weerspiegeling zijn van de bonte mengeling van belangengroepen. De buitenwereld zal verbaasd reageren: “zo een kleine bevolking en zoveel vrije dagen”. Maar de leiding zal in een brochure uitleggen: bij ons draait de economie niet het klokje rond. Wij doen het rustig aan en volgen een feestritme, daarom zijn wij het vrolijkste volkje onder de zon.
Een andere afdeling van het departement zal de taak krijgen om de geschiedenis te herschrijven. Alle pijnpunten zullen uit de geschiedenis worden verwijderd. Alleen datgene wat de eigenliefde streelt en politiek correct is, zal worden uitvergroot of desnoods erbij worden verzonnen. De sergeantencoup van 1980, een uit de hand gelopen ruzie over de oprichting van een militaire vakbond, en daarna de bloedigste geweldsuitbarsting en wreedste periode ooit in de geschiedenis van de jonge Republiek, zullen als de allernoodzakelijkste en weinig gewelddadige bevrijding van het bedreigde volk worden onderwezen aan de naïeve jeugd. De daders van die gruweldaden, die nog altijd vrij rondlopen, zullen tot helden worden bestempeld en hun leider zal worden geëerd met de titel ‘Vader des Vaderlands’. De historische straatnamen in het oude stadshart van Paramaribo zullen gaandeweg worden vervangen door onze eigen dingen. Ofschoon Suriname vooral uit bos bestaat met nog veel ruimte voor nieuwe straten, zal er toch haast worden gemaakt met de politiek correcte verfraaiing van de straatnamen in de binnenstad. De koloniale westerse symbolen zullen stilaan worden geëlimineerd. Het wapen van de West-Indische Compagnie op het presidentspaleis is al mooi toegetakeld met het nieuwe Wapen van Suriname. Op dat nieuwe wapen zijn de schilddragers plotseling niet meer de oorspronkelijke bewoners van Suriname, de Indianen. Die zijn vervangen door twee opgepompte figuren die mogelijk overeenkomen met het ideaalbeeld van degenen die dit hebben bedacht of goedgekeurd. Elk koloniaal symbool zal dus worden uitgewist, niettegenstaande dat we ons bestaan in het heerlijke en mooie Suriname te danken hebben aan die symbolen, anders zaten we nog opgesloten in achterlijke dorpen in Afrika, India, China en Indonesië. De commissie Kibrikibri zal de opdracht krijgen om het voormalige gouvernementspaleis, die grote witte smetplek in de geschiedenis van Suriname, met de grond gelijk te maken. Tezelfdertijd zal ook die oude marmeren koningin in de rivier worden gedumpt. Dergelijke handelingen zullen in de nacht plaatsvinden, net als bij een coup, zodat bij het krieken van de dag, terwijl het volk nog in verwarring knippert met de ogen, meteen kan worden begonnen met de nieuwe stoere geschiedenis. De beproefde werkwijze zal steeds worden ingezet: snel domineren en niet discussiëren. Op de lege plek van het paleis zal een revolutionair monument verschijnen dat ceremonieel door de heersers zal worden ingewijd. Tot slot (nu moet ik om me heen kijken en achter de hand fluisteren), komt er op het departement ook een geheim achterkamertje met aparte ingang speciaal voor ondernemers die niet eindeloos willen wachten op hun geld of een opdracht. De afdeling zal ‘De Tienden’ heten. De ondernemer draagt tien procent van de opbrengst af ten bate van de Grote Geliefde Leider en alles wordt in een mum van tijd geregeld. Het wachtwoord zal zijn: “trekken van de portemonnee/werkt hier als WD-40 spray”. De zaken zullen weer gesmeerd lopen.
D. Balraadjsing (uit Nederland)

error: Kopiëren mag niet!