Een analyse over verder verloop Decemberproces

Verstekverdachte en verzet

Titel III van het wetboek van strafvordering noemt in de 1e afdeling de behandeling ter terechtzitting. Nadat een verdachte een dagvaarding heeft ontvangen om op een bepaalde dag en uur te verschijnen voor de Kantonrechter of voor de Krijgsraad, heeft een verdachte die niet aangehouden en opgesloten is, de mogelijkheid om verstek te laten gaan en niet te verschijnen op de terechtzitting. Tegen een verdachte, die niet aanwezig is op de dag, genoemd in de dagvaarding en gedurende de behandeling van zijn zaak wordt er dan door de Rechter/Krijgsraad bepaald dat er verstek wordt verleend tegen die verdachte. De behandeling van de zaak gaat dan door, ook al verschijnt de verdachte niet. De behandeling geschiedt dan buiten tegenwoordigheid van de verdachte. Zijn advocaat kan dan aanwezig zijn en de behandelingen van de zaak doen. Maar het blijft een feit, dat het dan een verstekzaak is en een verstekzaak heeft bepaalde consequenties.
Indien gedurende de loop van de behandelingen van de zaak, de verstekverdachte verschijnt op de zitting, dan wordt het aan hem verleend verstek vervallen verklaard (art 263 lid 2 SV). Als het verstek vervallen, wordt verklaard dan begint het onderzoek op de zitting opnieuw. Het is dan geen verstekzaak meer want de verdachte die is verschenen heeft zijn verstek gezuiverd zeggen we.
In de zaak van het Decemberproces is er tegen de verdachten, die niet op de zitting zijn verschenen door de Krijgsraad een verstek tegen hen bepaald. Nu de Auditeur Militair zijn tweede beurt heeft gehouden is het 29 oktober de tweede beurt voor de advocaat van de verdachten en het laatste woord voor de verdachten. Er zijn namelijk kort genoemd vier fasen in de behandeling: het requisitoir van de Auditeur. Dan komt het pleidooi van de advocaat. Hierna komt het repliekrequisitoir van de Auditeur. En dan komt het dupliekpleidooi van de advocaat. De verdachte krijgt na deze fase het laatste woord. En als het onderzoek op de zitting gesloten wordt verklaard, dan komt het moment van vonnis.
Het laatste woord is genoemd in artikel 297 lid 4 wetboek van strafvordering. De verdachte kan zijn advocaat machtigen om het laatste woord te voeren of kan ook verstek laten gaan om het laatste woord te voeren. Er wordt dan een verstekvonnis tegen de verdachte gewezen.
Artikel 353 Sv bepaald dat het verstek vonnis medegedeeld (betekend) wordt aan de verdachte. Als de verdachte de eerste oproep cq de dagvaarding om op de eerste zitting te verschijnen niet persoonlijk had ontvangen dan geschiedt de betekening aan de verstekverdachte in persoon. Het Openbaar Ministerie moet daar zorg voor dragen.
En dan beginnen er termijnen te lopen. Als de verstekverdachte de dagvaarding, waarmee de zaak begonnen was persoonlijk had ontvangen, dan heeft de verdachte 14 dagen na de uitspraak de tijd om in verzet te komen tegen het verstekvonnis.
In andere gevallen loopt de termijn van 14 dagen vanaf het moment dat er een omstandigheid is, waaruit voortvloeit dat het vonnis aan de verdachte bekend is. Dat kan dus zijn de betekening c.q. mededeling van het verstekvonnis aan de verdachte.
En indien de verstekverdachte dan verzet aantekent tegen het vonnis, omdat hij het niet eens is met het vonnis dan beginnen er weer termijnen te lopen. Binnen 2 maanden nadat het verzet is gedaan zal de verstekverdachte dan opnieuw een dagvaarding ontvangen dat de zaak op de terechtzitting behandeld zal worden. Verschijnt de verdachte niet op de dag van deze nieuwe dagvaarding dan zal het verzet dat hij heeft ingediend vervallen verklaard worden. Het gewezen vonnis kan dan uitgevoerd worden.
Verschijnt de verdachte echter wel op de dag van eerste behandeling van zijn verzetzaak, dan begint de behandeling van de zaak geheel opnieuw. De behandeling is dan alsof er nimmer een verstekbehandeling is geweest. Getuigen kunnen weer opnieuw gehoord worden, verdachten worden weer gehoord. Het is ene geheel nieuwe behandeling van de zaak. En deze verstekzaak eindigt dan met een vonnis. En dat is dan geen verstekvonnis maar een vonnis waartegen het rechtsmiddel van hoger beroep voor mogelijk is. Is het een veroordelend vonnis en is de verdachte het niet mee eens, dan kan hij aldus hoger beroep tegen het vonnis aantekenen. De behandeling van de zaak zal dan in hoger beroep voortgezet worden.
Irene Lalji
Advocaat

error: Kopiëren mag niet!