Economische planning noodzakelijk

De polarisatie van de samenleving naar aanleiding van het regeerbeleid moet dringend achterwege worden gelaten. Er is veel ontevredenheid in het land, een klein deel van de mensen is op straat. Daarbij maakt men gebruik van een heel belangrijk recht dat men heeft in onze democratie, namelijk het recht van vrije meningsuiting. Onze grondwet bepaalt dat een ieder het recht heeft om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn gedachten of gevoelens te openbaren en zijn mening te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Dit laatste bepaalt dat dit recht begrensd kan worden door iemand anders recht, welke ook gehaald wordt uit dezelfde grondwet. Een ieder heeft volgens onze grondwet in Suriname recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering. Daarbij moeten bij wet vast te stellen bepalingen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en goede zeden in acht worden genomen. Verder wordt het recht van vreedzame betoging erkend. De uitoefening van dit recht kan in het belang der openbare orde, veiligheid, gezondheid en goede zeden bij wet aan regel en beperking worden onderworpen. Binnen dit kader hebben de burgers dus het recht om hun misnoegen over het sociaaleconomisch beleid kenbaar te maken en binnen dit kader functioneren ook de media. Wat de beleving van deze rechten betreft, die zeer bepalend zijn voor de kwaliteit van de democratie, hebben wij in Suriname een lange weg te gaan. Met name de regeerders hebben niet de cultuur om kritiek te verwerken en het bestaan en voorkomen daarvan te accepteren. Er wordt aandacht besteed aan kritiek, waarbij men in de verdediging gaat en polariseert. De mensen achter de beweging ‘Wij zijn Moe’ zijn al in verband gebracht met de oppositie en nu ook met het buitenland. Wat met het buitenland precies wordt bedoeld, is niet bekend, maar als we kijken naar onze geschiedenis dan komen op Nederland, USA en de CIA. Deze zouden in ons land coups hebben willen plegen. Voor betrokkenheid in verband met deze verdenking hebben personen in Suriname hun leven gelaten. In de afgelopen periode is ‘het buitenland’ ook schuldig geweest aan het beïnvloeden van de rechterlijke macht en de vervolging. De oppositie zou ook bestaan uit handlangers van ‘het buitenland’. Naast het buitenland en de wit’mang (naast ‘dem man nanga grati wiri), worden de begrippen kolonialisme en neokolonialisme ook heel vaak gebezigd om de politiekvoering acceptabel te maken. De verpersoonlijking van dat ‘buitenland’ het (neo)kolonialisme voor ontwikkelingslanden met nog restanten van een ‘progressieve nationalistische beweging’ is het IMF. De huidige politieke elite heeft zich sterk afgezet tegen het buitenland, maar is nu precies op het verachte punt beland. Als het ware wordt met beide handen toegegeven aan het vijandige buitenland. Alles dat tegen het huidige sociaaleconomische beleid is, waar men op de verkeerde plekken moeite doet om te besparen, dus symbolische maatregelen wil treffen, is gelinkt het buitenland. Maar de Surinaamse regering is met de deal met het buitenland de grootste liefhebber van het buitenland geworden. Dat betekent dat de politiek haar oorsprong heeft verloochend, maar naar binnen toe hard bezig is te polariseren. Dat is een basisvoorwaarde overigens om een grote mobilisatie bij de massa te voorkomen. Waarom we dit bovenstaande benadrukken, is omdat de verwarring bij de burgerij compleet is. We zijn vorig jaar naar de stembus gegaan en op een bepaalde wijze politieke draagvlak geboden. Vanaf die verkiezing is er drastisch veel veranderd, waardoor de regering dreigt om haar normaal functioneren als regering te verliezen. Wat we nog steeds ontberen, is een economisch plan met projecties die niet uit de duim zijn gezogen. We hebben een aantal ambassades in stand gehouden, en die zijn meer dan ooit nodig om Suriname te helpen de economie een bredere basis te bieden. De landbouw en het toerisme worden genoemd, er zou zelfs een landbouwmasterplan zijn, maar meer dan dat weten wij niet van dat plan. Dit plan moet gedeeld worden met de DNA en de bevolking, aangezien het niet gaat om militair strategische en staatsveiligheidsdata. Er is een landbouwmasterplan, maar bestaat het echt of is het alleen maar een kaft? Is het een plan met deadlines en projecten uitgekristalliseerd naar het bbp of is het een opsomming van wenselijkheden wat dient te gebeuren, maar niet wat zal gebeuren? In de agrarische sector is er veel ruimte om buitenlandse investeerders aan te trekken, de vraag is alleen waarom dit niet gebeurt. Een bottleneck is dat autoriteiten niet op transparante wijze bedrijven willen toelaten, in initiële fase willen deze ook individueel een graantje meepikken voor hun medewerking. Of plannen zullen later door Surinamers zelf worden uitgevoerd, wanneer ze de behoefte daartoe persoonlijk hebben. Tot nu toe blijven we in onze economische projecties zwaar steunen op goud en aardolie. Dat wordt bekritiseerd door burgers en dat is hun recht. Voor degenen die hier willen blijven wonen, is het pijnlijk om te ervaren hoe Suriname de kans onthouden wordt door eigen burgers om uit te groeien tot een grotere Caribische natie. Er wordt geld bij elkaar geschraapt, maar het kan nog niet worden aangenomen dat het bestemd is voor de economische productie. Er zijn geen plannen daarvoor.

error: Kopiëren mag niet!