Drugsbeleid revitaliseren

Er is weer cocaïne uit Suriname gepakt in een ander land, nu België. Deze cocaïne zou in een dubbele boden zijn verstopt van een vriescontainer waarmee bananen werd verscheept. Het gaat om meer dan 200 kilogram drugs. Enkele weken terug werd in Saramacca een duikbuit waarmee grote hoeveelheden drugs kunnen worden getransporteerd, aangetroffen. Enkele dagen daarna werd ook een helikopter aangetroffen, ook in Saramacca waar een degelijke landingsbaan werd aangetroffen op een groot lansbouwareaal. Opmerkelijk in deze zaak was dat de minister van Justitie en Politie ad interim en de politie zelf ook zich gehaast hebben om te verklaren dat in deze zaak geen Surinamers waren betrokken. Deze verklaring heeft nog meer bevreemding gewekt in de samenleving, omdat logisch denken leidt tot een aantal conclusies die de afwezigheid van het Surinaamse element uitsluiten. Inmiddels heeft, naar het schijnt, de minister zelf zijn functie neergelegd en kenbaar gemaakt geen interesse te hebben om minister te zijn in de regering. Deze minister is een jurist en heeft een achtergrond als politieman en docent op de politieopleiding. Hij heeft een behoorlijke staat van dienst opgebouwd als hoge functionaris bij de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven, in welke hoedanigheid hij een degelijke job heeft gedaan. Hij vermeed het niet om de tegenstelling, die er ook wel zijn in de economie tussen ondernemingen en werkgevers aan de ene kant en de vakbonden en de werknemers aan de andere kant, te benoemen. Daarbij waakte hij altijd ervoor dat de harmonie niet verloren ging. Als VSB’er heeft deze ex-minister dus de polarisatie vermeden. Zijn naam werd enkele keren genoemd als minister en op HI werd hij in staat geacht een goede job te doen en dat zou hij vanwege zijn academische en politieachtergrond zeker ook op Juspol kunnen doen. De drugszaak van Saramacca in verband waarmee de minister verklaringen aflegde en moest afleggen, die uiteindelijk bleken toch niet helemaal zuiver te zijn, hebben kennelijk gemaakt dat hij de motivatie verloor. Door DNA-leden die, omdat ze vers afkomstig zijn van het politieapparaat en nog een uitgebreid netwerk hebben, over meer informatie schijnen te beschikken, maar deze voor zichzelf houden, wordt wel in het algemeen veel nadruk gelegd op de drugsverwikkelingen die in opmars zijn geweest. Er worden schattingen en cijfers gepresenteerd die erop duiden dat de hoeveelheid onderschepte drugs, zonder een strenger controlebeleid, bijna is verdrievoudigd. Wanneer de pakkans, dus het percentage dat gepakt wordt, stabiel is gebleven, dan betekent dat, dat er meer drugs het land binnenkomst om te gaan richting de landen waar de drugs duur zijn. Dat zijn de landen waar de drugs door een beter politioneel systeem niet kunnen worden geproduceerd. Onder de minister van Justitie en Politie in de periode 2005-2010 werd de oorlog verklaard aan de drugssmokkel en ook de drugsproductie in Suriname. Die minister kreeg in zijn minister de politieke ondersteuning en ook ruimte om de strijd met de drugswereld aan te binden. Dit is de verklaring waarom de beveiliging rondom hem heen werd verveelvoudigd. Het beleid met betrekking tot drugs werd heel duidelijk in deze periode verwoord, de minister werd de personificatie van de strijd tegen de drugssmokkel in Suriname. Ook in regionale organen werd hij actief. Hij maakte zelfs indruk waardoor hij in een regionaal orgaan een hoge functie kreeg aangeboden aan het einde van zijn periode. Echter werden in Suriname ook pogingen ondernomen om het imago van de minister aan te tasten. Toen kwamen dubieuze banden van hem en met name zijn partner met een inmiddels vermoorde persoon met een twijfelachtig afkomst aan het licht. Door deze minister werden ook concrete pogingen ondernomen om het anticorruptiebeleid gestalte te geven, de anticorruptiewet werd door hem aan het parlement voorgelegd, die stuitte op verzet van met name 2 DNA-leden uit zijn eigen partij. Door deze minister werd ook het strategisch langetermijn en integraal veiligheidsplan voor Suriname voorgesteld, waarmee in de regeerperiode die daarna volgde, niet meer werd gedaan. Dit veiligheidsplan had een heel brede reikwijdte met veiligheidsbedreigingen van uiteenlopende aard. Ook de drugsproblematiek werd daarin beschreven. Wat we nu missen is het benadrukken van het beleid, waarvoor de regering staat wanneer het gaat om drugs. De regering heeft geen andere keus dan tegen de smokkel en productie van drugs in Suriname te zijn, omdat ze geen bedreiging wil vormen voor de veiligheid in andere landen. Suriname moet oppassen dat de landbouwsector en de andere weinige sectoren die nog kunnen exporteren, straks niet het slachtoffer worden van de drugs die met hun producten worden meegestuurd. De drugs zijn nu gevonden in een bananencontainer en de vraag rijst wat ons bedrijf dat bananen exporteert van deze container afweet. Het is zaak voor het bonafide bedrijfsleven dat exporteert om bij elkaar te komen en afspraken te maken met de regering en specifiek de douane- en havenautoriteiten dat hun exporten niet misbruikt worden voor drugssmokkel. Suriname heeft het al moeilijk om producten in Caricom af te zetten, omdat deze organisatie getoond heeft een grap te zijn en niet te geloven in vrije handel tussen de lidlanden. De markten die we nog kunnen betreden, moeten wij niet voor onszelf in gevaar brengen. Bovendien heeft de regering ook in internationaal verband de taak om samen te werken, opdat de veiligheid in andere landen niet in gevaar wordt gebracht.

error: Kopiëren mag niet!