Directeur LVV niet bevoegd om zeevisserijvergunning te verlenen

Suriname maakt zich in de zaak van de visvergunningen toch waar als land met veel voorkomende corruptie bij de overheid. We zijn op dit vlak niets meer en niets minder gebleken dan een bananenrepubliek met burgers en hoogwaardigheidsbekleders met een plastieken ruggengraat. In de media is bekend geworden dat aan Ros National Fishery een toestemmingsbriefje is gegeven door de wnd. directeur van LVV voor het in operatie hebben van 6 trawler visvergunningen. Ook is aan hetzelfde bedrijf toestemming gegeven voor 7 SK (Surinaamse Kust) visvergunningen en 3 SKB (Surinaamse Kust- en Binnenwateren) vergunningen. Deze vergunningen zijn verstrekt in juli 2017 door de directeur van het ministerie van LVV. Het bedrijf waar het om gaat, was eerder bekend onder de naam Jhaprim, in mei 2017 vond de naamswijziging plaats. En in dezelfde maand zijn de vergunningen aangevraagd. Nauwelijks na een maand zijn de visvergunningen verleend. De 34-jarige Zhang Xiaoxi, die de Chinese nationaliteit bezit, is bij de KKF bekend als de eigenaar/directeur van dit bedrijf. Twee Surinamers (Pengel en Khedoe) zijn opgegeven als onderdirecteuren. Deze zijn 40 om 28 jaar. De toestemming behelst dus niet 1, niet 2, maar in totaal 16 visvergunningen. De grote vraag rijst of de directeur (nog erbij waarnemend) bevoegd is om visvergunningen uit te geven dan wel te tekenen. In het stuk, dat nu in het openbaar rouleert, is te zien dat de waarnemend directeur op eigen autoriteit handelt en niet namens de minister van LVV. Ook staat er in de brief op basis van welke wet de functionaris zijn bevoegdheid uitoefent. Met deze brief van 13 juli 2017 wekt deze functionaris wel de indruk dat hij op basis van de wet en rechtmatig en bevoegd handelt. Volgens de Zeevisserijwet (artikel 14) vraagt de eigenaar of de reder van het vissersvaartuig de vergunning voor het bedrijven van de zeevisserij schriftelijk aan op een door de minister vast te stellen en gratis door de havenmeester te verstrekken formulier. Het is de minister van LVV, die volgens artikel 18 van de wet de vergunningen verleent en niet de directeur. De minister verleent de vergunning voor niet langer dan 1 jaar. Volgens artikel 20 van de Zeevisserijwet mag de minister (en niet de directeur) de vergunning ook intrekken op de gronden die in de wet zijn aangegeven. Voor de directeur van LVV zijn wel enkele administratieve taken weggelegd in de Zeevisserijwet, maar die houden totaal niet in dat hij de vergunningen verleent, hij maag niet eens aankondigen dat de vergunningen zullen worden verleend. De havenmeester is volgens de wet het hoofd ‘Haven en Loodswezen’ en het is vanwege wijzigingen in de publieke sector niet onmogelijk dat de MAS nu functioneert als de havenmeester. De dienst Haven en Loodswezen is waarschijnlijk opgeheven bij het instellen van de MAS. De minister van LVV mag de directeur van LVV niet belasten met het afgeven van visvergunningen of het nemen van besluiten daaromtrent. Deze bevoegdheid is niet gegeven in de Zeevisserijwet. De wet geeft verder aan dat de vergunning niet kan worden overgedragen, dus door de vergunninghouder niet kan worden doorverkocht, verhuurd of geleend. In geval van het verlenen van de vergunning deelt de havenmeester aan de aanvrager mee dat de origineel en het duplicaat van de vergunning te zijnen kantore kunnen worden afgehaald tegen gelijktijdige betaling van een in de wet genoemd bedrag. Wanneer de LVV-minister negatief beslist op een aanvraag tot het verlenen van de vergunning, deelt hij dit bij aangetekende brief mede, onder opgave van de redenen. Belanghebbenden kunnen dan binnen 30 dagen na de verzending van de afwijzende beslissing in beroep gaan bij het Hof van Justitie tegen de afwijzende beslissing danwel tegen de daaraan verbonden bijzondere voorwaarden of verplichtingen. Er moet totale transparantie komen in het visserijgebeuren in Suriname. De autoriteiten leggen verantwoording af in DNA (zoals oud-minister Algoe) zonder iets over de wet te zeggen. Men laat de wetgeving links liggen. De wet die gemaakt is in 1980, gaat wel uit van transparantie. Zo bepaalt artikel 10 dat er een openbaar ‘centraal visserijregister’ is. Een ieder kan tegen betaling van een wettelijk bedrag inlichtingen verkrijgen uit het centraal visserijregister. Verder zegt artikel 17 van de Zeevisserijwet dat elk jaar vóór 20 januari de LVV-minister in het advertentieblad van de Republiek Suriname alsmede in 2 dagbladen met landelijke verspreiding bekendmaakt het maximale aantal vergunningen dat in dat jaar per vis of vissoort zal worden uitgegeven, onder vermelding van de verdeelsleutel voor de geregistreerde vissersvaartuigen en voor de vreemde vissersvaartuigen. Bij de bekendmakingen maakt de minister tegelijkertijd de algemene voorwaarden openbaar, waarop de vergunning zal worden verleend. Deze algemene voorwaarden zijn onder meer de toegestane vangmiddelen en vangmethoden, de maaswijdten, de seizoenen alsmede de gebieden waarin gevist mag worden, de minimummaten van de te vangen vis, de maxima van de te vangen hoeveelheden vis, en de wijze van rapporteren van de visvangsten. Zij worden op de achterzijde van de vergunning afgedrukt. Het is dus duidelijk dat LVV-ministers de directeuren en ambtenaren de wet niet naleven en de wet onbesproken laten. In troebel water is het immers lekker vis vangen.

error: Kopiëren mag niet!