Een tipgever meldt Dagblad Suriname dat een dienstvoertuig van het Nationaal Archief Suriname (NAS) al maanden met een lekke band thuis in de privé-garage van een afdelingschef staat. Het voertuig, een Toyota Allion, is door de leiding van het archief al jaren aan de desbetreffende afdelingschef afgegeven, terwijl het instituut klaagt over het gebrek aan voertuigen. Dit bevoorrecht diensthoofd weigert volgens de tipgever de auto, ook al is zij met verlof, na drie uur achter te laten. Momenteel staan ook twee dienstauto’s defect in de garage op het NAS-terrein (een zwarte Toyota Ipsum en een grijs Nissan busje, dat aan het onderhoofd toebehoorde). Beide auto’s werden overigens, volgens de tipgever, ook voor privé doeleinden ingezet.
De dienstvoertuigen worden door het ministerie van Binnenlandse Zaken ter beschikking gesteld. Hoe de dienstauto’s moeten worden ingezet, is een aangelegenheid van het NAS. Het hoofd van het onderdirectoraat Algemeen Beheer van het ministerie laat weten dat zij van deze situatie niet op de hoogte is en het NAS in beginsel hieromtrent het woord zou moeten voeren.
Rita Tjien Fooh, directeur NAS, geeft aan dat de Toyota Ipsum defect is. ‘Vanwege een tekort aan financiële middelen kan het ministerie het voertuig niet repareren. Het Nissan busje is al afgeschreven. Beiden voertuigen staan daarom in de garage. De Allion ligt thuis bij een medewerker. Een band en de reserve band moeten gemaakt worden. Als ik het hiernaar toe moet slepen, dan moet ik ook betalen’, zegt Tjien Fooh.
Het overheidsbeleid is dat ambtenaren die geen onregelmatige werktijden hebben, hun dienstvoertuigen na drie uur ’s middags op het ministerie moeten achterlaten. Slechts medewerkers die ten behoeve van de dienst ook buiten de reguliere werktijden mobiel moeten zijn, mogen het dienstvoertuig 1 maal 24 uur ter beschikking hebben.
Dienstvoertuigen van Binnenlandse Zaken blijken geen GPS te hebben, waardoor niet alle bewegingen gevolgd kunnen worden. Er is bovendien geen controlesysteem opgezet bij het verstrekken van brandstof. Het personeel moet werkzaamheden met eigen voertuigen verrichten en de irritaties daaromtrent liegen er niet om. Het probleem met de eerst genoemde Allion is zo eenvoudig dat de vraag rijst waarom een band niet gekocht kan worden. Het diensthoofd aan wie het voertuig was gegeven, gebruikt nu haar eigen auto, omdat zij ook weigert een band te kopen. De onderdirecteur Algemeen Beheer van het ministerie vermeldt wel dat de reparatie van de dienstvoertuigen een aangelegenheid van de afdeling is, maar zegt dat men eerst van de zaken op de hoogte moet zijn. Tjien Fooh geeft aan dat het ministerie wel degelijk op de hoogte is gesteld van het uitvallen van alle dienstvoertuigen.
‘Ik kon het geld voorschieten, maar als ik niet weet of ik het geld terugkrijg, kan ik dat niet doen. Dit alles heeft met het tekort aan financiële middelen te maken. Als ik de zekerheid had dat ik mijn geld terug zou krijgen, dan had ik het voorgeschoten. Dit is bekend bij het ministerie, dus wachten wij rustig af’, aldus Tjien Fooh.
Kavish G.
