Decentralisatie en transparantie grootste uitdaging Atletiekbond

Over enkele dagen zijn er bestuursverkiezingen bij de Surinaamse Atletiek Bond (SAB). Er is weer onenigheid bij de al getergde SAB. Het is voor de derde keer op een rij dat een bestuur zijn termijn niet gaat uitzitten Er zijn nu twee kandidatenlijsten die zullen meedingen voor leiding bij de bond. Vriesde heeft heel veel internationale verworvenheden gehad als atleet en daarom werd haar verkiezing tot bestuursvoorzitter ook wel toegejuicht. Vriesde had in haar periode als atleet niet altijd een warme band met de bond, het klikte niet altijd. Ondanks klinkende internationale prestaties die moeilijk te evenaren zijn en ettelijke internationale records, leek het er zwaar op dat zij niet de erkenning en ondersteuning in Suriname kreeg dat zij als vertegenwoordiger en drager van de Surinaamse vlag verdiende. De Atletiekbond werd door sportliefhebbers in Suriname kwalijk genomen voor zijn lakse houding tegenover deze wereldatleet. Gelukkig zijn er personen geweest, onder wie haar trainer De Oliviera, die haar hebben gestimuleerd en het talent ontdekt. Het was bij momenten pijnlijk om te zien hoe een Surinaamse bleef uitkomen voor Suriname, records verbrak en internationale en regionale klinkende prestaties neerzette, maar de erkenning bij de bond miste. Bij momenten was er meer erkenning en ondersteuning van de Nederlandse bond. Tegen deze achtergrond had de uitverkiezing van Vriesde tot bondsvoorzitter een extra dimensie. Vlak voor de verkiezingen toen was er veel controverse over het uitzenden van vertegenwoordigende atleten naar een internationaal toernooi, waar de indruk zelfs was ontstaan dat er sprake zou zijn van rancune en het hanteren van minder objectieve standaarden. De overname door Vriesde, na een mislukte poging eerder, was omgeven met hoge verwachtingen, mede vanwege haar eigen ervaringen met de Atletiekbond. Een evaluatie leert echter dat er geen drastische stimuleringsmaatregelen zijn getroffen door het bestuur onder Vriesde. De internationale ervaring kon gebruikt worden om de pijnpunten en de essentiële aspecten van een goed atletiekbeleid te promoten. Het puilt uit van talent in Suriname en het talent is vanwege de urbanisatie steeds meer dichterbij Paramaribo komen wonen. Zusterlanden als Jamaica, Bahamas, Barbados en Trinidad en zelfs de kleine eilanden presteren heel goed internationaal en behoren tot de wereldtop. Talent van even goede kwaliteit is aanwezig in Suriname, van zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht. Om dat talent te herkennen, is het oog van een half geoefende kenner al genoeg. We zien dagelijks in de verschillende buurten atletiekpotentie voor onze ogen langslopen, op weg naar of van de school, maar soms ook gewoon aan het slenteren op straat vanwege slechte huisvesting. Een klein deel van het talent wordt benaderd of wordt gestimuleerd op weg naar een atletiekvereniging. De rest is weer onderdeel van de vele verloren kansen van Suriname. De Atletiekbond is nog steeds te introvert, naar binnen gekeerd en niet in staat om landelijk een programma uit te voeren gericht op betere Surinaamse atletiekprestaties. Suriname kent bijvoorbeeld een aantal vaste atletiekclubs en daar zijn in het afgelopen decennium niet veel bijgekomen. Surinamers houden van voetbal, maar atletiek ligt hen ook. Dat blijkt uit de wijze waarop men atletieknummers volgt van internationale toernooien die op tv te volgen zijn. Atletiek zou mede vanwege de presentatie van de Jamaicaan Usain Bolt niet gezien worden in Suriname als een tweederangs sport onder voetbal. Er is al een zeker besef bij de Surinamer, maar de status van atletiek moet ook actief gepropageerd worden door de bond. De LO-programma’s op de voj en vos hebben atletiekprogramma’s, maar geen voetbal bijvoorbeeld. Het een en ander heeft te maken met de onderwijscultuur en de feminisering bij het onderwijzerskorps. Voor de atletiekbond is het derhalve gemakkelijker om ingang te vinden bij Minov en gezamenlijk programma’s te ontwikkelen, gericht op scouting en verhoging van de organisatiegraad. Wat het laatste betreft, moet gesteld worden dat bijvoorbeeld Wanica en ook Paramaribo Zuid behoefte heeft aan een paar op de omgeving gefocuste buurtverenigingen. Atletiek mede gestimuleerd vanuit Minov zou ook aanslaan in Commewijne, Saramacca en Nickerie, maar ook de andere districten. Veel talent is er ook in Sipaliwini, Brokopondo en Marowijne waar men in samenwerking met bedrijven de organisatiegraad kan verhogen en faciliteiten kan laten aanleggen. In Marowijne is er een opkomst met de oprichting van een club, maar ook bij atletiek zien we dat men zich meer associeert met het district dan met het land op zich.
Het grootste probleem waarmee de SAB kampt, is transparantie. De gemeenschap weet niet wat er gaande is bij deze bond. Heel vaak zijn er ook spanningen en conflicten, waarbij het de burgerij moeite kost om de beweegredenen van de partijen te vatten. Er is teveel ruzie in een bond die zijn huiswerk nog nooit heeft gemaakt. Ook nu is er eens scheiding in het bestuur, maar wat de punten die partijen scheiden is, weet de gemeenschap niet. Kennelijk heeft het te maken met de sport die een individuele is, waarbij het ego dominanter meetelt dan bij teamsporten. Atleten zijn bezig met zichzelf en de resultaten worden niet als team bereikt, alhoewel er wel trainers en begeleiders zijn. Het individuele karakter van de sport moet niet ertoe leiden dat ook de bond introvert is en niet communiceert. Tussentijdse verkiezingen zijn niet goed voor continuïteit van beleid. De media moet meer aandacht besteden aan het reilen en zeilen bij de SAB, waardoor er toch communicatie is met de gemeenschap. Het is tijd voor een grondige bestuurlijke vernieuwing bij de atletiekbond, met bestuurders die weten wat het betekent om samen te werken en om water bij de wijn te doen. De SAB is tot nu toe niet goed uit de verf gekomen.

error: Kopiëren mag niet!