De milieuleugen van Suriname

Enkele dagen terug is in Suriname een klimaatconferentie met mooie verhalen afgesloten. Er is een grote gap tussen de verhalen op de conferentie en de realiteit van het Surinaamse milieu. Er is op het Onafhankelijkheidsplein door een milieuactivist gepleit voor behoud van het bos. Het regime dat aan de macht is, is niet voor het milieu maar tegen vernietiging van het milieu. De huidige regering hecht geen waarden aan het behoud van het bos. Men ontbeert de kennis om dat te doen. Het bewijs van de onwetendheid is de belofte aan de vervuilers en vergiftigers van Suriname bij de behandeling van het Minamataverdrag, dat ze nog jaren ongestoord hun vernietiging kunnen voortzetten. Suriname houdt vol een van de groenste zo niet het groenste land ter wereld te zijn. Die claim maakt men niet op basis van een groen beleid dat ingebed is in het Ontwikkelingsplan bijvoorbeeld, maar puur op basis van het feit dat er een hoeveelheid bos op het Surinaams territoir voorkomt. Dus in percentages van de oppervlakte van het Surinaams territorium. Maar kloppen de cijfers wel? Behoort Suriname nog tot de landen met hoge bosgraad en lage ontbossing? Als we kijken naar de kaart waarop alle concessies voor de mijnbouw en houtkap zijn aangegeven, dan zien we dat minimaal 35% van het Surinaams territorium uitgegeven is. Dat betekent dat het cijfer van 93% straks kan blijken een grote leugen te zijn, waaraan enkele nationale en internationale milieuorganisaties bewust of onbewust meewerken. Hoe is het mogelijk dat zoveel Surinaams grond is uitgegeven in concessies voor exploratie en exploitatie en men blijft beweren dat Suriname voor meer dan 90% nog uit bios bestaat? Wie speelt de gegevens door aan de VN en haar milieuorganisaties? Het ministerie van NH en met name de minister is geen betrouwbare bron om zulke gegevens te rapporteren. Hij is verschillende keren betrapt op het niet vertellen van een consistent verhaal. We zien in Suriname een uiterst slappe houding van nationale instituten als Nimos, maar dat is een overheidsstichting waar er sprake kan zijn van broodvrees bij de directieleden. Die worden namelijk benoemd, geschorst en ontslagen door de regering. Het Nimos is dus geen onafhankelijk orgaan, het is meer een verlengstuk van de regering. Het Nimos gaat er waarschijnlijk van uit dat de samenleving niet al te hoge verwachtingen van dit instituut mag hebben. Hetzelfde geldt voor LBB, die ook een overheidsstichting is en waar dezelfde broodvrees bij de directie bestaat. Het is de minister van NH die al de vergunningen en concessies uitgeeft aan binnenlandse en buitenlandse aanvragers. Heeft Suriname er belang bij om nog te horen bij de kleine lijst van landen met hoge bosgraad en lage ontbossing? Als Suriname gaat voor een groen beleid, dan is het een economische zaak en business om bos te behouden. Dat is voordelig voor de staatskas. Voor burgers die op oneerlijke wijze rijk willen worden, wordt het iets moeilijker maar niet onmogelijk om aan dat geld te komen. Maar veel gemakkelijker is het om direct aan het geld te komen dat het bos oplevert. Dat is door overal te graven naar goud, het milieu te vervuilen en de lokale bevolking te vergiftigen. Het is ook gemakkelijk om de bomen allemaal om te kappen en te verkopen. Het geld houdt men dan direct in zijn/haar zak. Het is opvallend dat de organisaties, die verlengstukken van de overheid zijn of zaken met de overheid doen, een milde houding aannemen tegen de regering. Men is bang voor de agressieve toon die gezet is tegen personen en organisaties die kritiek hebben op besluiten en handelingen van de regering. Behalve broodvrees is er ook een angst om in het kamp van de vijanden te belanden. Er is daarom een verschil te zien in de toon die neutrale waarnemers aanslaan en de toon die officiële organisaties aanhouden. Dat maakt dat de regering, in deze NH, normaal doorgaat met de verkaveling van Suriname. Er is door een milieuactivist geklaagd over de slappe houding van de regering in het verkrijgen van een compensatie. Het kan niet zo zijn dat we moeten wachten op compensatie om onze bossen te beschermen. Onze regering moet zich schamen om zulke uitlatingen te doen, want met zulke uitlatingen geef je aan dat als je zulke compensaties niet krijgt, onze bossen verder vernietigd worden. Hij is verder van mening dat zolang de corruptie hoogtij viert, Suriname geen aanspraak zal maken op de financiële vergoedingen. Op satellietfoto’s is duidelijk te zien hoe onze bossen zwaar vernietigd worden. Volgens de milieuactivist wordt het bos in hoog tempo, vooral door Maleisische en Chinese houtkapbedrijven, van de kaart geveegd. De binnenlandbewoners, waaronder de inheemsen, zijn aan de grillen van de regering overgeleverd en dat kunnen wij niet langer toelaten. De mensen staan machteloos en kunnen niets anders dan toekijken hoe hun leefomgeving wordt vernield. Ze moeten toekijken hoe hun water en vissen worden vernietigd en vergiftigd met kwik. En hier in de stad doet men alsof het om hout gaat. Men kon vroeger het water uit de rivieren drinken. Tegenwoordig is het allemaal gif. Ook het argument dat skalians het kwik verwijderen, is bij de activist in het verkeerde keelgat geschoten. Ook de oppositie laat het afweten. Een vertegenwoordiger van de Wayana’s heeft ook geprotesteerd. Als bewoonster van een dorp, dat onderdeel is van een concessie, zei ze dat de bewoners geen vlees en vis meer kunnen eten omdat deze kwik bevatten.

error: Kopiëren mag niet!