De buitenlandse vijanden van Suriname

Het valt niet te ontkennen dat hoewel de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname in 1975 meer dan een gebiedende eis van de tijd was, zij tevens de voorwaarden voor een ontwikkeling inhield die uiteindelijk tot de ingreep van militairen in 1980 heeft geleid. Dit heeft alles te maken met de manier waarop Suriname onafhankelijk is geworden. Bij de politieke leiders van toen ontbrak er een inhoudelijk concept van onafhankelijkheid als mentaal proces dat uiteindelijk zou moeten leiden tot een nieuwe en bewust gekozen ordening van staat en maatschappij. Het gevolg daarvan was een beginselloze politiek na de onafhankelijkheid en slechts gebaseerd op machtsbehoud en monopolistisch behoud van de greep van het overheidsapparaat (NPK 1 en NPK 2: lees de NPS).
Een staatkundige onafhankelijkheid dat niet geschraagd werd door een ideologische visie, een duurzame ontwikkelingsvisie, met ontwikkelingsdoelen, met een nieuwe sociaaleconomische ORDENING van de nieuwe republiek Suriname. Het was en is slechts een voortzetting van een opportunistische en corrupte overheidsbeleid met een overvolle onproductieve ambtenarenapparaat. Hierbij was de belangrijkste prioriteit van alle machthebbers: het aan de macht blijven. Zeer zeker daar na de onafhankelijkheid de Nederlandse geldkraan en geldstroom zijn weg naar Suriname zou vinden.
Op een congres gehouden door ARJOS in Utrecht omstreeks februari 1975 hebben diverse prominente deskundigen hun mening gegeven over de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname. Ik citeer hun mening in het kort hieronder.
Drs. Jan Pronk: “..de economische toekomst van Suriname ziet er erg somber uit. Als ik zeg dat dat politieke autonomie zou moeten worden opgevolgd door een proces van economische verzelfstandiging dan zeg ik iets waarvan ik weet dat het niet kan. Omdat geen enkel land economisch zelfstandig is en Suriname het helemaal niet zal worden omdat het te klein is. Het is economisch gezien een land dat over zo weinig inwoners beschikt dat het nooit helemaal zal lukken. Zelfstandig beslissingen nemen over investeringen en over productie. Het is een te klein land om zich echt te kunnen wapenen tegenover machtsgroepen zoals importeurs en particuliere investeerders, omdat de binnenlandse besparingsquote gewoon te gering is. Kapitaalsintensieve investeringen uitsluitend gebaseerd op de mijnbouw gericht op export zal resulteren in een complete afhankelijkheid van het buitenland….; aldus de econoom en destijds de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Jan Pronk.
Prof.G. de Bruine: “..heeft ook zijn twijfels over Suriname’s toekomstige economische overlevingskansen. Suriname is een klein land, althans naar economische maatstaven gemeten en heeft en tamelijk geisoleerde positie in het Caraibisch gebied ten opzichte van zijn buurlanden. Juist die positie van Suriname als klein en arm land doet vermoeden dat het ook als politiek onafhankelijk land, economische sterk afhankelijk zal blijven van het buitenland. Met andere woorden het zal zijn hele economische ontwikkelingspolitiek moeten instellen op blijvende kontakten met het buitenland…”; aldus Prof. De Bruine, socioloog en destijds medewerker aan het Sociografies Instituut van de Universiteit van Amsterdam.
Prof. H.Brandsma: “.. heeft in die tijd als econoom onderzoek gedaan naar factoren die de economische mogelijkheden voor Suriname ernstig verkleinen.
De belangrijkste hiervan is de politieke structuur, voornamelijk belichaamd in de overheid. Daarmee bedoel ik de combinatie van politiek stelsel zoals dat in de praktijk werkt en het ambtenarenapparaat. Het politiek stelsel dat in de praktijk werkt laat zich het best beschrijven in de termen van patronage. Een “voor-wat-hoort-wat- systeem” dat eigenlijk overal in de politiek in bepaalde mate aanwezig is, maar in Suriname vrij sterk werkt. Dat heeft te maken met etnische verdeeldheid van de politieke partijen en ook met de kleinschaligheid van de economische sectoren. Die politieke patronage gaat heel ver.
Het is een arm land met politieke partijen, waarvan het grootste deel der leden niet contribuerende leden zijn omdat zij niet kapitaalkrachtig zijn. Hierdoor zijn de inkomstenbronnen van de politieke partijen zeer gering. En de verkiezingscampagnes moeten betaald worden! Het geld moet dus elders vandaan komen w.o. uit bepaalde groepen van het bedrijfsleven en die doen dat niet uit filantropische overwegingen. In een dergelijk systeem krijg je een aan handen en voeten gebonden overheid die zich niet kan losmaken van het bedrijfsleven en daarmee niet van de import en daarmee economisch niet erg onafhankelijk van het buitenland….”; aldus Prof. Brandsma.
Een analyse van 42 jaar staatkundige onafhankelijkheid leert ons dat Suriname tot driemaal toe door het systeem van politiekvoering van onze politieke leiders en machthebbers reeds driemaal compleet bankroet is gemaakt, met zeer hoge binnenlandse en buitenlandse staatsschulden opgescheept zit, een zeer hoge onbeheersbare inflatie, dagelijks waardedaling van de Surinaamse munt. Suriname is vervallen tot een staat waarin stilstand, achteruitgang, armoede te zien is. Alwaar grootschalige onbeheersbare staatscorruptie, het graaien van staatsmiddelen, graaien in staatsdeviezenpot, graaien en roven van de staatskas, en staatsdomeingronden vanaf 1975 tot en met heden welig tiert en straffeloos cultuur is geworden. Alwaar de parlementaire democratie is uitgehold en alle democratische –rechtstatelijke principes diep in de bodem zijn begraven.
Dr. Jules Sedney: “..het is waar dat de politiek verdeelt. Het is ook waar dat de Surinaamse politiek verdeelt langs lijnen van ras en cultuur, maar de drang van mensen om zich op grond van deze affiniteiten bij elkaar aan te sluiten, hoeft op zich geen beletsel te zijn voor het nastreven van nationale doelen en het koesteren van nationale idealen. Kortom etniciteit staat natievorming niet in de weg. De verbroederingspolitiek van Pengel (NPS) en Lachmon (VHP) hadden destijds als resultaat: politieke stabiliteit en pacificatie (rust, vrede, verzoening) van de Surinaamse samenleving ”, aldus Doctor Sedney, blz. 16-18 van zijn boek.
Leendert Doerga

error: Kopiëren mag niet!