De bank

Een bank is een bekend fenomeen in het straatbeeld en toch weten veel mensen niet wat een bank precies doet. Bij een van mijn bezoeken aan de bank hoorde ik enkele mensen schelden op de dames achter het loket omdat ze niets begrepen van de nieuwe maatregelen. Het drong niet tot ze door dat de dames en heren achter de loketten slechts de uitvoerders zijn van de beslissingen die door hogerhand worden genomen. Schelden op hen is dus niet terecht.
Een vaak gehoorde uitspraak is dat geld te vergelijken is met mest, het is alleen goed als het wordt verspreid. Banken verspreiden dat geld, ze zorgen dat de vraag naar geld en het aanbod van geld in een land bij elkaar komen. Zij innen dus het spaargeld van klanten en gebruiken dit onder andere om leningen en hypotheken te verstrekken of om ermee te beleggen. Het geld van de spaarder wordt dus als ‘t ware geleend aan de bank. Hiervoor ontvangt de spaarder een vergoeding, in de vorm van de spaarrente die de bank geeft. Voor leningen en hypotheken vragen de banken dan weer een rente die hoger is dan de spaarrente, waardoor het uitlenen van geld voor banken rendement oplevert. Ook bij beleggen is het de bedoeling dat het geld meer oplevert dan dat het kost. Op deze manier verdienen banken dus aan je spaargeld en aan het geld van beleggers.
Maar wat doet een bank precies met je spaargeld? En hoe kan het dat de ene bank een veel hogere spaarrente biedt dan de andere?
In werkelijkheid lenen banken veel meer geld uit dan dat zij in kas hebben. Daarom geldt er een voorwaarde die zegt dat banken een bepaalde kapitaalratio moeten aanhouden. Dat houdt in dat ze een bepaalde hoeveelheid eigen vermogen moeten hebben dat als buffer kan dienen om eventueel niet (volledig) terugbetaalde leningen op te vangen. Stel dat een bank een kapitaalratio van 10 procent heeft, dan houdt dat in dat ze voor elke 100 dollar die ze uitleent 10 dollar daadwerkelijk in kas heeft.
Ondanks dat de meeste banken in grote lijnen hetzelfde handelen, ontstaan er toch grote renteverschillen tussen banken. Dat heeft te maken met het rentebeleid van de bank. Banken willen natuurlijk zo goedkoop mogelijk geld aantrekken. Dat doen ze door een lage spaarrente te bieden. Maar als de rente te laag is, lopen ze het risico dat spaarders hun geld liever storten bij een andere bank met een aantrekkelijkere rente. In dat geval ontstaat er een tekort in kas om de leningen en hypotheken te financieren en kunnen ze dus niet genoeg verdienen. Daarentegen streven banken er ook naar niet een te hoge rente aan te bieden. Hoe meer ze betalen voor het aantrekken van spaargeld, hoe meer ze terug moeten verdienen. Dit gebeurt doorgaans door de leen- en hypotheekrentes te verhogen. Maar als de bank die rentes te ver verhoogt, kiezen klanten voor leningen en hypotheken van de concurrent met een lage rente. Banken proberen daarom altijd de juiste balans te vinden en houden hierbij de concurrenten scherp in de gaten.
Naast het rentebeleid van banken beïnvloeden meerdere factoren de rente van de bank. Een voorbeeld hiervan zijn de operationele kosten. Een kleine internetbank heeft bijvoorbeeld minder kosten aan personeel en kantoorpanden dan een grote bank met vele lokale vestigingen. Hierdoor kunnen zij een hogere spaarrente bieden. De concurrentie van deze kleine partijen zorgt dus voor dynamiek op de markt. Dit gebeurde rond het moment dat de Centrale Bank van Suriname kosten bij de banken in rekening had gebracht voor het uitvoeren van girale betalingen in Surinaamse Dollars in het interbancaire betaalsysteem SNEPS (Surinam National Payment System). Verschillende bankinstellingen brengen ook kastransactiekosten in rekening voor opnames en stortingen van Euro’s en USD-dollars.
Wat doet een bank nog meer?
Behalve vraag en aanbod van geld bij elkaar brengen, heeft een bank nog twee andere belangrijke taken. Namelijk bemiddelaar zijn en betalingsverkeer mogelijk maken.
Banken zorgen ervoor dat je gemakkelijk geld over kan maken naar andere particulieren en bedrijven. Ook maken banken betaling naar en vanuit het buitenland mogelijk. Banken verdienen geld aan deze rol door de kosten die ze in rekening brengen voor betaalrekeningen en voor bepaalde transacties en overboekingen.
De rol als bemiddelaar is de laatste jaren steeds belangrijker geworden voor banken. Zij adviseren klanten bij hun financiële keuzes, zoals advies over beheer van vermogen, hypotheken en pensioenproducten. Daarnaast geven banken advies en begeleiding bij beursgangen en fusies van bedrijven. Voor deze diensten brengt een bank kosten in rekening, waardoor de bank ook weer geld verdient.
Hoe ziet de balans van de bank eruit?
De balans van een bank bestaat dus uit twee kanten: Op de linkerkant of activakant staan de bezittingen. De rechterkant of passivakant geeft de schulden weer. Op de activakant van een bankenbalans staat hoeveel leningen de bank heeft uitgeschreven, welke obligaties hij in portefeuille heeft en hoeveel gestructureerde producten. Ook de waarde van de gebouwen staat erin genoteerd. De som van alle activa (en ook van alle passiva) noemt men het balanstotaal.
Op de passivakant staat bovenaan het eigen vermogen. Eigen vermogen is geld waar een bank in principe onmiddellijk over kan beschikken.
Onder het eigen vermogen staat het vreemd vermogen. Hierin zit bijvoorbeeld het spaargeld (deposito’s) van de klanten, maar ook het geld dat een bank leent bij de centrale banken en op de financiële markten om zijn balans te financieren. De verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal wordt de leverage (hefboom) genoemd. Dit is het aantal keer dat een bank zijn eigen vermogen in de markt heeft uitgezet.
Wanneer een bank zijn eigen vermogen wegvreet uit de rechterkant van haar balans, moet ze dat eigen vermogen ook meteen weer aanvullen om aan de kapitaalvereisten te kunnen voldoen en solvabel te blijven. De Centrale Bank van Suriname houdt hierop toezicht.
Stand van zaken in Suriname
In verband met de crisis in Suriname besloten enkele banken om enkele nieuwe regels te lanceren:
– Er werden extra kosten in rekening gebracht voor transacties. De verklaring hiervoor was om cash betalingen te ontmoedigen en klanten aan te sporen meer gebruik te maken van internetbankieren en pin- automaten. De rekeninghouder vond de kosten die in rekening werden gebracht bij opnames of leningen begrijpelijk, maar de kosten t.a.v. stortingen erg onrechtvaardig. Een storting betekent namelijk dat de bank geld van jou krijgt om mee te handelen, dus is het dubbel op als over dit geld nog kosten in rekening worden gebracht.
– Er moest documentatie worden overhandigd over de herkomst van stortingen in vreemde valuta omdat banken verantwoording moesten afleggen aan de Centrale Bank. Dit was een redelijk verzoek.
– Stortingen in valuta boven een bepaald bedrag werden niet meer geaccepteerd. Cliënten moesten ook een handelingsfee van drie procent betalen voor eurostortingen. Gevolg onbegrip en verwarring.
Deze regels hadden veel gemopper en onrust kunnen voorkomen als de banken transparanter en duidelijker waren geweest in hun verklaring over rechtvaardiging van de extra kosten die zij in rekening brachten. De regels moeten niet alleen op een aanplakbiljet worden gepresenteerd, maar ook een uitleg hieromtrent zou veel onbegrip hebben voorkomen. Door deze onduidelijkheid ging de leek speculeren:’ de banken komen er financieel niet meer uit en proberen daarom door middel van die extra kosten, over onze ruggen de gelden toch binnen te halen.’ Banken moeten eerlijk zijn naar de burgers toe. De Centrale bank van Suriname had de banken veel strakker moeten controleren en erop moeten toezien, dat de banken de internationale regelgeving strakker in acht hadden genomen.
De hamvraag is wie zullen het meest te lijden hebben onder deze maatregelen van banken die leiden tot extra kosten?
Malafide ondernemers zullen bij verscherpte anti-money laundering regelgeving voor vreemde valuta, de klappen niet voelen, maar de gewone burger wel. Dealers in drugs weten altijd hun geld wit te wassen en in kleine delen naar de bank te brengen. Met deze nieuwe ontwikkeling bij de banken, kunnen burgers besluiten om hun geld thuis te houden, waardoor er weer criminelen worden uitgenodigd om te komen inbreken. Dit maatschappelijk probleem is dus nog niet opgelost. Ik denk dat het sleutelwoord hier vertrouwen is. De mensen hebben het vetrouwen in de politiek al verloren. De banken moeten er voor zorgen dat de mensen het vertrouwen in de bank ook niet verliezen.
“Faith is taking the first step even when you don’t see the whole staircase.”
Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!