Constitutioneel Hof toetst ook beschikkingen en resoluties

Er lijkt schot te komen in de lang uitgekeken instelling van een Constitutioneel Hof (CH). Dit rechtsorgaan deed zijn intrede toen de Surinaamse Grondwet weer in werking trad bij herstel van de democratie in 1987. In de Grondwet van 1975 werd al een CH geboden, weliswaar met een meer beperkte bevoegdheid dan in 1987. Het CH werd weer actueel in het 8 decemberstrafproces waar de rechterlijke macht na de aanname van de Amnestiewet in een dilemma zat. Het pijnlijk besluit schuift men af op een nog in te stellen Constitutioneel Hof. Dat moet dan een uitspraak doen over de grondwettelijkheid van de Amnestiewet en wat de rechterlijke macht hiermee moet doen in het kader van een formeel nog in gang zijnd 8 decemberstrafproces. Het CH is heel vaak in verschillende kwesties aangehaald als het wondermiddel. De komst van het CH was nooit spoedig geanticipeerd; verwijzing naar het CH bood dus ademruimte als de politiek vastzat. Tijdens de stakingen van mei 2000 was het Constitutioneel Hof aan de orde, omdat op gegeven moment onduidelijkheid zou zijn over de mogelijkheid rondom het afzetten van de president, toen Jules Wijdenbosch. Het CH was ook ter sprake bij de behandeling van de Wet Terugroeprecht. Meer recent was het CH ook ter sprake met betrekking tot de uitsluiting van de A-Combinatie in bepaalde kiesdistricten vanwege het te laat indienen van verkiezingsstukken in 2015.
Samenstelling
Na een aantal regeringen onder zowel Front als de NDP is nu de regering Bouterse Ameerali voornemens om concrete stappen te zetten. Het bestaan van een conceptwet wordt al sinds vorig jaar bericht. Rond de aanname van de Amnestiewet en het vastlopen van het 8 decemberstrafproces werd aangehaald dat binnen een jaar het zover kan zijn. De plannen zijn nu om een Constitutioneel Hof in te stellen dat gevormd wordt door een voorzitter, een vicevoorzitter en drie leden, waaraan drie plaatsvervangende leden worden toegevoegd. Zij worden benoemd voor een periode van vijf jaren door de president van de Republiek Suriname met de mogelijkheid van herbenoeming voor ten hoogste eenzelfde periode. Deze te benoemen personen moeten tenminste tien jaren in een of meer juridische beroepen werkzaam zijn of zijn geweest, dan wel een staatsrechtelijke functie hebben vervuld. Deze personen moeten niet tegelijkertijd in de functie zijn van zijn van president of vicepresident van het Hof van Justitie, leden of ledenplaatsvervangers van het Hof van Justitie, de procureur-generaal en van de overige leden van het OM. De personen binnen het CH worden door de president ontslagen.
Taken: wetten, beschikkingen, resoluties vs. Grondwet en verdragen
Het Hof toetst op verzoek de inhoud van een wet of gedeelte daarvan aan de Grondwet en aan de burgers verbindende bepalingen van volkenrechtelijke overeenkomsten, doorgaans dus de mensenrechtenverdragen. Staatsbesluiten en districtsverordeningen vallen niet onder de wet zoals nu gedefinieerd. Tenminste zeven leden van De Nationale Assemblee of tenminste een gewone meerderheid van het wettelijk aantal leden van een ander volksvertegenwoordigend orgaan kan de rechter verzoeken tot toetsing. Vertegenwoordigers van bij het Centraal Hoofdstembureau geregistreerde politieke organisaties kunnen dat ook, evenals vertegenwoordigers van in Suriname gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties, werkzaam op het gebied van de bescherming van de rechten van de mens. Het Hof beoordeelt op verzoek van belanghebbenden ook de verenigbaarheid van besluiten van overheidsorganen met een of meer van in hoofdstuk V van de Grondwet genoemde grondrechten. Onder de belanghebbende vallen zeker burgers en bedrijven. Onder besluiten van overheidsorganen (bestuursbesluiten) worden verstaan schriftelijk vastgelegde besluiten (resoluties, beschikkingen, presidentiële besluiten) van bestuurlijke bevoegdheid bezittende publiekrechtelijke organen (zoals ministers en de president). De ministers en de president kunnen ook een verzoek toet toetsing doen.
Rechtskracht van besluiten
Het CH moet binnen 3 maanden na verzoek uitsluitsel geven. Oordeelt het Hof dat er strijdigheid met een of meer bepalingen van de Grondwet of een volkenrechtelijke overeenkomst bestaat, dan wordt de desbetreffende wet of gedeelte daarvan dan wel het getoetste bestuursbesluit door het Hof onverbindend verklaard. De wet of gedeelte daarvan of het bestuursbesluit wordt dan onverbindend met ingang van de dag van de beslissing van het Hof. Uit een onverbindend verklaren kunnen op den duur schadeclaims voortvloeien. Nieuw in de nieuwe plannen is de toetsing aan verdragen die directe bindende werking hebben.
Gewezen minister van Justitie en Politie Chandrikapersad Santokhi geeft desgevraagd aan dat het CH in DNA in behandeling was toen hij aantrad als minister. Volgens Santokhi is het CH 1 keer besproken in het parlement en de discussies zouden voortgezet worden. ‘Het wetsvoorstel is nog steeds niet ingetrokken en is nog steeds in DNA’, aldus Santokhi.

error: Kopiëren mag niet!