CHS: het kind van de rekening

Het lot van functionarissen die grote verantwoordelijkheden dragen brengt nu eenmaal met zich mee dat kritiek op hun verrichtingen en werkresultaten hen niet onbespaard blijft. De ideale situatie in het functioneren van personen die voor complexe vraagstukken komen te staan, is wanneer de capaciteiten van betrokkenen in evenwicht zijn met het niveau van hun taken en de problematiek die daaraan verbonden is. Er kunnen zich evenwel situaties voordoen waarbij de functiehouder niet zo best raad weet met de oplossing van werkproblemen, vooral wanneer gebrek aan gerichte ervaring de oplossing niet bepaald ondersteunt. Kijk maar de situatie waarin het Centraal Hoofdstembureau (CHS) in verband met een terugroepvraagstuk verzeild geraakt is. Hoe kon de voorzitter van dit bureau dit nijpend vraagstuk oplossen, waarvoor geen referentiekader hem ten dienste staat? Hij beschikt namelijk niet over ervaringsgegevens. Cynische opmerkingen vanuit de oppositie nam hij maar voor lief. Het is stellig geen gemakkelijke opgave wanneer de voorzitter van het CHS onder zware druk van de omstandigheden een besluit moet nemen over een vraagstuk, liggende op een nog onbetreden domein. Hoe nu om te gaan met een rechterlijk vonnis betreffende de terugroeping van een tweetal eerder gekozen en toegelaten assembleeleden? Als wij over de ontstane probleemsituatie praten op slechts het niveau waarop het zich heeft aangediend, dan kan simpelweg gesteld worden dat het CHS, ingeval van weigerachtigheid tot het uitvoeren van het betreffende vonnis, de rechtspraak als institutie geen goede dienst heeft bewezen. Elk vonnis moet in principe worden gerespecteerd. Verder denken over deze aangelegenheid roept al gauw ook de vraag op of niet politieke onbekwaamheid van regelgevers de grondoorzaak is geweest van alle vertoningen die wij als gemeenschap de afgelopen maanden rond een terugroepkwestie hebben meegemaakt. Het is beschamend dat een orgaan als de Nationale Assemblee kostbare tijd verbeuzelt heeft door een heersende strijd over het wel of niet kunnen terugroepen van een tweetal DNA-leden. Dat een wetsproduct zo slecht in elkaar zit, dat zelfs het goedkeurende orgaan met haar eigen voortbrengsel geen raad weet, typeert overigens ook het politieke denk- en werkniveau van dit orgaan. Wanneer in dit verband gesproken wordt over het internationaal belachelijk maken van Suriname, verdient het parlement ongetwijfeld een goed rapportcijfer.
Ook dit verdient aandacht
Burgers moeten zich niet laten afleiden door allerhande vertoningen van politici die elkaar, situatie-afhankelijk, de hand boven het hoofd houden. Burgers dienen zich veeleer af te vragen of de wanvertoningen rond een terugroeprecht het landsbelang of de enge belangen van personen dienen. Welk volksbelang gediend wordt met een wanvertoning van langer dan een jaar, waarbij een tweetal DNA-leden een strijd voeren tegen hun partijleider, moet de volgende vraag zijn. Heeft niet de wetgever door slecht wetgevingswerk af te leveren de reeds bestaande chaos in de politiek verder gevoed? Heeft de ontstane spanning tussen partijleiders hoegenaamd iets van doen met het landsbelang? Heeft de bestaande vijandige verhouding tussen partijen niet meer te maken met persoonlijke belangen van leden van politieke partijen? Is het geen schandelijke vertoning in een land in ontwikkeling dat in het verlengde van deze wanstaltigheden een verkiezingsorgaan van de Staat ten onrechte betrokken is dat uiteindelijk de ontstane puinhoop als gevolg van gammele wetgeving maar moet zien op te ruimen? Laat het accent in deze onsmakelijke en niets opleverende affaire niet verlegd worden. Niet het CHS heeft Suriname belachelijk gemaakt, doch zonder twijfel degenen die van de politiek een ratjetoe hebben gemaakt en ons land ook nu weer te schande maken door hun onstabiele organisaties die op even onstabiele politieke bodem gevestigd zijn. Waar blijven de geestelijke investeringen van partijprominenten in jonge studerende burgers, in plaats van deze groeiparels te belasten met destructieve aangelegenheden die meer uitzichtloosheid scheppen? Neen, geachte partijvoorzitters, niet uw ondemocratische onzin inzake uw zo vertederde terugroepmacht, maar het ten toon spreiden van uw betrokkenheid bij de geestelijke vorming van jongeren zou u nog sieren. Een hartstochtelijk beroep op scholieren en studenten tot kritisch denken en praten over de verwikkelingen die hun toekomst aangaan, kan hier niet uitblijven. Straks hebben een tweetal politieke partijen een zeteltje erbij. Een verschijnsel dat naar de geest overeenkomt met kannibalisme. De begunstigden zullen hun begunstiger hun verschuldigde dank moeten betonen. Dat leiders van politieke organisaties na de recente vonnissen machtige heersers binnen de partijstructuur zijn geworden, staat nu onomstotelijk vast. De positie van gekozen volksvertegenwoordigers in het parlement is dienovereenkomstig verzwakt. Het beruchte zwaard zullen zij vijf jaren lang boven het hoofd hebben. De opbrengsten van de komende veilingen ten faveure van partijleiders zijn afkomstig van hardwerkende belastingbetalers. Het terugroeprecht geeft de partijvoorzitter, na een recent vonnis, de status van Jan Almachtige binnen partijgelederen. Scenario’s om gekozenen af te zetten zijn voortaan even goed denkbaar. Wanneer een politiek jonggeborene, voormalige politiediender en thans assembleelid, in DBS-editie van 15 juni j.l. het monddood maken van volksvertegenwoordigers ter sprake brengt, heeft betrokkene voor haar bewering nu het terugroeprecht als concreet bewijs. Het is onbegrijpelijk dat de grondwetscommissie gemeend heeft het verwijderen van het terugroeprecht uit de grondwet niet in haar voorstellen te moeten opnemen. Dat de inmiddels ontstane verwikkelingen rond de Terugroepwet daarvoor een beletsel waren, moet voor onzin versleten worden. Ook de grondwetswijziging heeft immers toekomstgerichte werking. Het terugroeprecht als juridische wanschapenheid zal klaarblijkelijk nog vele jaren onder het regime van de grondwet mogen voortleven. Zulks tot meerdere glorie van partijmachtigen.

Stanley Westerborg;
Organisatieanalist;
Ex-docent Staatsinrichting

error: Kopiëren mag niet!