Carifesta moet het Caribische volk dichter bij elkaar brengen

Carifesta is vandaag begonnen en wij hebben moeite om de activiteiten in de districten te volgen. Zo is er voor vandaag een activiteit genaamd ‘Wanica the booming district’ om 12.00 en 14.00 uur. Op de Carifesta-website staat nog steeds voor de plaats van de activiteit (venue) gewoon Wanica. Het wordt dus zoeken geblazen. De overige plaatsen zijn echter wel bekend, mede omdat Apoera en Nieuw Amsterdam kleine plaatsen betreffen. Nu blijkt dat de Carifesta-organisatie alleen gebruik maakt van de website, terwijl niet iedereen in de gemeenschap informatie van het internet gewend is te halen, is het aan te raden om vandaag nog brochures te verdelen met het programma. In de schrijvende pers wordt een programma afgedrukt, maar dat is te summier. Het programma van Carifesta moet ruim en gemakkelijk beschikbaar zijn, zodat de burgers vooral in het weekend en ’s avonds naar de activiteiten, die op zich zeer interessant lijken, kunnen gaan. Wat zeker positief is, is de Carifesta-krant die wordt uitgegeven. Deze ‘advertorials’ kunnen collectors items worden, maar moeten ook gebruikt worden om de programma’s en achtergronden door te geven. Waarvoor wel gewaakt moet worden, is dat de bedrijven die de advertorials maken een strikte onpartijdigheid in acht nemen en de eigen subjectieve voorkeuren niet de boventoon laten voeren. Wat ook handig zou zijn, aangezien het om een internationaal evenement gaat, is dat dit deel ook in het Engels verschijnt. Vandaag start de Carifesta. Het is goed als de start mooi is conform de Surinaamse standaarden en mogelijkheden. Het festival is een herinnering aan de waarde van de culturen die aanwezig zijn in het Caribisch gebied. De onafhankelijke naties van het Caribisch gebied vierden dit festival het eerst in 1972 in Guyana. In de koloniale periode vond al een festival plaats in Puerto Rico in 1952. Toen waren alleen Trinidad and Tobago en Jamaica vertegenwoordigd als deel van de Engelssprekende koloniën in de Caribbean. Eind vijftiger werd een soortgelijk festival georganiseerd door de University of the West Indies te Trinidad. De discussie omtrent een Caribisch festival startte onder de artiesten toen Guyana in de tweede helft van de jaren ’60 en begin jaren ’70 zijn onafhankelijkheidswording vierde met culturele festivals. Bij deze discussies zouden de Caribische schrijver, George Lamming, en de Guyanese dichter, Martin Carter, van grote betekenis zijn geweest. De toenmalige Guyanese prime minister, Forbes Burnham, ondersteunde het idee van een Caribbean Arts Festival en bood zijn land aan om het eerste festival te organiseren. De eerste Carifesta in Guyana duurde 3 weken in 1972. De volgende werd in 1976 gehouden in Jamaica (11 dagen) en de derde in 1979 in Cuba die twee weken duurde. Daarna volgde een droge periode van 11 jaren totdat het volgende festival in 1981 in Barbados werd gehouden. Daarna werden regelmatig de festivals gehouden, waaronder voor het laatst in Suriname in 2003. De kritische noot moet terecht geplaatst worden dat ondanks de driejaarlijkse festivals de Caribische landen toch cultureel heel weinig van elkaar weten. Zo weten wij niet over de hedendaagse topzangers en –artiesten en kunstenaars in Guyana, Trinidad en Barbados en omgekeerd weten zij dat ook niet van ons. Het enige land dat in staat blijft om zijn muziek bijvoorbeeld te exporteren naar de regio is Jamaica, maar dat geldt dan voor de hele wereld. De weg die gebaand is door Bob Marley voor zijn land, blijft geplaveid nog decennialang na de man zijn overlijden, als tenminste van dit laatste kan worden gesproken. Terwijl wij Carifesta vieren, constateren ook wij dat de ettelijke festivals ons niet ervan hebben kunnen weerhouden om vreemdelingen te zijn voor elkaar. Sterker nog, in de respectieve landen met een sterke multiculturele basis kennen de groepen ook heel weinig over zichzelf. Er moet dus nationaal en regionaal iets gebeuren, zodat wij meer van elkaar weten. Als we verantwoordelijken moeten aanwijzen, dan kijken wij eerst in de richting van de regeringen, naar de ministeries die belast zijn met cultuur. Als wij naar het voorbeeld van Suriname kijken, dan merken wij bijvoorbeeld dat er sprake is van een scheefgroei. De bevolkingsgroep van de stadscreolen levert artiesten af die nieuwe teksten schrijven en met Sranang Tongo en Nederlands een breed publiek kunnen bereiken. Dat vermogen is ook aanwezig bij de Javaanse groep, maar nagenoeg non-existent bij de Hindostaanse groep, die nota bene nu ook relatief redelijk goed geschoold is en tot de grootste bevolkingsgroep behoort. Vanuit Cultuur wordt dit onvermogen niet erkend en wordt daaraan ook niet gewerkt. De artiesten uit de verschillende groepen zoeken elkaar niet op en het meest geïsoleerd is de Hindostaanse groep, die wat muziek en zang betreft het meest onderontwikkeld is. In Suriname wordt er in het Javaans en in het Sarnami gezongen, maar wie behoren tot de top? De gemiddelde Surinamer buiten de groep zouden het niet weten. Cultuur is bij ons niet in staat om haar ondersteunende en faciliterende taak uit te voeren. Er is gebrek aan visie en aan kader. Men heeft een budget en dat probeert men op te maken. Research en producties zijn schaars. Kijken wij naar de begroting van Cultuur dan merken wij dat een groot deel van het budget wat de beleidsprogramma’s betreft, gaat naar subsidies. Het kleinste bedrag van SRD 10.000 gaat naar bevordering van cultuurstudies en ook kunst- en cultuureducatie. Dit bedrag zou niet eens genoeg zijn om een substantieel deel in een behoorlijke oplage te laten drukken. Cultuur verwijst naar het gehele complex van geestelijke, materiële, intellectuele en emotionele eigenschappen van de samenleving. Cultuur behelst niet alleen kunsten en letteren, maar ook leefwijzen, fundamentele rechten van de mens, waardesystemen, tradities en overtuigingen, zegt het directoraat Cultuur. Dit overheidsonderdeel erkent echter in zijn werk deze brede omschrijving van cultuur niet. De missie van het directoraat Cultuur omvat op papier onder meer: het bevorderen van respect, behoud en bescherming van de grote en rijke verscheidenheid aan culturele normen en waarden, dienende als basis bij de ontwikkeling en de versterking van de Surinaamse culturele identiteit en het scheppen van basisvoorwaarden voor een gunstig kunst- en cultuurklimaat, die voor kunstenaars en artiesten een uitdaging zijn om de eigen culturele en creatieve grenzen te ontdekken, te verleggen en gestalte te geven; het zorg dragen voor de conservering, de ontwikkeling en de verdeling van het Surinaams cultureel erfgoed. Bij de aanvang van de viering van Carifesta merken wij dat deze missie van Cultuur heel ver ligt van de daadwerkelijke dromen, wensen en activiteiten van Cultuur. Het grootste probleem van Cultuur zit hem in het zinsdeel ‘de grote en rijke verscheidenheid aan culturele normen en waarden’. Cultuur heeft nu de wil en dus ook de capaciteit niet om volledig te handelen naar die ingewikkelde missie. Wij hopen bij de aanvang van Carifesta dat wij als natie een goede beurt maken en dat wij samen kunnen komen tot positieve conclusies aan het einde.

error: Kopiëren mag niet!