Op 25 november a.s. vieren wij 43 jaar Srefidensie. De eregast daarbij zal zijn de koning van Ghana. Ik weet niet waarom. Wat wij met Ghana te maken hebben, ontgaat mij. Misschien is het de bedoeling de koning hulde te betuigen voor het feit dat zijn voorouders ervoor hebben zorg gedragen dat wij in een door God gezegend land terecht kwamen.
Zonder natuurrampen, rijk aan mogelijkheden. Een van de voorouders van de koning had een deal met de West Indische Compagnie gesloten (de WIC) om slaven te leveren aan de compagnie en veel van hen zullen wel in ons land terecht zijn gekomen. Daarom weigerde een paar jaar terug onze landgenote Bellott, destijds wethouder van Amsterdam, tijdens een bezoek aan Ghana, de toenmalige koning een hand te geven.
Nadat de slavernij door ingrijpen van de Britten, haar glans had verloren, dook plotseling een nieuwe lucratieve business op. In l830 waren de Belgen aan het muiten geslagen. Koning Willem I, de koopman koning, die Suriname voor een schijntje had overgenomen van de W.I.C. sloot een nieuwe deal met de koning, die destijds in Ghana de dienst uitmaakte, om soldaten te leveren voor dienst in Indonesië. Nederland had alle mankracht nodig om de Belgen klein te krijgen dus er was behoefte aan soldaten elders. De Molukkers zijn de afstammelingen van deze voormalige “reddi moesoes”.
De koning van Ghana zal ongetwijfeld tijdens zijn aanwezigheid hier te lande een beleefdheidsbezoek brengen aan de residentie van zijn collega op Drietabbetje. Daar zal hij een uiteenzetting krijgen wat wij van het geschenk van toen hebben gemaakt. Door het oerwoud met rust te laten, zal hij te horen krijgen, heeft het aan waarde gewonnen en kan nu dienen als long voor de wereld en stelt ons in staat een aardig bedrag aan vergoeding van de wereld te eisen. We blijken daarmee de verhalen van Anansie die wij te danken hebben aan ons voormalig moederland goed te hebben toegepast. Met slimheid geld te kloppen uit de zakken van anderen.
Onze koning heet niet voor niets A boy Konie. The Boy is smart. Ik ben benieuwd in welke taal dat aan de bezoeker kenbaar zal worden gemaakt. De man van Ghana spreekt zover mij bekend geen Nederlands of Saramaccaans.
Ik ben ook benieuwd waarover de koning zal babbelen met onze hoogwaardigheidsbekleders zoals Doekhie, Hooghart, Misikaba, Brunswijk, de voorzitter, Somohardjo, Belfor, etc.etc.
Heel lang terug, tijdens de regering Emanuels, hadden we eens bezoek van een delegatie uit Venezuela. Daar ik het Spaans beheerste werd ik toegevoegd aan de commissie van ontvangst en begeleiding. Na afloop schreef ik een memorandum voor de regering waarin ik adviseerde bij de aanwijzing van gesprekspartners rekening te houden met het kaliber van de bezoekers en de keuze van de begeleiders daarop te richten daar we anders een plee figuur zullen slaan. Het doopceel van een bezoeker kan ons een idee geven omtrent het kaliber van de koning. Op internet lezen wij.
Abo Ose Tutu II werd geboren in 1950. Hij kreeg zijn middelbaar onderwijs op de middelbare school Sefwi Wiawso. In 1969 schreef hij zich in aan de Osei Kyeretwie Secondary School. In 1971 werd hij toegelaten tot het Institute of Professional Studies voor een opleiding Accountancy. Twee jaar later reisde hij naar het Verenigd Koninkrijk en vervolgde zijn studie Accountancy aan de Kilburn Polytechnic. Later schreef hij zich in op de Universiteit van Noord-Londen, waar hij Human Resource Development en Public Administration studeerde.
Na de vervulling van hoge functies bij particuliere bedrijven keerde hij in l989 terug naar Ghana om zijn eigen bedrijf op te richten. Daar heeft hij verschillende van.
De man heeft een geschat vermogen van twintig miljoen euro.
Hij is ondanks zijn leeftijd van bijna 70, nog steeds de kanselier van de Kwame Nkruma Universiteit van Wetenschap en Technologie, vernoemd naar een van de grootste geleerden van het Afrikaanse continent. Met zowat 50000 studenten.
Het staatshoofd
De koning van Ghana heeft niet veel te vertellen in zijn land. Alles draait om de president. Helaas blijkt hij niet te zijn uitgenodigd. Toch is het misschien goed dat wij een idee hadden gekregen over het kaliber van de mensen die in dat land met de scepter zwaaien.
Op internet vinden we de volgende gegevens over de huidige president.
Hij heet Addo Dankwa Addo en werd in l944 geboren als zoon van een prominente Ghanese koninklijke en politieke familie. Zijn vader was Ghana’s derde Opperrechter van 1966 tot 1970, voorzitter van de Constitutionele Commissie van 1967-68 en de president van Ghana van 1970 tot 1972. Zijn grootvader van moeders kant was Nana Sir Ofori Atta, lid van de Uitvoerende Raad van de Gouverneur van de Goudkust vóór de onafhankelijkheid van Ghana. Zijn grootvader was J. B. Danquah, een bekende wetenschapper die in mijn tijd professor in de sociologie aan de universiteit van Leiden was.
Na zijn lagere school ging de huidige president naar Engeland voor verdere studie. Hij studeerde eerst af aan het Lancing College in Sussex, (middelbare school) en keerde terug naar Ghana om economie te studeren aan de Universiteit van Ghana. Hij deed zijn bachelors in de economie in l967 en studeerde vervolgens rechten. Hij werd in 1971 advocaat.
Barbados
We hadden vorige week bezoek van de minister president van Barbados, een vrouw. Internet zegt van de dame. Mia Mottley is erg beïnvloed door haar familie. Zij is de kleindochter van Ernest Deighton Mottley (1907-1973). Hij was de eerste burgemeester van Bridgetown (1959),
Haar vader Elliott Deighton Mottley was ook een advocaat die in het Huis van Afgevaardigden zat, voordat hij de zetel verliet om consul-generaal te worden in New York. Hij was opgeleid tot advocaat aan Eagle Hall School, Harrison College en Middle Temple.
Mia Mottley zijn dochter werd opgeleid aan de Merrivale Preparatory School, de United Nations International School en Queen’s College. Tegen 1986 voltooide ze haar opleiding tot advocaat en vertrok naar Engeland. Daar studeerde ze af aan de London School of Economics.
De besproken mensen komen hetzij uit de betere kringen, hetzij van de betere universiteiten.
Ontwikkelde bezoekers aan ons land zijn niet geïnteresseerd in Bouta takkie, en Vene takkie geleuter.
Een geweldige Srefidensie toegewenst.
W. Donner, emeritus hoogleraar
