Bolivariaanse solidariteit ten koste van eigen volk

Suriname heeft sinds enkele jaren de neiging om zich de allures van een regionale macht aan te meten, terwijl het nauwelijks dagelijks eten op tafel kan zetten en een nietsbetekenende militaire capaciteit heeft. Het valt op dat telkens wanneer ons staatshoofd zijn voeten buiten Surinaamse grenzen heeft gezet, toezeggingen worden gedaan aan buitenlandse staatshoofden die totaal niet realistisch en opportuun zijn en niet passen in het contemporaine belang van dat moet van het Surinaamse volk. Critici zeggen dat Suriname thans te lijden heeft onder een grootheidswaanzin, terwijl wij een minuscuul land zijn, weliswaar met genoeg zegeningen om een welvarend land te zijn. Het lukt ons nog steeds niet om een bepaalde nationale levensstandaard te ontwikkelen, door wanbestuur en asociaal gedrag van de politiek. Politici zijn teveel of uitsluitend bezig geweest om gunsten uit te delen. Er zijn politici die denken dat het regeren geen zin heeft als men niet naar willekeur gunsten kan uitdelen. De laatste keer toen weer de manifestaties van grootheidswaanzin te zien waren, was bij de ontmoeting met de president van Haiti. Toen deed Suriname ook vele malen groter dan het in werkelijkheid is en zouden wij ook eventjes ontwikkelingshulp geven aan dat land. Bepaalde Surinaamse politici willen aan de kant van de gevers van ontwikkelingshulp staan in bepaalde settings, waar men de zelfbeheersing door internationale onervarenheid op gegeven moment kwijtraakt. Suriname beseft nu niet genoeg dat het een klein land is dat in principe zeer gemakkelijk te regeren is. Suriname wil een gulle gever uithangen, terwijl het tegelijkertijd nu zwaar afhankelijk is van geld dat het links en recht bedelt. Suriname heeft zich economisch door een desastreus beleid zodanig verzwakt, dat het dubbel zo hard zal aankomen als men internationaal bluft, stoer doet en zich ongenuanceerd bindt aan toezeggingen. Soms lijkt het erop als men het belang van andere volkeren hoger zet dan het belang van het eigen volk, alleen om politiek in de regio op het persoonlijk vlak te scoren. Neem nu de hoge opgelopen drang opeens om een of andere schuld aan Venezuela te betalen. We weten dat de Venezolanen van een stoer land verworden zijn tot een waar ze niet eens hospitalen open kunnen houden. Venezuela is nu op het microniveau straatarm, critici beweren dan in januari 2017 Suriname sneller dezelfde richting zal koersen. Nu is besloten dat het land van de grote gulle gevers eventjes een 40 tot 50 miljoen dollar aan lening zal aflossen aan Venezuela. Dat is dan de Surinaamse bijdrage aan het leefbaar maken van het olieland. Als dat ten koste moet gaan van de eigen Surinaamse kinderen, het eigen Surinaamse volk is dat geen probleem. De drang om in het belang van de eigen grootheid een volk op te offeren is er wel eens geweest onder de zogenaamde revolutie-mensen. Zo zou de onlangs overleden Fidel Castro in het begin van de jaren 60 toen de crisis door USSR-wapens hoog opliep, hebben gezegd dat een kernoorlog vanuit Cuba kon worden ontketend, al zou Cuba, inclusief dus het Cubaanse volk, van de kaart worden geveegd, alles in het belang van het socialisme. Buiten het Cubaanse volk om is toen vergaand beschikt om het lot van het Cubaanse volk. Men leze verder de geschiedenis van de Chinees Mao, die bij zijn plannen miljoenen doden die zouden sneuvelen, ingecalculeerd had. Ook hij exporteerde landbouwproductie van het Chinese volk naar de USSR om zijn grootheid te tonen, terwijl het volk een hongerdood stierf. Er is veel onduidelijkheid en onbegrip rond de wijze waarop het Surinaamse leiderschap, over de ruggen van het Surinaamse volk, over hem beslist. Zoals Castro en Mao eens absoluut beschikten over het eigen volk, vergelijkbaar met het eigendomsrecht, zo wordt nu beschikt over het Surinaamse volk dat alles lijdzaam ondergaat in een klimaat dat beheerst wordt door angst voor rancune en benadeling. Er is dus op de laatste dienstreis naar Cuba, Bolivariaanse solidariteit getoond om zijn conservatief Zuid-Amerikaans stammende uit het tijdperk van de bananenrepublieken. Suriname zal broeder Venezuela in nood helpen met een 40-50 miljoen dollar. De belofte moet nageleefd worden. Terecht beweren critici dat onze minister Gillmore Hoefdraad van Financiën in het vliegtuig slaapt. Deze meneer heeft alle records van alle politici verbroken met zijn talloze dienstreizen. Elk excuus dat onze minister op zijn weg tegenkomt om te vliegen, grijpt hij met beide handen en voeten aan, zelfs al moet hij een dienstreis ondernemen om het Surinaamse volk te bezwaren. Allerlei verhalen worden nu opgehangen om over de brug te komen met dit bedrag. Suriname is nu zelf een land in zwaar weer. Welke afspraken zijn in Cuba gemaakt in de wandelgangen voor het kleine volk van Suriname? Welk voordeel heeft Suriname in de wandelgangen kunnen realiseren, of ging het alleen om het bezwaren van Suriname? Het politiek leiderschap in Suriname is zwaar vervreemd van het Surinaamse volk. Men is het spoor totaal bijster en de kluts kwijt. Het leiderschap heeft zich zodanig chantabel en kwetsbaar opgesteld, dat het overgeleverd is aan de reislustige minister. Het grote gebrek aan kader in de partij wreekt zich nu bijzonder zwaar en is te merken aan de koers die Suriname maakt naar de bottom van de regio.

error: Kopiëren mag niet!