Boldewijn teleurgesteld in oppositie

August Boldewijn
August Boldewijn
Vanaf de voorbereiding van de protestmanifestatie van de oppositie voor 20 mei, die de bedoeling had van een protestbetoging, wist bestuurskundige August Boldewijn al dat het niet een traditionele protestmanifestatie zou zijn. Bij een protestmanifestatie zoals Boldewijn die kent, zou in beginsel het scanderen van leuzen en manifestaties op straat uiting moeten geven aan misnoegen over het beleid of personen. “Zodra je iets concentreert op een bepaalde plaats (in dit geval een plaats van een politieke partij: Grun Djari) geef je een bepaalde indruk. Het was een grote massameeting. Bovendien, de dingen die daar op het podium zijn gezegd, zijn zaken die al die tijd herhaald zijn”, vertelt Boldewijn. Hij stelt geen nieuwe dingen te hebben gemerkt. Boldewijn krijgt het gevoel dat de oppositie zich in een bepaalde hoek heeft laten duwen. Zeker aangezien de oppositie ondanks haar eis van ombuiging van het beleid, niet aangeeft in welke richting het beleid van de regering moet worden omgebogen.
De oppositie verheldert ook niet wat er gedaan moet worden om het beleid om te buigen. “Men moest aangeven wat er moet worden gedaan om deze crisis te bezweren. Er is niet eens een crisiscentrum, daar praat men niet over. Als je het inzicht niet hebt, zul je mij niet kunnen overtuigen dat wanneer jij aan het bewind komt je het anders zult doen. Ik ben ook teleurgesteld in de hele zaak”, stelt Boldewijn. De kans om aan te geven hoe het anders zou moeten, heeft de oppositie volgens Boldewijn vanaf het begin al gemist. Ook in het parlement had men de mogelijkheid gekregen om zaken aan te kaarten. Echter komt het erop neer dat de oppositie zelf ook moet weten wat de koers moet worden. “Wat moet er gedaan worden met de buitenlandse politiek? Wat moet er gedaan worden om jouw landbouwpolitiek op te boosten? Wat moet je doen om de criminaliteit aan te pakken? Je praat over toerisme, maar als criminaliteit toeneemt, komt geen enkele toerist meer naar Suriname. Dit zijn de dingen die Suriname maken en breken. Dit zijn dingen die ik heb gemist”, meent Boldewijn.
De bestuurskundige merkt ook op dat niet de politiek, maar een burger het initiatief heeft genomen om op het plein te protesteren. Vervolgens kwamen de vakorganisaties in beeld. Boldwijn vraagt zich af waarom de vertegenwoordigers in het parlement niet als eerste het initiatief hebben genomen om op straat te komen. “In plaats daarvan laat je een jongedame dat voor jou doen. Dat vind ik zwak en laf. Dit is niet een gezaghebbend instituut van een politieke partij. Ik vraag mij daarom wel af of wij door moeten gaan met politieke partijen in het land. De mannen stellen niet zoveel voor”, aldus de bestuurskundige.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!