Bizar: vervallen pepperspray tegen protesterende boeren

Ik kan mij niet heugen dat er wijzigingen zijn doorgevoerd in de Ambtsinstructie (Bewapeningsregels en Uitrustingsregels) van de politie, dus heb ik met enorme bezorgdheid kennis genomen van het gebruik van pepperspray tegen vreedzaam protesterende padieboeren in Nickerie. Padieboeren die op grond van artikel 21 van de Grondwet hun grondrecht uitoefenden. Wat de situatie bizar maakt is dat de pepperspray waarover de politie beschikt naar informatie al lang vervallen is en niet thuis hoort bij politiemannen. Een uitzondering hierop vormt de Mobiele Eenheid (ME), maar het is niet de ME die is opgetreden tegen de rijstboeren in Nickerie.
Terwijl de korpsleiding op de hoogte is van dit gegeven, is die vervallen pepperspray nog altijd in het bezit van politiemannen. Waarom de leiding van het KPS toestaat dat politiemannen vervallen pepperspray onder zich hebben is mij een raadsel, omdat het gebruik van vervallen pepperspray enorme gezondheidsrisico’s kan opleveren voor mensen die daarmee in aanraking komen. Dus ook risico’s inhouden voor de politiemannen die het gebruiken. De facto maakt in Suriname pepperspray geen deel uit van de standaarduitrusting van politiemannen.
Pepperspray is internationaal qua geweldsniveau in de omgeving van de wapenstok geplaatst en het wordt geen alternatief geacht voor het gebruik van fysieke aanhoudingstechnieken, laat staan voor het uiteendrijven van mensen. Het middel is daarvoor te ingrijpend, want het veroorzaakt (weliswaar kortstondig) hevige pijn. Het gebruik van pepperspray is bedoeld om de politie de mogelijkheid te bieden een (potentieel) gevaarlijke verdachte zonder ernstige gevolgen op een verantwoorde wijze van een veilige afstand onder controle te krijgen. Vuurwapengebruik bijvoorbeeld wordt dan voorkomen. De vraag die door politionele autoriteiten beantwoord dient te worden is of de padieboeren gevaarlijke verdachten waren en van welk misdrijf zij verdacht werden. Verstoring van de openbare orde? Dat is klinkklare onzin en die rechtvaardiging moeten ze maar voor zichzelf houden, want het slaat absoluut nergens op.
Als de ter plaatse aanwezige politie de mening was toegedaan dat de openbare orde werd verstoord doordat de padieboeren op straat zaten dan kon ze ook ervoor gekozen hebben om de weg om te leiden. Het technisch en tactisch juist gebruik van pepperspray dient aan een aantal voorwaarden te voldoen. Om het risico te beperken dat een persoon ten gevolge van het gebruik van pepperspray met gezondheidsproblemen te kampen krijgt, dient het gebruik ervan tegen risicogroepen (personen ouder dan 65 jaar, jonger dan 12 jaar, zwangere vrouwen ) te worden vermeden. De vraag die de opdrachtgever moet beantwoorden is of hij in die menigte dat kon vaststellen. Voorts dient bij gebruik van pepperspray een nazorgprotocol te worden uitgevoerd. Dat betekent dat indien de politie iemand ‘gepepperd’ heeft , de politie aan die persoon nazorg dient te verlenen in de vorm van onder andere koelvloeistof en oogdouche. Verder dient het ‘pepperen’ vooraf te gaan aan een waarschuwing. Dat betekent dat de politie de mensen luid en duidelijk moet aangeven dat zij zal overgaan tot het gebruik van pepperspray.
Vastgesteld kan worden dat al deze zaken ontbreken in de casus van Nickerie. Het gebruik van pepperspray tegen de vreedzaam protesterende boeren is dus in strijd met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het is een enorm pijnlijke blunder vanuit het korps dat leidt tot een verdere vermindering van het draagvlak bij het publiek en is tevens een verdere aantasting van het imago van de politie die al een tijdje een imago en integriteitsprobleem heeft. Pepperspray is een politioneel geweldmiddel en een wapen volgens de Wet Wapens en Munitie en daar dienen ze op enorm zorgvuldige wijze mee om te gaan. De blunder van Nickerie verdient gepaste disciplinaire maatregelen.
Mr.drs. Sharmila Kalidien – Mansaram

error: Kopiëren mag niet!