Beroofde Barmhartige Samaritaan

In de editie van 8 september van een lokaal ochtend blad verscheen een commentaar over ons onderwijs. De aanleiding hiertoe was het verzoek van de bewoners van Powakka van wie de kinderen op een school die valt onder het Rooms Katholiek Bijzonder Onderwijs zijn ingeschreven. Het verzoek was dat de overheid de school overneemt en er een openbare school van maakt. De reden daartoe is dat de ouders het inschrijfgeld van SRD 250,– per leerling niet kunnen opbrengen, zeker niet als voor meerdere kinderen van één gezin dit bedrag moet worden betaald. Het commentaar eindigt met een verwijt aan de kerkelijke organisaties die in de loop der eeuwen veel geld hebben ontvangen voor hun zendingsactiviteiten in het binnenland. Ik kan niet ontkennen dat de kerkelijke organisaties zijn gegroeid in aantal, maar het zou te prijzen zijn indien de schrijver van het commentaar ook met cijfers zou kunnen laten zien wat de financiële groei van de kerken is geweest en misschien nog is.
“Deze stromingen vertellen in hun leerstellingen de verhalen van de barmhartige Samaritaan”, gaat het verder. De vraag wordt dan gesteld “waar de barmhartigheid naar de medemens is nu er burgers zijn, die het bedrag niet kunnen betalen voor hun kinderen om hen op een school voor bijzonder onderwijs in te schrijven”. Deze vraag vind ik een begrijpelijke en een interessante.
Ik ga op deze vraag nader in. Barmhartigheid is een persoonlijk gevoel, dat alle mensen met hun medemens moeten hebben. Instituten, zelfs ook charitatieve, zijn per definitie zakelijke en objectieve. Daarom komen ze zo vaak onbarmhartig over. Ze opereren op basis van wetten, regels, doelstellingen en hebben binnen de stijfheid van een organisatie hun marges waarbinnen ze kunnen opereren. De overheid is geen charitatieve organisatie, dus is de overheid niet barmhartig. Ze geeft geen subsidie aan het bijzonder onderwijs omdat ze barmhartig is. De overheid geeft überhaupt geen subsidie aan het bijzonder onderwijs. Ze is daartoe bij wet verplicht. Sinds 1920, bij de gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan het openbaar onderwijs, zijn de onderwijsgevenden van het bijzonder onderwijs gelijk aan de ambtenaren. Zo luidt het ook in de Personeelswet. In de Nederlandse grondwet, die ook gold voor ons land “was opgenomen dat de salarissen, de bouwkosten en inrichting, alsmede de exploitatiekosten der bijzondere scholen volledig uit de openbare kas zouden worden betaald” (zie Lila Gobardhan-Rambocus: Onderwijs als sleutel tot maatschappelijke vooruitgang, 2001, p.230 e.v.). Er kan nu worden aangedragen dat deze wet een koloniale is. En toch niet helemaal, want de Nederlandse regering en haar vertegenwoordiger in Suriname, de gouverneur, realiseerden zich dat deze grondwettelijke regeling veel geld zou kosten. Voor Suriname helemaal. Nadere regelingen in Suriname werden ingevoerd, waardoor er schoolgeld werd geheven, zodat de lasten voor de Staat minder werden.
Momenteel vergoedt de overheid de volgende kosten van de bijzondere scholen, die in het licht van de gelijkstelling bijzonder onderwijs – openbaar onderwijs niet echt een subsidie zijn. Het gaat om het voeren van de administratie van de bijzondere scholen. Hiervoor wordt een bedrag van SRD 1,83 per leerling per jaar toegekend. Dit bedrag door 12 maanden gedeeld, komt neer op SRD 0,1525. Dus voor 15-en-een-kwart-cent per maand per leerling wordt de administratie gevoerd, zodat het MINOWC over de cijfers voor de subsidietoekenning kan beschikken. Verder ontvangen de bijzondere scholen voor lokaalhuur SRD 9,78 per leerling per jaar. De overheid zou deze kosten geheel voor haar rekening moeten nemen. Deze kosten komen in de plaats van bouw en onderhoud van de fysieke omstandigheden waarin onderwijs wordt gegeven, dus de scholen. De kosten voor watergebruik op de scholen worden volledig achteraf door de overheid vergoed. Dit wil zeggen dat de bijzondere schoolbesturen eerst de kosten betalen om dan deze bij het MINOWC te declareren. Hier geldt ook dat het maanden duurt voordat deze gelden worden teruggestort op de rekening van de schoolbesturen.
Het is wel eens vaker gezegd, dat niet de overheid de bijzondere scholen subsidieert, maar dat het omgekeerde het geval is. Het zijn de bijzondere scholen die de overheid subsidiëren. De bijzondere scholen vragen om inschrijfgeld zodat de niet door de overheid gesubsidieerde kosten kunnen worden gedragen. Hoeveel barmhartigheid moeten de kerkelijke instellingen en bijzondere schoolbesturen nog aan de dag leggen? Natuurlijk valt de overheid veel te verwijten. Ik weet van een schoolbestuur voor bijzonder onderwijs dat weleens (vaker?) zei de scholen aan de overheid te willen overdragen, zeker die van het binnenland, indien de overheid die lasten van het geven van onderwijs niet wil of kan vergoeden. Bijzondere scholen zijn in navolging van de Nederlandse situatie in het leven geroepen door ouders en kerkelijke instanties die hun kinderen in het verlengde van de thuissituatie godsdienstonderwijs wilden laten genieten. In ons land waren het de EBGS en de R.K. Missie die al in de slavernijperiode onderwijs gaven. In ons land werd de schoolplicht ingesteld nog voordat dit het geval was in Nederland. Onderwijs door Zending en Missie was kosteloos, dus gratis. Zendelingen en missionarissen waren de “barmhartige Samaritanen”. Modern onderwijs in het algemeen is verzakelijkt. Leermethoden, didactisch materiaal, mediatheken en andere voorzieningen in het onderwijs als computers en audiovisuele hulpmiddelen kosten geld en soms zelfs heel veel geld. In sommige gevallen is het onderwijs zelfs vercommercialiseerd.
Het basisonderwijs is het fundament waarop vervolg- en hoger onderwijs voortbouwen. Mag dit onderwijs wat kosten en niet afhankelijk zijn van de barmhartigheid van de levensbeschouwelijke instanties die basisonderwijs verzorgen? Het schooljaar 2018 – 2019 is ondertussen begonnen. We horen niemand meer klagen over het “schoolgeld” dat moest worden betaald. De overheid zwijgt als het graf over het bekostigen van dit geld aan het bijzonder onderwijs. Fibos hield voor het schooljaar 2017 – 2018 het been stijf en eiste dat ten minste 80 % van het inschrijfgeld vóór de aanvang van het schooljaar door de overheid aan de bijzondere schoolbesturen zou worden betaald. Aldus geschiedde in september 2017. De actuele situatie is dat voor het resterende 20 % de bijzondere schoolbesturen in het bezit zijn van een reçu. Wanneer het reçu kan worden verzilverd, is niet bekend.
Omdat nadere specificering in de begrotingen ontbreekt, is het moeilijk een vergelijking te maken tussen het Bijzonder Lager Onderwijs en het Openbaar Lager Onderwijs. Ook is het niet mogelijk om uit te rekenen wat het per leerling kost in het Bijzonder Lager Onderwijs t.o.v. een leerling in het Openbaar Lager Onderwijs. De bedragen zijn gehaald uit de respectieve begrotingen zoals gepubliceerd op de site http://dna.sr/wetgeving/surinaamse-wetten/begrotingen/.
Gemiddeld betaalt de overheid minder dan 25 % van het totaal budget voor onderwijs aan het bijzonder lager onderwijs. Op de totale begroting van ons land is dit percentage slechts een fractie.
Wat doe je als barmhartige Samaritaan wanneer jij zelf slachtoffer bent geworden van een roversbende en ze je halfdood op de weg laten liggen? Het verschil tussen een dief en een rover is dat een dief goederen van anderen wegneemt ten eigen bate terwijl een rover niet alleen goederen steelt maar ook aan lijf en leven van de beroofde komt. De rovers gaan vandoor met je geld en goederen en laten je zwaargewond achter! In het ergste geval wordt het slachtoffer de dood ingejaagd. De eens zo barmhartige Samaritaan blijkt dan geen naaste te hebben die hem liefheeft en hem behandelt zoals hij zijn naaste had behandeld. Dieven en rovers gaan tegen wet en recht in. Ik denk dat de Fibos die jarenlang het werk van barmhartige Samaritaan heeft verricht, nu zelf slachtoffer is geworden van een overheid die zich niet houdt aan wet en recht en zelfs lijdt aan anomalie en daarom roofbouw pleegt op de giften van sociale instellingen waaronder Fibos. Vroeger hoorden we elke avond een stem voor het half acht journaal van de STVS in onze huizen roepen: “Ik houd van jullie ook al houden jullie niet van mij.” Ik denk dat de stem nu beter zou kunnen roepen: ”Ik houd niet van jullie ook al houden jullie van mij.” Dat zou misschien voor het eerst eerlijk zijn!
Drs. Carlo A. Schuster
Pedagoog/predikant

error: Kopiëren mag niet!