Beredenering voorgesteld verbod pre-electorale wijziging mank

Door de commissie die door de president was ingesteld om de herziening van het kiesstelsel voor te bereiden, is een reden gegeven waarom pre-electorale combinaties zullen worden verboden. Deze reden heeft te maken met de grondwet en met pre-electorale combinaties zouden wij de grondwet al een hele tijd hebben overtreden. Wij zijn het met die beredenering niet eens. De commissie haalt aan artikel 53 lid 3 sub d van de grondwet. Dit geeft aan dat de politieke organisatie bij het uitoefenen van haar bevoegdheden een aantal zaken in acht moeten nemen. Een daarvan is dat de politieke organisatie de kiezers in staat stelt kennis te kunnen nemen van het beginselprogramma en het verkiezingsprogramma van de betreffende organisatie. Dus de politieke partij moet zijn partijideologie en zijn verkiezingsprogramma openbaar maken zodat de kiezers daarvan op de hoogte zijn. De beredenering van de commissie is dat wanneer combinaties aan de verkiezingen deelnemen, partijen hun ideologie en hun programma niet aan de kiezers kenbaar kunnen maken en dat klopt dus niet. De praktijk is dat alle politieke partijen met hun programma’s uitkomen. Wanneer de combinaties samen optrekken is het niet zo dat men met een combinatie-ideologie of een overkoepelend combinatieprogramma komt. Men blijft op de podia de eigen partij-identiteit en de verworvenheden van de eigen partij verkondigen. Ook blijft men de voornaamste punten van het programma van de eigen partij benadrukken. Wat men ook doet, is dat men de combinatie in zijn geheel ook aanprijst zodat het collectief stemmen ophaalt, zodat men als combinatie van partijen alleen de regering kan vormen. De coalitie is dan voor de verkiezing al gesloten waarmee men zou kunnen regeren bijvoorbeeld. Met pre-electorale combinaties is artikel 53 van de grondwet nooit in gedrang gekomen en is de grondwet ook niet geschonden. Individueel blijven partijen hun partij aanprijzen. Het is zelfs zo dat individuele leden van deze partijen zelfs eigen campagnes hebben om via voorkeurstemmen binnen te komen. De reden van artikel 53 grondwet gaat niet op, maar wat is dan de exacte reden? Het verbieden van de pre-electorale combinatie komt de grote partijen ten goede. Kleine partijen komen in combinatieverband met steun van de grotere partijen aan enkele zetels. Door individueel de verkiezingen in te gaan zullen de kleine partijen worden uitgesloten van parlementaire deelname en wordt het aantal politieke partijen in DNA minder. De kans dat grote politieke partijen nog groter worden is aanzienlijk aanwezig. Daardoor kunnen 2 of 3 partijen alleen de regeercoalitie vormen. In het adviesrapport wordt, niet verwonderlijk overigens, aangehaald dat partijen die deel uitmaken van de huidige DNA van opvatting verschillen over het al dan niet in combinatie-verband laten deelnemen van politieke organisaties aan de verkiezingen. Er zijn politieke organisaties die voorstander zijn van pre-electorale samenwerking bij verkiezingen en er zijn politieke organisaties die tegenstander zijn van pre-electorale samenwerking bij verkiezingen. De ‘vertegenwoordiger van de meerderheid in de huidige Assemblée’ (lees: NDP) heeft namens die meerderheid tijdens de consultaties, ervoor gekozen dat artikel 7 van de kiesregeling moet worden gewijzigd, in dier voege dat een combinatie van politieke-organisaties niet langer mede beschouwd wordt als een politieke organisatie. Gesteld is dat bij de kiezer het bekend moet zijn wat onder meer de ideologie en beginselen van de partij zijn. De beredenering van het onbekend zijn met partijstandpunten etc. haalden we hier boven aan. Het is bij het niet bekend zijn met de eenduidige politieke ideologie en beginselen niet mogelijk voor de kiezer een verantwoorde keuze te maken bij de verkiezing, zegt de commissie. Ze is van mening dat deze onbekendheid ‘eigen’ is aan de combinaties. De commissie vindt dat het de politieke ideeën en beginselen zijn waaromheen mensen zich als politieke partij groeperen. Deze normatieve uitgangspunten worden door de gekozen politieke partij bepalend voor het politiek handelen van de partij. De commissie vraagt zich af welke de politieke beginselen van een politieke combinatie van politieke organisaties zouden kunnen zijn. Deze vraag is overbodig omdat de kiezers hun stemmen toch uitbrengen op kandidaten uit een bepaalde partij en niet op een combinatie, omdat deze combinaties ook niet bedoeld zijn als langdurige en permanente eenheden. Aan de combinaties ligt een efficiëntie-aspect ten grondslag, maar deze combinaties zijn niet ontbloot van een soort ‘common ground’. De partijen in de combinatie geven dus wel aan dat ze samen zijn omdat iets hun bindt. Als dat afgewezen wordt, dan wordt dus de partij ook afgewezen. De commissie vindt dat een combinatie geen bestaansrecht heeft als het alleen is ‘voor het behalen van een meerderheid’. Er is een grote verscheidenheid aan beginselen die onder meer religieus, socialistisch, conservatief en liberaal kunnen zijn. Het is om deze redenen onder meer waarom de commissie het deelnemen in politiek combinatie-verband aan de verkiezingen afraadt en voorstander van is om artikel 7 van de Kiesregeling te wijzigen, zodanig dat de deelname als combinatie van politieke organisaties aan verkiezingen geschrapt wordt uit de Kiesregeling.
De reden van de commissie gaat niet op. Iets anders zou het zijn wanneer de commissie het zou bekijken van de optiek van de kiezer. Het is namelijk zo dat bepaalde kiezers wel voor een partij zouden willen stemmen, maar moeite ermee hebben dat die partij in een combinatie met een andere partij samenwerkt.

error: Kopiëren mag niet!