Beoordelingsmisslagen

Zoals de bekwame ondernemer zijn interne organisatie voortdurend tracht af te stemmen op externe invloeden, waaronder openbaar bestuur, wetgeving, concurrentie, innovatie, klantenwensen en technologische ontwikkelingen, heeft ook de staat als geordende samenleving de plicht de relatie tussen het interne en het externe voortdurend in het oog te houden. De principes van goed bedrijfsbestuur gelden, zo gezien, in zekere zin ook voor het staatsleven. Dat het interne in ons land steeds het beeld van verwaarlozing en plichtsverzuim van overheidswege heeft opgeroept , een troosteloze boedel die regeringen aan elkaar overdragen, is vertrouwd gemeenschapsgoed geworden. Tel daarbij op het ongedisciplineerd gedrag vanuit de samenleving . Kijk , als voorbeeld, maar naar de chaos in vele overheidsorganisaties. Kijk maar naar de scholen in ons land, die het heersende regiem als desolate boedel heeft moeten erven van zijn voorganger. Plaats voor een moment in gedachten de rommelige verhoudingen tussen regering en parlement. Betrek daarbij tevens het gegeven dat vrijwel alles in de Surinaamse politiek gedomineerd wordt door vijandigheid en conflicten in de persoonlijke sfeer. Vergeet niet de vele gevallen van decennialang getoonde ondeskundigheid in de beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Klokkenluiders vanuit politieke partijen als psychische gevangenissen zijn uitsluitend extern gericht, misstanden als machtsmisbruik binnen eigen partijgelederen en corrutieve handelingen van partijgenoten blijven voor de interne consumptie. De talloze opmerkingen van oppositiezijde over ondeugdelijkheid van openbaar bestuur gaan voorbij aan het gegeven dat de kweekvaders van dit kwaad zich binnen hun eigen politieke historie en contreien bevinden. Vijftien arbeidsjaren van een bepaald regiem bleken naderhand niet voldoende voor het geven van een minimale aanzet voor een rechtvaardige samenleving. Evenmin heeft dit drievoudig regiem in geen enkel opzicht bijgedragen aan het leggen van een fundament voor een Surinaamse maatschappij ter verbetering van het sociale leven. Sociaal beleid bleef het onbetreden domein, de geroemde geldvoorraad van toen was niet bestemd voor degenen die van de straatstenen moesten leven. Het beeld van openbare kinderarbeid, vergezeld gaande van bedelarij, is daarvan een der levende getuigenissen. De interne organisatie van ons staats- en gemeenschapsleven is steeds een hardnekkige puinhoop geweest. En waar goede interne organisatie zoek is, zal de externe afstemming, hetzij binnen de eigen grenzen , hetzij grensoverschrijdend, op de klippen lopen. De ondernemer zal nimmer het hoofd kunnen bieden aan opkomende gevaren en risico’s vanuit de omgeving waarin zijn organisatie moet functioneren, indien hij zijn beleid moet uitzetten op zijn eigen organisatorische chaos. De literatuur op organisatiekundig gebied is in dit opzicht duidelijk en consequent. Wanneer gesteld wordt dat het buitenlands beleid van de zittende regering maar niets voorstelt, en deze opmerking gemaakt wordt onder verwijzing naar vorige regiems die het stukken beter gedaan zouden hebben, dringt de vraag naar de herkennigspunten zich op. Waar liggen de zichtbare resultaten van doel- en resultaatgericht buitenlands beleid gedurende de achterliggende beleidsperioden? Lethargie, de ziekelijke slaapzucht, was tot voor kort kenmerk van het extern gerichte bestuur . Veel geld is door de huidige regering verkwanseld op het gebied van het buitenlands beleid, dat klopt. Deze geldverspilling was vooral het gevolg van misslagen in de keuze van ambassadeposten, de geldverslindende logistieke ondersteuning daarvan , en niet te vergeten de overdaad aan buitenlandse reizen en delegaties . In vergelijkende zin heeft de huidige buitenlandminister Suriname wel merkbaar duidelijker geportretteerd in de externe betrekkingen. Anderzijds is het binnenlands beleid op verschillende gebieden tot heden pover tot slecht geweest, dit vooral ook als gevolg van getoonde onbekwaamheid van verschillende ministers en hun onvermogen om op intelligente wijze om te gaan met maatschappelijke, beleids- en bestuurlijke vraagstukken. De kracht van het overheidsbeleid op het gebied van de buitenlandse relaties houdt in elk resultaatgericht bestuur nauw verband met de ontwikkelings- en organisatiegraad van de eigen maatschappij, de daarin heersende cultuur en mentaliteit, de eigen huishouding, de eigen strukturen, de eigen flexibiliteit, dynamiek en slagkracht. Wat onbegrijpeljk blijft is het feit, dat Suriname enerzijds onder het huidige regiem vaker als het ontmoetingsgebied voor buitenlandse staatshoofden en delegaties is neergezet, terwijl de onverschilligheid van voorgaande regeringen op het terrein van de binnenlandse orde trouw is voortgezet. Louter materiele voorzieninen in de publieke sfeer zijn nu eenmaal geen bruikbare prestatie-indicatoren voor bestuurlijke veranderingen en vernieuwingen. Goed buitenlands beleid is uitgesloten in een situatie van rommeligheid in het interne staatsleven. De andere zijde van de nationale vergaderzaal kampt in dit verband overigens ook met het ongerief geen bruikbaar refentiekader te kunnen aanbieden aan de huidige buitenlandminister. Immers, ook voorgaande regiems , met name de (Nieuw) Front-bestuurders, hadden er de slag van beleid te ontwikkelen dat de samenleving uiteindelijk niet veel meer opbracht dan windeieren en gebakken lucht.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!