Begripsinhoud

De zin van onzin is ook het weten waard. Onzin heeft ook zin en wel in deze betekenis dat je uit alle nonsensvertelsels een goed beeld krijgt van het niveau van de verteller. Dan maar kiezen voor het zinvolle. Dan de aandacht maar liever richten op de wetenswaardigheden. En waarom zouden enkele geliefde noties hier niet belicht mogen worden? Neem als voorbeeld nu het woord mindshift. Zo in de zin van:‘ons land heeft behoefte aan een mindshift’. Wat houdt dat nu in? Dat wordt niet verduidelijkt. Geen nood. In feite gaat het om niets meer dan een omschakeling in het denken. Iedere dag weer de werkplek bezoeken om ervoor te zorgen dat onze organisatie naar behoren functioneert. Steeds ervoor zorgen dat volgens de geldende regels, procedures, methoden en technieken wordt gewerkt. Dus: de intern-gerichte kijk op zaken. Een omschakeling in het denken brengt juist de belanghebbenden bij onze organisatie in beeld. Met name het belang van de klanten. Dus: een uitgesproken externe, klantgerichte benadering. De klant zal centraal staan. Klantgericht en klantvriendelijk werken wordt onze slagzin. Een mindshift komt in beweging. Een beweging die met verandering in het denken over iets specifieks te maken heeft. Een geleidelijke verandering in het denken over de plaats van de klant vereist transitie die altijd met menselijk gedrag van doen heeft. Het systeemgericht denken geleidelijk aan veranderen in denken in de belevingswereld van de klanten (ook overheidsklanten!) brengt een mindsift op gang. De leerkracht was de traditionele verzorger van de lessen. Nu is dat anders: de leerkracht is mede opvoeder en gedraagt zich, ook buiten schoolverband, steeds keurig. Zo hoort het tenminste. Een ander begrip dat zo vaak te horen is, is ‘paradigma’. Er moet een paradigmashift komen. Of: er moet een nieuw paradigma worden ontwikkeld. Wat wordt met dit begrip bedoeld en kan dat ontwikkeld worden? Paradigma als woord is afkomstig van de wetenschapshistoricus Thomas Kuhn ( 1922-1996 ), die dit begrip in zijn onderzoekspraktijk een centrale plaats gaf. Een paradigma heeft betrekking op een heersend stelsel van opvattingen over de werkelijkheid op een bepaald gebied. Dank zij het paradigma kan hetgeen dat waarneembaar is verklaard en begrepen worden. Een nieuw paradigma voor ons onderwijs ontwikkelen? Dat zal niet zo best lukken. Immers, een paradigma ontstaat niet langs wegen van de geleidelijkheid, doch doet meer denken aan een ‘ontdekking’, iets waarvan wij ons niet eerder bewust waren. Tenminste, zo leert de literatuur ons. Maar in hoeverre is die bewering sluitend? Want neem bijvoorbeeld de ontwikkelingsfasen van een onderneming: productgericht-, procesgericht-, systeemgericht-, ketengericht-, maatschappijgericht. Elke fase houdt de verandering in van het bestaande managementparadigma. Een toekomstgerichte manager ziet elke ontwikkelingsfase aankomen, en daardoor ook een nieuw managementmodel of – paradigma waarop tijdig kan worden geanticipeerd. Zo onvoorzien schijn het (nieuwe) paradigma als fenomeen dus ook niet te zijn. Het multiple choice systeem voor de beoordeling van examens is een paradigma. Met de uitvinding van de boekdrukkunst werd een paradigma geboren. In hoeverre de verkeersrotonde als model en als paradigma kan worden aangemerkt zal hier maar ter beoordeling aan de verkeersdeskundigen worden overgelaten. De ontdekking dat de wereld niet plat, maar rond is, zal ooit wel een nieuw paradigma tot stand hebben gebracht. Het ontstaan van een paradigma impliceert de plotselinge bewustwording van de oplossingsmogelijkheid van een bestaand probleem of van een aspect daarvan. De volgende ‘hype’ is de zo geliefde ‘cultuuromslag’ die onze gemeenschap moet ondergaan. Wat die omslag nu precies inhoudt en hoe die moet plaatsvinden wordt nooit toegelicht. Waarschijnlijk wordt cultuuromslag ook mogelijk geacht zoals een weersomslag zich vaker aandient: fraai zonnig weer verandert plotseling in donkere wolken boven ons hoofd. Cultuurdeskundigen zullen ooit duidelijk maken in hoeverre een cultuuromslag praktisch mogelijk is. Als cultuur alles omvat wat langs niet-biologische weg tot stand gekomen is, lijkt die omslag wel problematisch. Maar goed, met onze typische Surinaamse allures weet je het maar nooit. In elk geval haalt de bekende Amerikaanse auteur en wetenschapper Robert E. Quinn in een van zijn publicaties aan dat de eenmaal gevestigde cultuur niet gemakkelijk verandert. Cultuur heeft te maken met ingesleten, geprogrammeerd gedrag. Wie zich als de Surinaamse cutuurveranderaar wil profileren moet tenminste weten waar het in cultureel opzicht aan schort. Die zal de Surinaamse cultuur aldus moeten diagnosticeren. Immers, elke veranderkundige onderwerpt zijn of haar veranderobject primair aan een kritische analyse. Hoe dat zal moeten geschieden, lijkt een boeiende belevenis voor de toeschouwer. En hier nog ons inmiddels populaire herwaarderingsbegrip, u allen inmiddels wel bekend. De nieuwste hype. Hoe ver reikt dit woord? Welnu, een rolletje toiletpapier op tijd beschikbaar voor de docent op school is nu een blijk van herwaardering. Zorgen voor schone toiletten op school valt ook onder herwaardering. Gelooft u het maar. Schone leslokalen, voldoende schrijfmateriaal, verantwoorde klassengrootte, schone schoolterreinen, dit alles valt nu ook onder de paraplu van ‘herwaardering’. Een verhaal in identieke geest geldt ook voor het politiekorps. Ook daar heeft ‘herwaardering’ een niet-eindigende rekbaarheid verworven. Herwaardering is ook daar versmolten met de verplichte organisatorische en logistieke ondersteuning door de werkgever. Is dit alles soms een vorm van een onbegrijpelijke paradigmaverschuiving? Waarlijk, de literatuur over functiewaardering is toe aan herschrijving.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist

error: Kopiëren mag niet!