Bankroet en opstand

Het economische verval toont aan hoe onrijp en kwetsbaar de democratie in Suriname is. Er is geen politieke cultuur van openheid, geen verantwoordingsplicht en geen eerlijkheid. Een sterke, onafhankelijke rechterlijke macht ontbreekt en toezichthouders die de overheidsuitgaven moeten controleren zijn machteloos.
Al wat goed is te betrachten
Dat geeft aan ons land waardij
Al wat goed is, wordt ondermijnd. De machthebbers praten wel mooi, maar doen lelijk. Daarom is het land in verval. Als er geen behoorlijk bestuur op poten wordt gezet, dan zijn de vooruitzichten voor Suriname nogal pessimistisch. Dan zal het nationalisme voor Suriname erger blijken te zijn dan het kolonialisme. Dan zal blijken dat de witte kolonisatoren zijn veranderd in zwarte nationalisten die de uitbuiting hebben vervolmaakt.
Bestuurders moeten deugen (deugd betekent niets anders dan rechtvaardigheid, gezond verstand, goed gedrag en zelfbeheersing). De vele vervangingen van bestuurders en de vele commissarissen zijn een teken van onbehoorlijk bestuur en vriendjespolitiek, net zoals derdedaagse koorts een teken is van malaria. Kleine narcisten worden op het podium geprikt om vervangen te worden zodra ze niet meer nodig zijn en te machtsdronken worden. Te veel macht is schadelijk, net als alcohol; het tast het oordeelsvermogen aan. Macht moet daarom altijd worden ingeperkt. De wrede jaren tachtig hebben ons geleerd hoe het anders mis kan gaan.
Het is een feestelijk komen en gaan van bestuurders die regeren als kleine basja’s, met erupties van infantiele woede in de vorm van beledigingen vanuit bestuurdersstoel. De uit de mond ontsnapte luchtballonen doen iedereen terugdeinzen en de wenkbrauwen fronsen, net als slechte adem. Soms is het materiaal zo erg dat je als nieuwsgierige toeschouwer geneigd bent om de lens van de abnormale psychologie erbij te halen om een en ander te interpreteren. Ze hebben een grote mond, maar hebben ze nou een ontwikkeling op gang gebracht en iets bijgedragen? Ze dragen vooral bij aan zichzelf en de kliek waartoe ze behoren. Hun komen en gaan en hun beveiliging kost het land tonnen geld. Een symptoom van zelfverrijking is het niet willen laten onderzoeken van onmiskenbare corruptie en wanbeleid. En de zichtbare corruptie is nog maar het topje van de ijsberg. Het allergrootste deel is onder water en moeilijk op te sporen. Papiersporen worden vernietigd; geldsporen stoppen bij banken met bankgeheim; personen die op de hoogte zijn worden door omkoping, intimidatie of geweld het zwijgen opgelegd. En onverklaarbare rijkdom is nooit stof voor debat of onderzoek.
Macht laat maskers vallen. Het geeft ons glimpjes van de ware aard van personen. De ene gebruikt de macht om recht en orde te herstellen en de vrees en angst bij burgers te verminderen, de andere veroorzaakt met zijn macht het verval van de rechtsstaat en de economie. De ene legt verantwoording af voor het beleid, de andere geeft de ‘witmangs’ de schuld van zijn falen en tekortkomingen en misbruikt daarbij handig de culturele nawerking van het slavernijverleden.
Suriname is een samenleving geworden waarin de levendigheid alleen voor opportunisten nieuwe grenzen opent. Je komt alleen vooruit als je opportunist bent en je stem verkoopt; niet op grond van verdienste. Zo ontstaat een gemeenschap van halvegaren, gedoemd om halfgaar te blijven. Dit is dan het sprookje van het nieuwe Suriname dat wordt verkocht door de nationalisten. Je hebt alleen medelijden met de slachtoffers van dit sprookje. De zogenaamde nationalisten en patriotten zijn dankzij de goede werking van de ‘witte’ instituties aan de macht gekomen en zijn meteen na de winst die instituties gaan ondermijnen. Zie de afschuwelijke eenvoud van de wijziging van de amnestiewet en het inzetten van artikel 148 evenals de bedwelming van de ‘waakhonden’ en bijgevolg de verdamping van de kasreserve.
Het bankroet oogt als het grimmig beeld van eb, als alle rommel zichtbaar wordt, als het water laag is. Dit blijft over als de eerlijkheid wegtrekt. Het schip van staat is overgenomen door piraten en is gestrand in bagger. Het is minder leuk in de zonovergoten straten. Iedereen toetert en roept: ‘pe a moni de!’ Het geld is verdampt onder oogluikend toezicht van de beheerders (die overigens ook de democratische verkiezingen hebben veranderd in een feest van loze beloften, misleiding, steekpenningen en kistjes met whisky). De hoorzitting over het bankroet lijkt hierop: “en wat is er gebeurd met de miljarden dollars, verdient aan olie en goud?” “Mi no sabi, het is verdampt.” De centrale bankier heeft zich gedragen als een schoenlapper of een kleermaker die de schoenen of de kleren in slechtere staat heeft afgeleverd dan hij ze heeft gekregen en daarvoor ook nog dik is betaald. Het is te zot voor woorden. Nee, met zulke praktijken krijg je snel verval.
De massa is verarmd om een kleine groep aan de top rijk en gelukkig te maken. De middenklasse pikt dit niet en begint serieus in opstand te komen. De laagste klasse lijkt nogal loom. Daar is de cultuur van slavernij veranderd in een houding van afhankelijkheid van pakketten. Het is het stemvee dat afhankelijk gehouden wordt, terwijl de armen, de echte, recht hebben op een onafhankelijk leven. In die klasse zijn ook de haarden van criminelen die rondtrekken om hardwerkende burgers te mishandelen en te beroven. In de droom van de machthebber zijn ze net als de wakamans potentiele milities die in moeilijke tijden kunnen worden opgetrommeld om te komen rellen. Ondertussen worden ze wijsgemaakt dat hun verloedering en wanhoop te danken is aan de mensen die niet op ze lijken.
Het land staat op bijna instorten omdat personen die fout zijn niet als fout worden beoordeeld en met hun fouten nog meer fouten mogen maken omdat fout niet meer fout is. Dit verval drijft de middenklasse nu op straat. Het weigert als pakezel te worden opgezadeld met de hoge schuldenlast.
Alle gebeurtenissen hebben een oorzaak, en glorie kan alleen volgen na het aanpakken van de oorzaken van het verval. Het bankroet is veroorzaakt door leiders die: 1. een afkeer hebben voor juridische precisie of weinig waarde hechten aan het volgen van de wet, 2. weinig controle toestaan op hun administratie, 3. met een klein aantal het voor het zeggen willen hebben over bijna al het publieke geld, 4. vele mogelijkheden hebben om het geld te verdelen aan vrienden en familie, 5. een cultuur scheppen waarin corruptie en straffeloosheid kunnen bloeien, 6. niet bereid zijn om misstanden op te sporen en op te lossen, 7. bestuurders kiezen op basis van loyaliteit in plaats van op basis van kennis en kunde, 8. snel rijk willen worden, 9. beter zorgen voor mijnwerkers dan voor landbouwers en veeboeren, 10. Suriname niet mooi willen maken voor kennismigranten en landbouw- en veeteeltmigranten, en 11. niet snappen dat de democratie alleen goed kan functioneren als de drie machten hun werk goed doen, zoals in het lichaam hart, longen en hersenen niet zonder elkaar kunnen functioneren, en dat de uitvoerende machthebber het niet alleen voor het zeggen kan hebben, terwijl de wetgevende macht en de rechterlijke macht op elk moment buitenspel gezet kunnen worden, want dan is geen enkele democratie levensvatbaar.
D. Balraadjsing (uit Nederland)

error: Kopiëren mag niet!