Assenbold

Als u dit leest moet de jonge Surinamer Miguel van Assen zijn nummer hinkstapsprong op de Summer Youth Olympics hebben afgelegd of hij zal dat moeten doen. Deze jonge Surinamer van de sportclub AV Marwina heeft met nadruk ons land op de kaart gezet en daarom was het dubbel en dwars verdiend dat hij groot op ons voorpagina van zaterdag een plek krijgt. De immense Usain Bolt is deze jonge atleet zijn idool, vandaar dat hij zich ook wel Assenbold laat noemen en zo wordt genoemd. Van Assen heeft zich voor de finale als beste geplaatst en wel met een voorsprong van 64 centimeter op de tweede beste sprong. Als alles normaal verloopt, dan wint deze Surinamer uit het oosten van het land een gouden plak voor ons land en uiteraard ook voor zichzelf en voor zijn club en technische begeleiders. Bij deze moet zeker gecomplimenteerd worden de AV Marwina en met name de oprichters van deze club en de bestuurders, adviseurs en de technische deskundigen die er hun krachten geven. We hebben het eerder gesteld en wij zullen het blijven zeggen. Het barst van het atletiektalent in Suriname. Dat kan je al zien wanneer je de baby’s en de kleintjes ziet lopen en rennen en klimmen thuis, op straat en op school. Er is veel natuurtalent, maar onze blikken zijn niet gericht op onze kinderen, maar op de sterren in het buitenland. De oprichters van AV Marwina moeten worden gecomplimenteerd, omdat ze het hebben kunnen inzien dat er rondom hem talent rondloopt en dat dit talent opgevangen moet worden. Op den duur heeft iedereen er alleen maar baat bij, zowel het land als de clubs en de atleet zelf en zijn/haar kring. Bijna alle landen, zelfs de Nederlandse eilanden, hebben beseft dat er talent is en dat die in ieders voordeel ontwikkeld kan worden. Het resultaat zie je op de internationale atletieknummers in de finales. Het gaat heel vaak om de Caribbean en de Amerikanen. De atleten lijken in alles op ons. Daarom is het van belang dat er geen djoegoedjoegoe is bij de Surinaamse Atletiekbond, want er is enorm veel succes te behalen voor Suriname. Miguell van Assen bewijst ons dat wij onze kinderen verwaarlozen. Hij heeft het geluk gehad dat AV Marwina zijn talent kon herkennen. Er zijn duizenden atletiektalenten die miskend worden door de Surinaamse regering c.q. het ministerie van Sport- en Jeugdzaken, de SAB, de glo-, voj- en vos-scholen en de burgers die in staat zijn om atletiekverenigingen op te richten om de talenten te ontwikkelen. Bij de verkiezingen die achter de rug zijn bij de SAB benadrukten wij dat de decentralisatie van de atletieksport van eminent belang is. Het talent in Suriname is vanwege de urbanisatie wel steeds meer dichter bij Paramaribo komen wonen. Jamaica, Bahamas, Barbados en Trinidad en zelfs de kleine eilanden presteren heel goed internationaal en behoren tot de wereldtop. Talent van even goede kwaliteit is aanwezig in Suriname, van zowel van het mannelijke als het vrouwelijke geslacht. Slechts een klein deel van het talent wordt benaderd of wordt gestimuleerd op weg naar een atletiekvereniging. We zeiden eerder dat de Atletiekbond nog steeds te introvert en naar binnen gekeerd is en niet in staat is om landelijk een programma uit te voeren gericht op betere Surinaamse atletiekprestaties. Suriname kent een aantal vaste atletiekclubs en daar zijn in het afgelopen decennium niet veel bijgekomen. Er moeten veel meer verenigingen worden opgericht. Surinamers houden van voetbal, maar atletiek ligt hen ook. Dat blijkt uit de wijze waarop men atletieknummers volgt van internationale toernooien die op tv te volgen zijn. De LO-programma’s op de voj en vos hebben atletiekonderdelen, maar geen voetbal bijvoorbeeld. Het een en ander heeft te maken met de onderwijscultuur en de feminisering bij het onderwijzerskorps. Voor de atletiekbond is het gemakkelijker om ingang te vinden bij Minov en gezamenlijk programma’s te ontwikkelen gericht op scouting en verhoging van de organisatiegraad. Wat het laatste betreft moet gesteld worden dat bijvoorbeeld Wanica en ook Paramaribo Zuid behoefte heeft aan een paar op de omgeving gefocuste buurtverenigingen, gericht op de atletiek. Minov zou ook in Commewijne, Saramacca en Nickerie en de andere districten het ontstaan van atletiekverenigingen kunnen stimuleren samen met Sport en Jeugdzaken. Veel talent is er ook in Sipaliwini, Brokopondo en Marowijne waar men in samenwerking met bedrijven de organisatiegraad kan verhogen en faciliteiten kan laten aanleggen. In Marowijne is er een opkomst met de oprichting van een club, maar ook bij atletiek zien we dat men zich meer associeert met het district dan met het land op zich. Van Assen komt uit een vereniging uit het oosten van het land. Wat zeker niet moet worden onderschat, is de technische begeleiding. Er is veel kader aanwezig in de landen in de regio en die kunnen wij vanuit de economische diplomatie aanwenden om atleten in Suriname te ontwikkelen. De Regional Sports Academy kan bij deze ook een rol gaan spelen. Van Assen wordt mede begeleid door een deskundige die afkomstig is uit Cuba. Het wordt gezegd dat het succes van Van Assen mede komt door de begeleiding van deze deskundige, die trouwens ook aanwezig zou zijn bij de Youth Olympics. In Nederland zit er ook technisch kader met een Surinaamse achtergrond die ingezet zou kunnen worden door de verenigingen. Er is veel werk aan de winkel voor de SAB. Een groot deel van het Surinaams talent wordt gewoon verwaarloosd. Dat is een grote zonde en de jonge Miguell van Assen bewijst dat dit onterecht is. Vanuit Suriname duimen wij dat Van Assen met glans goud mag winnen en Suriname trots kan maken. Van zijn succes zullen wij immers ook enorm genieten.

error: Kopiëren mag niet!