Armoedegrens vaststellen om herwaardering toe te kennen

Armoedegrens vaststellen om herwaardering toe te kennen1De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc) heeft onlangs in de Congreshal voor een zeer beperkte groep van leerkrachten een presentatie verzorgd over zijn model van herwaardering voor de leerkrachten. Er werd namelijk een uiteenzetting gegeven van de transformatie van de 78 functies van de actoren binnen het systeem naar 4 bevoegdheden.
De animo voor deze presentatie was niet geweldig, waardoor niet alle leerkrachten weten wat het herwaarderingsprogramma van het ministerie precies inhoudt. Er werden in alle 4 categorieën bedragen opgesomd tussen SRD 2.402 en SRD 5.940. Echter was niet duidelijk over wat voor lonen er gesproken werd (brutolonen of nettolonen). Indien het om nettolonen gaat, zien critici dit als een goede instap. Echter, indien het om brutolonen gaat, zien dezelfde critici dit niet zitten. Een simpele aftrek van loonbelasting, pensioenpremie, AOV-premie en ziekteverzekering (verhoging nog niet in acht genomen) brengt de salarissen uiteindelijk niet ver van wat die op dit moment zijn. De koopkracht is hiermee nog steeds niet versterkt.
Volgens critici weet de leiding van het ministerie precies dat de stakende vakbonden niet zouden instemmen met deze bedragen en daarom niet ervoor gekozen is om de bonden hierover in te lichten. Volksvertegenwoordiger Patricia Etnel gevraagd naar een reactie op dit stuk, is ervan overtuigd dat het ministerie wil doen blijken dat het een herwaardering toekent, maar daar nooit aan werkt. ‘De praatjes van dit moment’ zijn naar haar oordeel ‘om op de psyché van de leerkrachten te spelen’. Het eerste waar de overheid bij het toekennen van een herwaardering aan zou moeten werken, is het vaststellen van de armoedegrens. Alleen daarvan uitgaande zou er een gedegen herwaardering kunnen worden gepleegd. Daar de regering ervan bewust is dat het vaststellen van een armoedegrens voor haar zelf geen goed gezicht zal zijn en landelijk een herwaarderingswens met zich zal meebrengen, zien critici de regering daar opzettelijk niet aan werken. Aan de andere kant stelt bondsvoorzitter Wilgo Valies ook dat er een minimumsalaris van SRD 4000 moet worden toegekend aan de leerkrachten. Ook Valies was niet duidelijk erover als hij het over een bruto- of nettominimumloon had. Dit betekent dat zowel de regering als de bond bedragen uit de lucht grijpen om zichzelf bezig te houden. Er wordt geen verklaring gepresenteerd voor de gewenste toekenning en de eisen van partijen.
Leerkrachten halen uit Fiso
Ook wordt gesproken over het schrappen van de leraren uit het Fiso-systeem en te plaatsen onder een stichtingsbestuur. Leerkrachten zullen dus niet meer door de overheid worden betaald, maar door het stichtingsbestuur, dat haar geld uit overheidssubsidies zal ontvangen. Volksvertegenwoordiger Riad Nurmohamed gevraagd naar een reactie op zo een model, ziet nog geen vuiltje aan de lucht. Naar zijn oordeel is het niet te doen met de vele zaken van de duizenden leerkrachten, die behandeld moeten worden door het ministerie. Op de Anton de Kom Universiteit van Suriname is er ook een bestuur, dat ook subsidies ontvangt van de overheid. Er zijn vaak vertragingen in het overmaken van subsidies, maar die zijn er momenteel bij deze leerkrachten soms ook. Dat het ministerie hiermee tracht ‘om enkele lasten van zijn schouders te verschuiven naar andere schouders, die rechtstreeks aan haar rapporteren’, is volgens Nurmohamed geen zonde.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!