Arbeid ondersteunt integrale aanpak kinderarbeid en vroegtijdige schoolverlaters

De presidentiële Integraal Werkgroep Kind en Jeugdbeleid was op bezoek bij het ministerie van Arbeid. V.l.n.r: Imro Smith (hoofd Voorlichting), Firosh Abdoelaziz
De presidentiële Integraal Werkgroep Kind en Jeugdbeleid was op bezoek bij het ministerie van Arbeid. V.l.n.r: Imro Smith (hoofd Voorlichting), Firosh Abdoelaziz
De minimumleeftijd om arbeid te verrichten in ons land zal worden opgetrokken van 14 naar minimaal 16 jaar. Tegelijkertijd zal de leerplichtige leeftijd van 12 jaar zich aanpassen aan de arbeidsminimumleeftijd. De Raad van Ministers heeft intussen zijn goedkeuring gegeven aan het toetreden van ons land tot het ILO-verdrag 138, dat betrekking heeft op minimum arbeidsleeftijden. De Staatsraad en De Nationale Assemblee moeten nog hun goedkeuring hierover uitspreken. Deze mededeling deed minister Soewarto Moestadja van Arbeid aan de presidentiële Integraal Werkgroep Kind en Jeugdbeleid, onder leiding van Lilian Ferrier, die bij hem op werkbezoek was. Bij deze gelegenheid werd er van gedachten gewisseld over de integrale aanpak van beleid van de verschillende ministeries gericht op kinderen en adolescenten. Het ministerie van Arbeid richt zich op beide doelgroepen. De werkgroep heeft al een integraal beleids- en actieplan opgesteld en zorgt ervoor dat de ministeries met elkaar gaan samenwerken in het belang van de jeugd.
Ten aanzien van kinderen moet het ministerie toezien op het verbod op kinderarbeid en zorgen voor aangepaste en gemoderniseerde wetgeving op dit gebied. Echter vindt het ministerie dat het ontmoedigen van kinderarbeid veel verder reikt dan het beleid van Arbeid. Zo zullen vanuit andere ministeries gezinnen gestimuleerd moeten worden om hun kinderen onderwijs te laten genieten, want als kinderen werken in plaats van naar school gaan, zal dit armoede in stand houden. Het ministerie weet uit ervaring dat kinderen die werken nauwelijks in staat zijn om iets aan hun situatie te veranderen. Ook zullen ze als volwassenen minder mogelijkheden hebben om bij te dragen aan de economische ontwikkeling van hun gezin en aan het land. Tegen deze achtergrond ziet Moestadja de integrale benadering vanuit verschillende ministeries als voornaamste voorwaarde om succes te kunnen boeken tegen kinderarbeid. Het in overeenstemming brengen van de leerplichtige leeftijd met de minimum-arbeidsleeftijd ziet hij als een goed voorbeeld op dit gebied.
De rode draad van deze integrale benadering is ook terug te vinden in de visie van het ministerie met betrekking tot adolescenten, oftewel de jongeren tussen de 15 en 20 jaar. Arbeid richt zich, wat deze groep betreft, voornamelijk op vroegtijdige schoolverlaters door hen kansen aan te bieden op de arbeidsmarkt. Zo worden jongeren getraind in jobskills en tracht het ministerie werkzoekende jongeren te plaatsen voor jobs in bedrijven die vacatures aanbieden. Ook stimuleert het ministerie klein-ondernemerschap onder deze groep. Het ministerie is ervan overtuigd dat er veel minder vroegtijdige schoolverlaters zich zullen aanmelden voor tweede kans onderwijs, als er al heel vroeg beleid wordt ontwikkeld voor adolescenten door de overheid.
Moestadja zal alle ondersteuning geven aan de implementatie van het integraal beleids- en actieplan van de presidentiële werkgroep. Dit document is een aanvulling op het Ontwikkelingsplan 2012-2016. De werkgroep is in 2011 in het leven geroepen door de president van Suriname met het doel om beleid vanuit de verschillende ministeries gericht op de jeugd te stroomlijnen en te coördineren. Bij het gesprek met de minister waren ook de leden Henk Essed en Ingrid Nortan-Uden van de werkgroep aanwezig.

error: Kopiëren mag niet!