Anticorruptie vereist voor progressie

Gisteren is in DNA de wet houdende nadere wijziging van het Wetboek van Strafrecht en regels ter preventie en bestrijding van corruptie (Anticorruptiewet: ACW) in behandeling genomen. Er zijn enkele opvallende aspecten in de ACW die van belang zijn. In de eerste plaats wordt er een Corruptiepreventiecommissie (CPC) in het leven geroepen. Deze commissie heeft onder meer als taak de overheid en daarvoor in aanmerking komende instanties gevraagd en ongevraagd te adviseren in verband met de effectieve preventie en bestrijding van corruptie. De CPC heeft dus een vrijheid op proactief te zijn of iets minder actief door alleen adviesaanvragen af te wachten. De CPC houdt een register bij van ingediende verplichte verklaringen die door publieke functionarissen bij een notaris worden ingediend. Deze verplichte verklaring is een nieuwigheid die in de wet is opgenomen. De CPC zal op verzoek van de pg informatie aan hem verstrekken uit dit register. De CPC houdt alleen een register bij van de verklaringen van de publieke functionarissen. De CPC registreert de gegevens niet uit de verklaring en de CPC heeft ook geen inzage in een afschrift van de notaris van deze verklaring. De CPC heeft geen bevoegdheid tot het onderzoeken van mogelijke strafbare feiten. Het Openbaar Ministerie is wel bevoegd om over te gaan tot onderzoek van strafbare feiten. De CPC valt onder de minister van Justitie en Politie. We hebben net meegemaakt hoe de president van Guyana opgebracht is voor verhoor en is heengezonden in verband met corruptie. In principe hebben de vervolgingsautoriteiten ruimte om selectief corruptie te onderzoeken. Met de geregistreerde verplichte verklaringen kunnen zaken sneller en gemakkelijker gaan. In elk geval lijkt het wel gerechtvaardigd dat overgegaan wordt tot transparantie. De verplichte verklaring houdt in dat elke publieke functionaris een verklaring aflegt betreffende zijn inkomens, bezittingen en schulden. De wet geeft aan dat bij staatsbesluit aangegeven kan worden dat bepaalde publieke functionarissen vrijgesteld worden van het afleggen van een verplichte verklaring. In de praktijk zal het dus erop neerkomen dat de verplichte verklaring slechts geldig zal zijn voor hoge ambtenaren en ambtenaren die op structurele basis in het kader van de dienstverlening met het publiek in aanraking komen. De verklaring wordt ingediend bij een notaris naar keuze. Deze keuze is gemaakt van de aard van het beroep van notaris. De notaris heeft bij het uitvoeren van deze handeling een administratieve functie, dus hij maakt geen notariële akte op. Wanneer de verplichte verklaring bij de notaris is ingediend, moet hij dit binnen een maand doorgeven aan de CPC. In de verplichte verklaring zitten er bijzonderheden over de inkomens, de bezittingen en de schulden van de publieke functionaris zelf en niet van zijn partners of andere familieleden. Dus de weg is hier open om corruptiegelden bijvoorbeeld te storten op rekeningen van de partner of familieleden. Opmerkelijk is dat de wet aangeeft dat de kosten om de verklaring te maken, aftrekbare belastingposten zijn. In de wet wordt eigenlijk uitgegaan van een eenmalige aflegging van de verklaring, maar in principe moet dat regelmatig en minimaal 1 keer per jaar gebeuren. De wet gaat uit van de vrijheid van de functionaris om zijn verklaring te vernieuwen als er wijzigingen optreden in zijn bezittingen, vermogens etc.. Dit wordt zelfs aanbevolen. Het is moeilijk voor te stellen dat de in eerste instantie geregistreerde gegevens constant blijven. Er zullen doorgaans wel veranderingen optreden, maar men kan het ook kunstmatig constant houden. Het OM kan aanleiding vinden om een onderzoek te beginnen in verband met vermeende corruptie, althans een strafbaar feit. In dit geval zal de pg om informatie vragen uit een register en dan bij de notaris. Wanneer dan blijkt dat de functionaris zijn verklaring niet heeft afgelegd, dan begaat hij op dit punt al een strafbaar feit. Naast de CPC en de verplichte verklaring worden middels de ACW ook de corruptiedelicten in het Wetboek van Strafrecht uitgebreid. In 1993 zijn al speciale delicten in verband met de corruptie in het WvS opgenomen. Deze worden nu uitgebreid. Daarbij heeft men geput uit het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie dat door Suriname is geratificeerd. Men heeft ook gebruik gemaakt van het VN Verdrag tegen corruptie uit 2003. Bij de nieuwe strafbare feiten is rekening gehouden met alle varianten van strafbare feiten, die mogelijk zijn in verband met corruptie, waaronder betreffende de omkoping van een rechter, niet-ambtelijke corruptie, ambtelijke corruptie en corruptie door de rechter. De CPC en de verklaring behoren tot het preventieve deel van de wet te behoren. Het strafwetgedeelte is het repressieve gedeelte. Daarbij moeten ook mogelijkheden worden geboden om ‘pluk-ze-kaal’-artikelen in de wet op te nemen, waardoor door corruptie verkregen middelen terug kunnen keren nar o.a. de boezem van de staat.

error: Kopiëren mag niet!