Anspach: IMF juicht verhoging brandstofprijzen toe

Raphael Anspach, Press Officer van het IMF
Raphael Anspach, Press Officer van het IMF
Het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) juicht de verhoging van de brandstofprijs toe. Hoewel het fonds het monetaire ondersteuningsprogramma op verzoek van Suriname heeft beëindigd, zal het IMF in contact blijven met de regering om modellen te bekijken die moeten leiden tot macro-economische stabiliteit en een sterke, rechtvaardige en duurzame groei. De aanhouding van de belasting op brandstof heeft volgens Raphael Anspach, press officer van het IMF, al geruime tijd een negatief effect gehad op de staatsfinanciën. Anspach zegt aan Dagblad Suriname dat het fonds bij zijn laatste reguliere Article IV missie in 2016 de regering geadviseerd heeft een methode te bewerkstelligen om richting marktconforme tarieven te gaan. Zo werd voorgesteld om maandelijks brandstofprijzen vast te stellen om stapsgewijs de subsidies weg te werken en de belasting op de brandstof weer in kracht te doen toenemen. De pompprijzen moeten hierdoor een realistische weerspiegeling zijn tussen de internationale prijs voor brandstof en de geldende valutawisselkoers. De IMF-topper benadrukt dat het besluit voor verhoging een eenzijdige beslissing van de regering is geweest en dit niets te maken heeft met enige druk vanuit het IMF. Anspach voegt eraan toe dat de druk op kwetsbare groepen van de samenleving gemitigeerd moet worden middels een conditional cash transfer programma, dat actieve armoedebestrijding en zelfwerkzaamheid stimuleert. Op dit moment is de government take ongeveer SRD 2,80 op diesel en SRD 3 op benzine. Het gaat om een vast bedrag en verschilt niet per lading. Een groot deel van de vakbeweging en de oppositiepartijen VHP, NPS, PL en Abop eisen reeds geruime tijd middels straatacties en politieke manifestaties dat de regering dit eenzijdig besluit terugdraait. De IMF blijkt met haar statement geen voorstander te zijn van terugdraaiing van deze verhoging.
Suriname zal USD 81 miljoen conform afspraak terugbetalen
Een week terug gaf Financiënminister Gillmore Hoefdraad in DNA te kennen dat Suriname zich op basis van de cijfers van nu, niet meer kan kwalificeren voor betalingsbalanssteun van het IMF. Met de verbeterde situatie zou het IMF Suriname afwijzen bij een verzoek voor een programma, benadrukte Hoefdraad. Daags daarna bevestigde Anspach tegenover de krant dat niet het IMF, maar de regering van Suriname het monetaire ondersteuningsprogramma gevraagd heeft te beëindigen. Hoefdraad legt uit dat Suriname niet onrechtmatig heeft geleend van het fonds zoals eerder door VHP-fractieleider Chan Santokhi is aangegeven. Het land kwam volgens hem in aanmerking voor de steun, omdat de economie sinds 2013 en erna hard was getroffen in de mijnbouwsector met sterk gedaalde prijzen. “De deviezenvoorraad was geslonken en moest versterkt worden. Ons land moest ook bewijzen dat ze stabilisatiemaatregelen zou doorvoeren en de algemene vraag in de economie zou intomen, opdat de deviezen efficiënt gealloceerd werden en niet zouden verdampen. Dit hebben we ook bewezen. Vooral de vooruitgang op het fiscale front en met name het bedwingen van excessieve uitgaven heeft bijgedragen tot deze doelen van stabilisatie en vraagintoming. Suriname zal het geleende geld (USD 81 miljoen, red.) normaal terugbetalen volgens de afspraken gemaakt in april 2016. Er is geen enkele boete op het stopzetten van het programma en het wordt ook niet gezien als een oneigenlijk lenen vorig jaar. Het IMF zal zijn middelen doorlenen aan andere landen die het dringender nodig hebben. Zo werken de richtlijnen van het Fonds”, aldus Hoefdraad gisteren op zijn Facebook-pagina.
FR

error: Kopiëren mag niet!