‘Als je wist wie John was, had je allang moord en brand gegild’, zei kantonrechter Marie Mettendaf donderdag aan de verdachte Raoul R. Deze verdachte stond samen met zijn comparant Edmund M. terecht voor de diefstal van een auto, inhoudende een tas, geld en twee gouden vingerringen. Volgens Raoul had hij het voertuig van een zekere John geleend en weet hij dus niet hoe het voertuig zou zijn gestolen. Echter kon deze verdachte, na verschillende inspanningen van de vervolging, op geen enkel moment aangeven wie John precies was. Dit maakte dat het verhaal niet aannemelijk was voor de magistraat. Het voertuig werd op 31 december 2015 ter hoogte van Lelydorp gestolen. Volgens de eigenaar moest hij die bewuste dag een onbekende persoon op de voornoemde plek ophalen. Daar aangekomen, gaven Raoul en Edmund aan dat zij de persoon waren naar wie de eigenaar zocht. Achteraf kregen zij kans het voertuig weg te nemen. Volgens Raoul kreeg hij het voertuig van John in de nacht van 1 op 2 januari 2016. Het feit dat hij John niet kon aanwijzen, is omdat de politie hem nooit heeft gebracht naar het woonadres van John. “Ik wist niet dat de politie ook tongboeien had”, zei de rechter, die het verhaal te ongeloofwaardig vond. Ook het verhaal van Edmund kwam ongeloofwaardig over bij de rechter. Volgens Edmund was hij op 31 december bij zijn vriendin, waardoor hij onmogelijk op Lelydorp kon zijn geweest. Volgens verklaringen van de vriendin bij de politie had zij na 30 december niets meer van haar vriend vernomen. Edmund gaf ook aan dat hij niet wist dat de wagen gestolen was. Op 28 juli komt een strafvoorstel.
FR
