Alleen de vrije pers houdt corruptie onder controle

Een vrije pers is slecht nieuws voor corruptie. Dit is de titel van een artikel dat jaren geleden is verschenen, en waarop dit stuk is gebaseerd. Het levert bewijs voor de stelling dat meer persvrijheid leidt tot minder corruptie. Beperking van de persvrijheid leidt tot meer corruptie. Ook politieke en economische controle op de media staan sterk in verband met corruptie. Dit zijn ervaringsfeiten. Als je kijkt naar de wereldwijde lijsten van persvrijheid en corruptie dan zijn de landen met de meeste persvrijheid ook het minst corrupt. Op de persvrijheidindex (een lijst van 180 landen) staat Suriname momenteel op de 31ste plaats (Nederland 2, Haïti 47, Venezuela 116). Op de corruptie-index (een lijst van 177 landen) staat Suriname op de 94ste plaats (Nederland 8, Venezuela 160, Haïti 163).
Het is bekend dat corruptie slecht is voor de economie. De oorzaken van corruptie zijn onvoldoende controle en geen of weinig straf na te zijn betrapt. Corruptie neemt toe waar regels niet helder zijn of niet streng worden toegepast en waar het toezicht op personen onvoldoende is. Corruptie neemt toe als het in dienst nemen of promoveren van personen niet gebeurt op grond van verdienste maar via vriendjespolitiek. Meer vriendjespolitiek betekent ook meer kans dat vriendjes samenspannen om de controle op hun wangedrag tegen te gaan. Corruptie neemt toe als benadeelde burgers heel moeilijk en met weinig succes een corrupt persoon voor de rechter kunnen slepen. Corruptie neemt toe als een burger niet naar de pers kan stappen om zijn recht te halen. Corruptie neemt toe en verspreidt zich over de gehele samenleving bij het ontbreken van een zakelijke cultuur.
In een zakelijke cultuur zijn relaties nuchter, praktisch, zonder verplichtingen. Een Engelse term hiervoor is arm’s length relaties. Er is gepaste afstand tussen personen die een deal sluiten. Een simpel voorbeeld van onvoldoende armlengte is de vader die een stuk grond aan zijn zoon verkoopt voor een prijs die sterk afwijkt van de werkelijke waarde. In Suriname is de kans op voldoende armlengte in zakelijke relaties kleiner. De bevolking is klein, men komt elkaar overal tegen, is vaak afhankelijk van elkaar. Relaties zijn vaker emotioneel, familiair of ongelijkwaardig. Dit verhoogt de kans op corruptie.
Persvrijheid is een krachtig wapen om corruptie onder controle te houden. Een ambtenaar die een dienst weigert of uitstelt om smeergeld los te krijgen, of mensen afperst om een behandeling te krijgen waar ze recht op hebben; een ambtenaar die oordeelt dat een belastingbetaler een onwerkelijk hoog bedrag aan belasting moet betalen en de belastingbetaler die geen zin heeft in kostbare loperij om hiertegen in bezwaar te gaan, en daarnaast zelf twijfelt wat het juiste bedrag is dat hij moet betalen: die ambtenaar kan profiteren van de situatie door smeergeld te vragen in ruil voor de dienst of het correcte bedrag. Als de burger weet dat klagen bij de overheid of bij de rechter niet helpt, of dat vechten alleen maar duurder zal uitpakken, dus niet de moeite waard is, dan zal hij zich overgeven en ‘de lekkers’ betalen, omdat hij er dan beter van af is. Dit houdt corruptie in stand. Een goedkopere manier om corruptie aan te vechten is (dreigen met) stappen naar de pers om het machtsmisbruik van de ambtenaar te openbaren. De ambtenaar zal dan eieren kiezen voor zijn geld, omdat hij niet betrapt of gestraft wil worden. Dit gaat corruptie tegen. Als corruptieberichten vaak in de krant komen, zal de overheid zich ook gedwongen voelen het toezicht en de straffen te verscherpen. De pers is dus een luide stem voor de slachtoffers van corruptie.
Een moeilijker te controleren vorm van corruptie is een bevoegde ambtenaar die samenspant met een burger bijvoorbeeld bij het ontwijken van belasting of invoerrechten, of bij de gunning van een opdracht of landuitgifte. De burger verdient hier ook aan en gaat dit niet rondbazuinen. Deze vorm van corruptie is moeilijker tegen te gaan dan afpersing. Beide partijen willen dit geheim houden. Het valt misschien te begrijpen maar zeker niet goed te praten dat een kleine ambtenaar hiermee zijn lage loon een beetje opvrolijkt en de burger daarmee bureaucratische rompslomp omzeilt. Maar op hogere niveaus is dit schadelijk voor de economie. Alleen een nieuwsgierige, onafhankelijke journalist, die in eer en aanzien wil stijgen, zal zich geroepen voelen om dit gesjoemel te onderzoeken. Dit onderzoek zal moeilijker zijn, en misschien ook riskanter, naarmate meer hoger geplaatste personen die van binnenuit toezicht moeten houden, vallen onder de ‘regeling’ die ze een deel van de koek toebedeelt. Ook journalisten bezwijken voor een deel van de koek en stoppen het nieuws liever in de doofpot. Maar zolang de pers nog vrij is en men onderling strijd levert wie de beste is, zal het onmogelijk zijn om alle journalisten om te kopen, en zullen andere journalisten zich hierdoor juist aangemoedigd voelen om het geknoei op te sporen en te openbaren, en zo meer bekendheid te verwerven.
We zagen al dat Suriname voor persvrijheid het rapportcijfer voldoende krijgt en voor corruptie een onvoldoende. In werkelijkheid is het cijfer voor corruptie waarschijnlijk nog slechter, want corruptie is moeilijk te meten, omdat het bakabaka en kibrikibri gebeurt. Toch verschijnen regelmatig gevallen van corruptie in de vrije pers.
Als Suriname stijgt op de lijst van landen met meer persvrijheid dan mogen we verwachten dat het ook zal stijgen op de lijst van landen met minder corruptie. Omgekeerd, als Suriname zakt op de persvrijheidindex dan mogen we verwachten dat het ook zal zakken op de corruptie-index en wel naar het niveau van de meest corrupte landen zoals Haïti en Venezuela. Zolang de overheid niet hard optreedt, is het vrije woord het enige effectieve wapen om dit verval onder controle te houden.
D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!