Alcoa beïnvloedde inheemse en tribale volken negatief

Terwijl in Suriname de aluminiumindustrie een grote verandering zal ondergaan omdat deze maand Suralco (Alcoa) definitief vertrekt, verschijnt internationaal het rapport over de impact van deze belangrijke industrie op de lokale gemeenschappen. Suralco/Alcoa is bezig geweest rondom lokale gemeenschappen en natuurreservaten, waaronder het Centraal Suriname Natuurreservaat (CSNR). Het bericht benadrukt dat aluminium werelds populairste metaal is en dat de vraag ernaar steeds stijgt. In de discussies die in Suriname gaande zijn met betrekking tot de voortzetting van de aluminiumindustrie wordt de zaak niet vanuit deze bril benaderd: dat er een stijgende vraag is naar het metaal. Dat maakt de kans op rendabele projecten in het kader van het resterende goud groter. Tegen de achtergrond van de stijgende vraag en dus ook het voortgezette aanbod naar en van dit metaal, brengen Asia Indigenous Peoples Pact (AIPP), Forest Peoples Programme (FFP) en International Union for Conservation of Nature (IUCN) de milieu-impact en de sociale invloeden die deze industrieën hebben op o.a. de lokale inheemse en tribale gemeenschappen. Het rapport evalueert dus in welke mate de industrieën op duurzame wijze hun business in o.a. Suriname hebben gedaan. Suriname wordt in het rapport ook genoemd. Verwijzend naar de VN Verklaring voor Rechten van Inheemse Volken, dienen de rechten van de inheemse en tribale volken te worden gerespecteerd en beschermd wanneer er sprake is van exploratie en exploitatie van aluminium. Daarbij hebben niet alleen de bedrijven, maar ook de regeringen een taak. Regeringen maken veel gebruik van onderhandelingscommissies en die moeten van dit gegeven doordrongen zijn. In de periode 16-18 november komt dit onderwerp aan de orde tijdens het VN Business en Mensenrechtenforum. In het rapport ‘Mining, the Aluminium Industry and Indigenous Peoples’, wordt een overzicht gepresenteerd van de uitdagingen waartegenover inheemse en tribale volken staan. Het rapport presenteert 5 case studies uit 5 landen, waaronder Suriname. De andere 4 landen zijn Australië, Cambodja, Guinea en India. Uit het rapport blijkt dat alleen in Suriname en India de inheemse en tribale volken op alle 2 niveaus negatieve invloeden hebben ondervonden van de aluminiumindustrie. Dat is geen goede conclusie die getrokken wordt over de Alcoa/Suralco in Suriname. De case studie in Suriname wijst uit dat de inheemse en tribale gemeenschappen in Suriname negatief beïnvloed zijn geworden door de ‘primaire productieactiviteiten’, zoals het mijnen zelf, maar ook het aanleggen en onderhouden van infrastructuur. Ook op het secundaire niveau, zoals het smelten en bij de energieproductie, zijnde gemeenschappen beïnvloed. Op het secundaire niveau is er geen beïnvloeding geweest in Australië en Guinea. Het rapport is geschreven in het kader van het Aluminium Stewardship Initiative’s, welke tracht een standard in te stellen, waar alle aluminiumbedrijven zich verplicht aan zullen dienen te houden, ook wanneer het gaat om de rechten van de inheemse en tribale volken. De standaarden zullen bij het beschermen en respecteren van deze rechten uitgaan van het principe van geïnformeerd oprecht voorafgaan dialoog: Free, Prior and Informed Consent (FPIC). Dit principe gaat uit van dialoog met de gemeenschappen over milieu- en sociale-culturele aspecten, voordat de contracten met de mijnbouwbedrijven door de Staat worden getekend. In Suriname hebben regeringen altijd de gewoonte gehad om deals te sluiten met multinationals en daarbij niet uit te gaan van een holistische benadering, ondanks men op de hoogte is van de duurzaamheid die moet worden nagestreefd. Op de exacte inhoud van de case studie over Suriname gaan we later in. De onderhandelingscommissies, die in Suriname bezig zijn te onderhandelen met de vertrekkende Alcoa, moeten dit rapport onder de aandacht van het bedrijf brengen. De Alcoa heeft schade aangericht aan de inheemse en tribale volken en moet daarvoor compensaties betalen. Dat vloeit ook voort uit het contract dat het bedrijf met de Staat heeft gesloten en de eigen corporate social responsibility regels die het bedrijf wereldkundig maakt dat het zich eraan houdt. In Suriname is de wetgeving nog steeds zwak als het gaat om het waarborgen van duurzame bedrijvigheid, dus dat rekening wordt gehouden met het milieu en de sociale structuur van de samenlevingen. De wet moet voorafgaande impactstudies verplicht stellen volgens een bepaalde standaard voor rekening van bedrijven. Bij schade moet een wettelijke gehoudenheid zijn tot compensatie. Voor nu is belangrijk dat vanuit een betrouwbare bron is vastgesteld dat schade is aangericht. De Staat moet werken aan schadevergoeding, te betalen in geld of natura.

error: Kopiëren mag niet!