Advies aan de SER

In verband met de precaire economische situatie, de perikelen rondom de vaststelling van de energietarieven, projecten die opgenomen moeten worden in het Stabilisatie- en Herstelplan ter waarborging van de duurzame economische ontwikkeling in de diverse sectoren, lijkt het ons goed om u kennis te laten nemen met onze bijdrage “Advies aan de SER”, gedateerd 8 april 2016.
Deze bijdrage is aan de besturen van de VSB, ASFA, KKF, VES en de leden van De nationale Assemblee verzonden.
Aan de leden en plaatsvervangende leden van de Sociaal Economische Raad (SER)
De problemen van ons land zijn legio en complex. Aan u is de taak weggelegd om de regering te adviseren over de te nemen maatregelen voor de gezondmaking van staatsfinanciën, die de grondslag is voor het bereiken van een redelijke economische groei. Wij hebben het volste vertrouwen dat de Raad erin zal slagen om middels haar deskundige adviezen de economie weer op het goede spoor te helpen brengen.
Wij hebben gemeend een bescheiden bijdrage te kunnen leveren aan de discussies over welke maatregelen eventueel genomen moeten worden, en daarom zullen wij ons slechts beperken tot een bepaalde sector nl. de energiesector, die de basis vormt voor de duurzame ontwikkeling van het sociaal- economisch leven, en wel de Energy Roadmap 2016—2036, zoals deze recentelijk aan de directie en staf van EBS is gepresenteerd. In november 2015 hebben wij deze presentatie ook aan de ministers R. Dodson en G. Hoefdraad gegeven.
Als we uit de precaire financiële situatie, waarin we momenteel verkeren, willen komen, zullen er een aantal fiscale, budgettaire, bezuinigings- en andere maatregelen (wij zullen hierop niet verder ingaan) moeten worden genomen, maar in onze optiek moeten wij meer de nadruk leggen op het uitvoeren van enkele duurzame grootschalige projecten, die een boost kunnen geven aan de economische groei, toename van de werkgelegenheid creëren, de algemene, industriële, commerciële en dienstverlenende bedrijvigheid in de diverse sectoren, zowel op de korte, middellange en lange termijn bevorderen, hetgeen zal resulteren in het bewerkstelligen van een welvaartsstijging voor de totale bevolking. Dit betekent, dat een van de belangrijke doelstellingen van de regering nl. het uitbannen van armoede ook zal kunnen worden verwezenlijkt.
Welnu, welke grootschalige projecten dienen te worden uitgevoerd?
Naar onze mening moeten deze grootschalige projecten voldoen aan de volgende 5 criteria:
1). Deze projecten mogen niet steunen op overheidsfinanciën. 2). Deze projecten moeten winstgevend zijn en ook voldoen aan de gestelde rendementseisen van de financiers. 3). Deze projecten moeten een basis leggen voor de duurzame economische ontwikkeling in de diverse sectoren. 4). Deze projecten moeten niet alleen deviezenbesparingen opleveren, maar meer nog, ook deviezeninkomsten genereren. 5). De totale financieringsmiddelen voor deze projecten moeten uit het buitenland komen.
Om welke projecten gaat het nu in concreto?
Het gaat met name om vier energieprojecten (Energy Roadmap) voor een tijdhorizon van 20 jaar, dus van 2016—2036:
1). 400 MW LNG Power Project op Paranam, dat al begin 2019 energie moet leveren. 2). 500 MW Kabalebo Hydro Power Project eerste fase, dat begin 2025 energie moet leveren. 3). 300 MW Kabalebo Hydro Power Project tweede fase, dat begin 2030 energie moet leveren. 4). 200 MW LNG Power project op Paranam, dat begin 2034 energie moet leveren.
De basis voor de vaststelling van het vermogen van de bovenstaande projecten is ontleend aan de vraag- en aanbodontwikkeling uit het volgende rapport, waaraan EBS ook een bijdrage heeft geleverd: “Natural Gas in the Caribbean—Feasibility Studies” Revised Final report Volume 1 and 2.
Report to the Inter-American Development Bank 30 June 2015, by Castalia Strategic Advisors.
In dit rapport is aangetoond dat power generation op basis van LNG veel goedkoper is dan HFO en daarom is aan de CARICOM landen geadviseerd om over te gaan op LNG in plaats van door te gaan met HFO. Dergelijke projecten zullen op korte termijn worden uitgevoerd in: Panama 380 MW LNG Power Plant en Terminal, Jamaica 190 MW LNG Power Plant en Terminal, Guadeloupe en Martinique LNG Terminal.
De landen die reeds voor hun power generation gebruik maken van LNG zijn Trinidad en Tobago voor 99 %, Dominicaanse Republiek voor 33 % en Puerto Rico.
De overschakeling van HFO naar LNG zal tot een significante daling van de kostprijs per kwu leiden. Deze kostprijs zal nog een verdere daling vertonen op het moment dat het hydro project in bedrijf wordt gesteld. De exacte vaststelling van de kostprijs per kwu zal worden bepaald door nog uit te voeren feasibility studies. Als voorbeeld kan worden aangehaald de cijfers die gelden voor USA:
De prijs per MMBTU voor HFO is ongeveer driemaal zoveel als LNG over de periode Jan. 2014—Apr. 2015. Source: United States Information Administration.
Inhoud van project no. 1:
• 400 MW Combined Cycle Gas Turbine; stoom voor de aluinaardeplant, indien deze in bedrijf is, en elektriciteit voor EBS.
• Bouw LNG Terminal, Regasification unit en Tanks.
• Aanleg 161 KV Transmissielijn van Paranam naar Menkendam.
• Huidige pijplijn voor het transport van HFO van Staatsolie naar Suralco zal worden gebruikt voor het transport van LNG van Paranam naar Staatsolie en verder naar EBS.
• Conversie HFO machines naar LNG.
• Aanleg 161 KV Transmissielijn van Menkendam via Moengo, Albina naar Sint Laurent.
• Export van 100 MW naar Electricite’ de France in Frans Guyana.
Opbrengst per jaar bij een prijs van € 150 per MWu: 100 x 8760 x € 150 =
€ 131.400.000.
Geschatte investering 700—800 miljoen USD Inhoud van project no. 2:
• 500 MW geïnstalleerde capaciteit met een firm vermogen van 375 MW.
• Aanleg weg van Nickerie via Apoera naar Devisvallen.
• Aanleg 161 KV Transmissielijn vanaf de powerhouse via Nickerie naar Parmaribo.
Geschatte kosten 1.500—2.000 miljoen USD
Momenteel heeft een zeer gerenommeerd Chinees staatsbedrijf interesse getoond, om alvast de eerste twee projecten, op basis van Build, Own, Operate and Transfer (BOOT) uit te voeren.
Wij hebben een beter voorstel nl. samenwerking op basis van Public Private Partnership (PPP), een joint-venture tussen de staat en het Chinese staatsbedrijf, via een Special Purpose Vehicle. De inbreng van de staat zal alleen bestaan uit grond, zonder financiële middelen, terwijl de partner zorgt voor de totale financiering van de projecten. Hierdoor heeft de staat een zekere ‘control’ op deze zo belangrijke energiesector. Uiteraard moeten wij proberen middels onderhandelingen een meerderheidsbelang in deze entiteit te verkrijgen.
Om te kunnen voldoen aan de eis van levering van voldoende energie begin 2019 en 2025, is het noodzakelijk dat, zo gauw als mogelijk in dit jaar, beslissingen moeten worden genomen voor de verdere ontwikkeling van de eerste twee projecten, waarna direkt gerenommeerde internationale consultants moeten worden aangetrokken voor het uitvoeren van de technische, financiële, economische en milieu studies.
Het Chinese staatsbedrijf is bereid om de feasibility studies van beide projecten te financieren en bij finaliseren zullen deze studies aan de regering worden aangeboden. Op basis daarvan kunnen verdere beslissingen worden genomen voor de daadwerkelijke uitvoering van de projecten.
Wat zijn de effecten bij de uitvoering van project no. 1?
• Naast de eerdergenoemde macro-economische effecten zal ook de energiezekerheid op middellange en lange termijn gewaarborgd zijn.
• Lagere kostprijs per kwu.
• Deviezen worden bespaard nl. het verschil tussen de kosten bij de import van HFO en LNG bij dezelfde opgewekte energie-eenheid.
• Deviezenopbrengsten bij export van elektriciteit aan Frans Guyana, jaarlijks € 131.400.000.
• Minder uitstoot van broeikasgassen, waardoor wij kunnen voldoen aan onze commitment uit hoofde van COP 21 verplichtingen.
• Carbon credits kunnen worden verkregen.
• Een van de basisvoorwaarden voor de herstart van de aluinaardeproductie is de aanwezigheid van goedkope energie voor de stoomproductie.
• EBS wordt getransformeerd van een verlieslatend naar een winstgevend bedrijf.
• Extra inkomsten voor de staat bij dividend uitkeringen door EBS.
• Geen subsidies, waardoor meer middelen vrijkomen voor de noodzakelijke overheids- investeringen.
• De boost van de economische activiteiten zal leiden tot een substantiële verhoging van
staatsinkomsten uit hoofde van invoerrechten, omzetbelasting, loon- en inkomstenbelasting. Effecten bij uitvoering van project no. 2:
• Nog grotere energiezekerheid.
• Nog lagere kostprijs per kwu.
• Deviezeninkomsten bij export naar Guyana.
• Tekorten aan water voor de bevloeiing van rijstarealen wordt opgeheven, waardoor de bestaande onbenutte productiegebieden weer productief gemaakt worden.a
• Het ontwikkelen van nieuwe productiegebieden langs de aan te leggen wegverbinding Nickerie- Apoera naar Devisvallen.
• Extra inkomsten uit dividenduitkeringen van de nieuwe energie entiteit.
• Carbon credits kunnen worden verkregen.
• Een verdere boost van de economische aktiviteiten zullen leiden tot nog meer verhoging van staatsinkomsten uit hoofde van de eerder genoemde belastingen.
De bovengenoemde projecten passen volledig in de “Vision of Suriname’s Energy Sector 2013—2033”, zoals deze in 2013 is geformuleerd door de United Nations Economic Commission for Latin America and the Caribbean (UN-ECLAC) in meetings met alle stakeholders in de energie sector:
“A modern, efficient energy sector, providing all citizens with access to reliable and affordable energy supplies and long-term energy security towards enhancing the quality of life of all Surinamese, advancing international competiveness and environmental sustainability.”
Drs. Johan Tjang-A-Sjin & Drs. Steven Tjang-A-Sjin
Consultants for Business Development and
Promoters for Foreign Direct Investments in Suriname

error: Kopiëren mag niet!